
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Tussen 1940 en 1945 zijn zo’n 500.000 Nederlanders (op een bevolking van ongeveer 9 miljoen) tewerkgesteld in Duitsland en in de door Duitsland bezette gebieden. Verschillende categorieën mannen die als essentieel voor de Nederlandse economie werden beschouwd werden van deze gedwongen tewerkstelling vrijgesteld.
Mijn grootvader viel niet in één van die categorieën. Hij was weliswaar bakker, maar niet zelfstandig, want hij werkte voor zijn vader. Vrijgestelden kregen het benodigde papierwerk zodat ze, mochten ze worden aangehouden, hun vrijgestelde status konden aantonen. Mijn grootvader had zulke papieren dus niet. Oom Janus, de man van tante Jo, een oudere zus van mijn grootmoeder, had die papieren wél. Aan het begin van de oorlog woonden zij, door het woningtekort, met zijn vieren in een klein huis in Vught.
Op een zondag ging opa met oom Janus in Vught naar een voetbalwedstrijd. Ik vermoed dat dit op het toenmalige Sportpark Heidelust was aan de Kampdijklaan, vlakbij Fort Isabella, waar toen de Bossche vereniging BVV speelde—op dat moment één van de meest succesvolle clubs in Nederland. Het hoofdveld kon wel 10.000 toeschouwers aan, waarvan de meesten te voet uit Den Bosch en Vught kwamen. Dit kan zich ook hebben afgespeeld bij de eveneens Bossche (maar meer elitaire) club Wilhelmina die toen ook in Vught, vlakbij BVV, speelde in de Taalstraat. Echter, vanuit de Duitsers geredeneerd: om onderstaande actie te organiseren met maximaal effect ga je waarschijnlijk naar een club waar je de meeste toeschouwers aantreft—dat was bij de ‘volksclub’ BVV.
Tegen het einde van de wedstrijd kwamen er plots vele Duitse legervoertuigen aangereden die het sportpark omsingelden. Het was een razzia om arbeidsweigeraars op te pakken. Toen de wedstrijd was afgelopen en de toeschouwers via de poort naar buiten gingen, moesten ze hun papieren laten zien. Mannen die niet de benodigde vrijstellingspapieren hadden, werden meteen in gereedstaande vrachtwagens geladen. Als je werd opgepakt kon je wel een paar jaar wegblijven om te werk te worden gesteld in fabrieken die, als er militair materieel werd gemaakt, vaak door de geallieerden werden gebombardeerd.
Mijn grootvader: "Ik wist dat als ik iets wilde proberen, ik het vlug moest doen toen er nog veel mensen binnen de hekken waren en de Duitsers aan de poort het druk hadden met het controleren van papieren en dus voornamelijk naar beneden keken. Als ik zou aarzelen en met de laatste mensen naar buiten zou gaan, zou ik veel meer opvallen, waren de Duitsers minder druk, en zou ik hoogstwaarschijnlijk worden gepakt. Ik werkte me dus naar voren in de drukte, en naar rechts richting het hek waar de massa langs ging richting uitgangspoort. Het hek had een hoogte die ongeveer tot mijn borst kwam. Ik wachtte op het juiste moment, dat al vlug kwam toen er buiten het stadion wat consternatie ontstond en de Duitsers even allen hun hoofd omdraaiden, weg van de poort en het hek.
Ik twijfelde geen moment, plaatste mijn rechterhand bovenop het hek, sprong omhoog en werkte mezelf met een zwier er overheen zonder het te raken, landde met mijn rug richting poort, en wandelde rustig, alsof ik net door die poort was gegaan, bij het stadion weg. Een man die naast me liep had me zien springen en fluisterde zijn bewondering voor mijn durf en atletisch vermogen—“Verdomme, jij hebt lef!” Niemand zei verder wat."
Mijn moeder: “Hij had een lichte regenjas aan, die hij, na over het hek te zijn gesprongen, meteen uitdeed, opvouwde, en onder zijn arm hield.” Ik: “Dat was slim van hem! Op die manier vertoonde hij minder gelijkenis met de man die seconden eerder nog aan de andere kant van het hek liep en zo verkleinde hij de kans dat iemand tot de conclusie zou komen dat hij over het hek was gegaan.”
Oom Janus, die met zijn papieren probleemloos via de poort het stadion had verlaten, werd thuisgekomen meteen door tante Jo en oma gevraagd waar Harrie was. Mijn grootmoeder [schaterlachend]: “Hij werd spierwit!”
Ze lieten hem even in de waan dat opa was opgepakt en barstten toen in lachen uit. Wat bleek? Opa was eerder thuis gekomen dan oom Janus, had hen verteld wat er was gebeurd, en had zich, toen oom Janus buiten op het tuinpad verscheen en naar de voordeur liep, in de keuken verborgen. Oorlogshumor, waarschijnlijk uit opluchting ontsproten.
De verplichte algemene Arbeidsinzet gold vanaf mei 1943. Oom Janus en Tante Jo verhuisden op een gegeven moment, zodat mijn grootouders het huis voor zichzelf hadden. Ik vermoed dus dat dit zich in 1943 heeft afgespeeld. Heeft iemand hier meer informatie over?