skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg

Hoeven met een gracht: terug naar de late Middeleeuwen in Esch

De grachten zijn in de loop der tijd allemaal verdwenen maar het mag als bijzonder beschouwd worden dat er in ons kleine dorp tien van deze versterkte hoeven gelegen hebben. De grachten dienden niet specifiek voor het beschermen van de bewoners maar waren meer een symbool van status en macht van de eigenaars. Ook het belang van “een eigen voedselbron” mag niet onderschat worden immers de grachten stonden allemaal in verbinding met de Esschestroom waar in die tijd de vissen rijkelijk zwommen.


Grafsteem Millinck van Gerven, foto Piet Jansen

De hoeve van Lambert Millinc van Gerwen

Deze hoeve lag bij de Eschervoort, ter hoogte van het huidige perceel Haarenseweg 29 nabij de Broekleij, en bestond aanvankelijk uit twee panden die samen “De hoeve op den Grotenacker” vormden.
Beiden gebouwen werden omgeven door één gracht.
De hoeve op den Grotenacker van Millinc van Gerwen wordt al vermeld op een van de oudste kaarten van Brabant, uitgegeven door Joan Blaeu en zijn zoon Willem.
Na het overlijden van Lambert, die schout was van Helmond, erfde zijn vrouw Joffr. Maria van Honselaer deze goederen. In 1655 wordt “De hoeve op den Grotenacker” gescheiden, waarna de Gerwense en Gulickse hoeve ontstonden.
Bron: Archief BHIC. Den Bosch, Staat van oude huizen in de gemeente Esch. 1986 A. Fasel.


Rouwdonck, foto Frans van de Langenberg

Hoeve “De Roudonck”

“Gelegen onder Haaren en Essche”, zo wordt de ligging van de hoeve vaak beschreven in de schepenprotocollen. Hoeve “De Roudonck” ligt momenteel aan de Ruiting. Onderzoeksgegevens over dit pand voeren terug tot 1316. Metta genaamd van Rudonc, verkoopt dan samen met haar dochter Metta, haar zoons, Daekinus, Bartholomeus en Joannes en haar schoonzoon Godekinus haar goederen aan Henricus Berewout op 1maart 1316. De Peyser was een stuk land dat bij de Roudonck hoorde, op dit stuk land lag een cijnsplicht aan de abdij van Echternach.
Bron: Onderzoeksgevens over de Roudonck, Ruiting 7, door N. v.d. Langenberg-Scheepers


Het Vishuis, foto Regionaal Archief Tilburg

Hoeve “Het Vishuis”

Het gebied dat nu de Ruiting heet werd vroeger aangeduid als de Rouwdonck. Meerdere hoeven in deze omgeving droegen de naam Rouwdonck. In middels zijn mij drie hoeven bekend die onder deze naam vermeld worden. Een van deze panden werd ook wel aangeduid als hoeve “Het Vishuis”. Momenteel De Ruiting 3 in Esch. Bij deze boerderij lag net als bij het slotje Leeuwenborgh een professionele visvijver met visrechten. De eerst bekende eigenaar is Floris van den Velde. Hij was getrouwd met Elisabeth, een dochter van Jan Godevarts. Van den Velde verkoopt in 1395 een pacht aan Lambrecht van der Eghelvoert. Wellicht is de Eghelvoert een van de vier hoeven in Esch die cijnsplichtig waren aan Echternach.
Zowel van het huis als van de vijver zijn nog oorspronkelijke elementen aanwezig. In de zijgevel van dit pand bevindt zich nog een metselteken, waarin een Andreaskruis zichtbaar is.
Bron: Onderzoeksgegevens over de Rouwdonck, Ruiting 3, door N. v.d. Langenberg-Scheepers

Hoeve het Brunschot

Gelegen op de hoek van de Ruiting en de Koolwijksestraat. In 1642 wordt de hoeve omschreven als een “omwatert hoochhuysken ende erve binnen de omgraft”. Op 7 november 1642 vindt er een deling plaats tussen Hendrik van de Leemput en Johanna van Ravesteyn. Zij was de weduwe van Mr. Jan van de Leemput. In een brief van 7 maart 1657 ontvangt Hubertus van de Leemputte elf privileges toegekend door Apostolisch Vicaris Jacobus de La Torre. We zitten dan in de protestantse tijd. Zo mag Van den Leemputte o.a. in wereldse kleren gekleed gaan en hoeft er geen licht meegedragen te worden als hij de communie naar de zieken brengt.
Bron:”75 jaar onder de toren van Sint Willibrord”.


