
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
In 1377 wordt naast een graanmolen ook een oliemolen vermeld. Deze behoorde niet tot het leengoed, evenmin als de latere volmolen. Aan het eind van deze veertiende eeuw komt de molen in bezit van de familie Back, eigenaren van kasteel Durendaal bij Oisterwijk. Zij zouden tot in de 17e eeuw eigenaar blijven.
Omstreeks 1602 werd een derde waterrad geplaatst. Dit diende om een volmolen aan te drijven, waarin laken (een wollen stof) werd verwerkt om een betere kwaliteit te verkrijgen. Deze uitbreiding was echter illegaal en de eigenaar, jhr. Hendrik van Rivieren, sluit in 1611 een overeenkomst met de Rentmeester der Domeinen in ’s-Hertogenbosch. Hij betaalt eenmalig 150 gulden en een jaarlijkse recognitie van 3 gulden om zijn derde rad te legaliseren. Een goede eeuw later is dit derde rad overigens weer verdwenen.
In 1729 verkoopt Engelbert Francois van Cannart d'Hamale, heer van Uyttengracht, wonende te Oisterwijk, behalve de coorn- en olijmoolen, met sijne sluijsen ook het reght van een volmoolen gelegen te Laag Heukelom aan Wouter van Heeswijk en Willem van den Abeelen.
De koren- en de oliemolen stonden ieder aan een andere kant van de rivier, maar deelden wel een dak. Op 30 november 1713 werd er brand gesticht met als resultaat dat beide molens verwoest worden. De korenmolen is in 1714 alweer in bedrijf. Maar het duurt nog ruim dertig jaar, voordat Arnoldus Peijnenburg uit Hilvarenbeek in 1747 met plannen komt om ook de oliemolen te herbouwen. Hij wil de molen tegelijk uitbreiden met een rosmolen om ook in de zomermaanden (als de waterstanden te laag zijn) te kunnen draaien. In 1755 verpacht hij de oliemolen aan Francis van de Wiel uit Schijndel.
De Heukelomse watermolen was een wintermolen, wat inhield dat het water alleen tussen 1 oktober en half maart mocht worden gebruikt voor de aandrijving. In 1848 heeft eigenaar Dominicus Heymans geprobeerd om het hele jaar te mogen malen, maar zijn aanvraag werd afgewezen. De molen werd in 1869 buiten bedrijf gesteld, waarna hij in verval raakte.