Swanenburg, Kees van Brunschot

Het huis Swanenborgh

Gelegen in het beekdal van de Essche Stroom aan de Haarenseweg 13d. De oudst- bekende eigenaar van Swanenborgh was jonker Adam de Borchgreve, die in 1579 voorkwam in de onderhoudscedulle van bruggen en dijken. Swanenborgh kwam uit het bezit van de familie Muijkens en was vermoedelijk een pachthoeve van hoeve de Roudonck op de Ruiting. Mechteld van Hedel huwde jonker Wolfaert Endevoets. Wolfaert werd na het overlijden van Mechteld, in 1613 eigenaar van Swanenborgh en tot 1805 bleef het in handen van deze familie.
Bron: Monumenten van: Haaren Helvoirt Esch Biezenmortel.


Mannengasthuis, foto Piet Jansen

Het Mannengasthuis

Het Mannengasthuis, Haarenseweg 29, ligt aan de Essche Stroom die in de Middeleeuwen Emer of Nemer werd genoemd, later Aa, Run en Dommelstroom. Maarten van Elmpt en Ida Roetaert hebben bij testament van 6 maart 1491 het Oudemannengasthuis gesticht. Op 20 september 1485 had Maarten dit gebouw gekocht van Herman, zoon van Bartholomeus die Momber. De oudst bekende eigenaar is Henric van Haaren, die in het Hertogelijk cijnsboek van ca, 1340 als eigenaar wordt genoemd. Het Mannengasthuis was bestemd voor de huisvesting van zes mannen en een vrouw die met de huishouding was belast. Deze bestemming heeft het pand meer dan 500 jaar behouden. In 1887 werd de gracht gedeeltelijk gedempt.
Bron: Monumenten van: Haaren Helvoirt Esch Biezenmortel.

Hoeve De Spanckert

“Gelegen inde parochie van Esch byde leege brugge” Uit een charter van 12 december 1611 blijkt er een gedwongen verkoop plaats vindt van het omgraven huis “De Spankert”. Het wordt dan omschreven als zijnde;
“een hoeve lants ende omgraven huys, met een houten brugge te weeten huysingen, erven, schuer, hoff ackerlanden, weylanden, hoylanden, houtwasschen. Het is onduidelijk hoe lang dit proces gelopen heeft want verder op in het charter wordt vermeld: “Item een stucxken lants daer dómgraven huys op gestaen heeft rontomme inden waeter geheten d’Aa oft Dommel liggende. Dit charter geeft hoe dan ook aan dat de Spankert een omgrachte hoeve was. Verder onderzoek volgt.
Bron: Archief BHIC, Den Bosch. Toegangsnr. 5001. Inv.nr.147, charter secretarie.


Baarschot, foto Piet Jansen

Huize Baerschot

Huize Baarschot is prachtig gelegen aan de Essche stroom in de nabij van de Baerschotsebrug ook wel Lage Brug genoemd. De veldnaam Baerschot komt reeds in de veertiende eeuw voor. Het is echter onduidelijk wanneer de hoeve Baerschot is ontstaan. In 1501 geeft Jacob Henrics van den Meerendonk een hoeve bij de brug te Esch op Baerschot in erfcijns aan Lambert van den Hezenacker. Bij deze hoeve hoorden twee huizen alsook visrechten. In 1558 heeft Lambert van den Hezenacker de Baerschot nagelaten aan zijn schoonzoon Thomas Peterse Lootgieter, die op zijn beurt het goed op 6 november 1604 in cijns geeft aan zijn zoon Thomas Lootgieter. Het wordt dan omschreven als een omgraven huis met visserij. In het verpondingregister van 1715 wordt Baerschot vermeld als “kasteel”.
Bron: Monumenten van Haaren Helvoirt Esch Biezenmortel.

Bovenhuizinge “De Leeuwenborgh”

Leewuenborgh is gelegen in het dal van de Essche stroom. Jonker Rogier van Broeckhoven bezat ca. 1640 “het omgraven steenen vervallen huysken ofte slotken genaemd Leewenborgh, met den hof, erve, grachten ende cingel rontsomme ende de geheele visscherye ofte Laeck by ’t huysken”.
Hij had het geërfd van Heer Josephus Doetelaer, prior van de Carthuisers te Antwerpen. In de 18de eeuw is het pand in handen van de familie Sopers.
Het is niet duidelijk wanneer huize Leewenborgh gesticht is maar er zijn al onderzoeksgegevens bekend uit de 14de eeuw. Men mag aannemen dat Leeuwenborgh het oudst bewoonde pand op Baarschot geweest is.
Bron: Archief BHIC, Den Bosch. Staat van oude huizen in de gemeente Esch


Esselair foto Piet Jansen

Hoeve d’Esselair

Men mag aannemen dat het goed d’Esselair tot een van de oudste goederen van Esch gerekend kan worden. De eerste vermelding vinden we in 1372 maar het is zeker niet ondenkbaar dat de hoeve reeds eerder bestaan heeft. In 1372 is er sprake van een huis en hof bij Esschelaer, gelegen binnen een gracht. In dat jaar geeft Willem vander Bruggen van Essche een cijns van 20 schilling aan zijn schoonzoon Jan Ghijben Sceel.
Jan moet deze cijns betalen op kerstmis. De namen van de wederzijdse buren worden ook vermeld. Jan Beke en een zekere Wouter vander Brugghen.

In 1381 vinden we opnieuw vermeldingen over dit pand. In deze akte is niet alleen sprake “een huis en hof op d’ Esschelair” maar ook van gronden die op Esschelair liggen. De benaming van het huis is dan tevens een toponiem voor de omgeving, een gebiedsnaam dus. Stukken land liggen dan onder Esch maar ook in de parochie St. Peters in Vught.  Vanaf 1381 zijn de eigenaars van dit pand goed te traceren. In de verpondingsregisters van 1655 wordt meester Aert van Broeckhoven vermeld als eigenaar en in de transporten van 1738-1769 wordt het omschreven als: eene schonen en welgelegen hoeve lands met een speelhuys en tuin, met landeryeren en bossen onder Esch en Vught”.


Broekstraat Frans van de Langenberg

De schrijfwijze van de naam veranderd regelmatig, soms is er sprake van den Esselair of d’Esschelaer maar ook de naam Ten Esghlaer komen voor. Ook blijkt dat de hoeve “Brenthensebrake” afkomstig van ridder Brenth (nu Broekstraat 1) op Esschelaer ligt. Onderzoek naar de Esschelair heeft ook een goed inzicht gegeven in de namen van andere toponiemen in deze omgeving o.a. Creijenbroec, Scoervoirt, Aschbroek, die Overdonck, Oggelstukken en Berschot,(Baarschot). Om het makkelijk te maken wordt een zelfde stuk land of hoeve soms onder deze verschillende toponiemen vermeld. De ene keer liggend int Creijenbroeck en andere keer op d’Esselair.

De Esselair was in de Late Middeleeuwen een groot goed met akkers en weilanden. Aanvankelijk ging men er vanuit dat uit het goed de Esselair verscheidene andere hoeven zoals De Spankert en wellicht ook De Leeuwenborh ontstaan zijn. Uit onderzoek tot nu toe heb ik daar geen enkele aanwijzing voor gevonden. Immers De Leeuwenborgh bestond ook al in de 14de eeuw en de eigenaars van De Spanckert komen niet overeen met die van de Esselair. d’Esselair is uiteindelijk deel gaan uitmaken van het landgoed Beukenhorst tot het gebouw in 1982 door de familie Fentener van Vlissingen verkocht werd aan Karel Beer. De grond waarop de boerderij stond, werd in erfpacht uitgegeven en is nu in handen van de kinderen Van Rijckevorsel, de huidige eigenaars van Beukenhorst.

Karel Beer restaureerde de schuren en de boerderij en juist toen de restauratie voltooid was brak er op 1 mei 1998 brand uit in een van de authentieke schuren. Alles was weg, alleen van de boerderij stonden nog enkele muren overeind. Er werd een nieuwe boerderij gebouwd op de oorspronkelijke locatie alleen de authentieke schuren keerden niet meer terug.

Bron: BHIC Den Bosch Staat van oude huizen in de gemeente Esch. 1968, A. Fasel
Archief: Nettie van de Langenberg-scheepers

Reacties (1)

Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 20 maart 2023 om 21:43
Het is een fascinerend idee, Nettie, Esch aan de gracht. Wat een bijzonder verhaal en mooi in beeld gebracht ook. Bedankt voor je bijdrage!

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen