skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Astrid de Beer
Astrid de Beer RA Tilburg
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Astrid de Beer
Astrid de Beer RA Tilburg

Hongerige jaren '40-'45

Ik ben geboren en getogen in de Kuilpad in Udenhout. Dit onverharde fietspad liep naar den Heikant in Tilburg en werd in de oorlog dagelijks gebruikt door Tilburgers die naar Udenhout kwamen voor eten. Geld hadden ze niet, maar ze hadden altijd wel iets bij zich wat ze tegen eten wilden ruilen.

Als ze van huis uit vertrokken lag de kinderwagen volgepakt met kleding of speelgoed, de kleine er bovenop en de rest liep er langs.  Dit was soms hartverscheurend en omdat de Kuilpad het verst van Tilburg was, was het meeste al vergeven.

Mijn moeder, die zelf brood bakte voor ons gezin, bakte er altijd een om weg te geven. Zolang dat brood niet op was kreeg ieder een snee met geitenboter en suiker. Wij kregen zelf ook dagelijks niets anders.  Behalve op zondag, dan met 2 snippertjes spek.

Kinderen met een brood in Vinkel, c. 1942 (coll. BHIC)
Kinderen met een brood in Vinkel, c. 1942 (coll. BHIC)

En als ze er om vroegen kregen ze groenten uit de tuin. Twee maiskolven met blad, want dat wilden ze ook graag, of een halve kool met stronk en de gele bladeren, die we anders gebruikten voor de konijnen, namen ze ook nog mee!

Mijn moeder wilde er niets voor aannemen, maar die ene vrouw was zo dankbaar, dat ze bij een kind de gebreide muts afdeed en op de put legde voor ons. Het kind kreeg haar hoofddoek op. En terwijl mijn moeder met dit gezin bezig was, haalde een andere vreemde vrouw de sprei en een deken van het bed bij het opkamer, waarvan het raam een beetje omhoog geschoven was om te luchten.

Leest (schoenmakersgereedschap)
Leest (schoenmakersgereedschap)

Die gebreide muts heeft mij veel ellende gegeven. Ik had deze muts even erna opgedaan, toen ik naar school ging om met trots deze gebreide muts te laten zien. Enkele dagen erna begon ik op mijn hoofd te krabben en zei mijn moeder: “Ik zal je vanavond eens kammen, want ik denk dat je luizen hebt. Maar dat viel anders uit. Geen luis te zien maar ik stond vol bultjes, die zweertjes werden en in gele korsten veranderden. Mijn vader, die erg handig was, zei op een avond: “Hier kan ik je vanaf helpen,” en zette mij op een stoel. Plukje voor plukje begon hij mij kaal te knippen, huilen hielp niet en als ik goed stil bleef zitten kreeg ik een gebakken ei. Daarna werd heel mijn hoofd ingesmeerd met flink wat teerzalf en ik kreeg een keukendoek om mijn hoofd geknoopt. Dit moest zolang blijven zitten dat het geheel opgedroogd was. Daarna werd met een ruk de theedoek van mijn hoofd getrokken, waarna mijn hoofd zo moest drogen. Maar de gele korsten waren weg! Een week lang ben ik niet naar school geweest. Maar ik was niet de enigste met een kaal hoofd.

Mijn vader was van alle markten thuis. Zo was hij kleermaker maar repareerde ook schoenen als de buurman weer eens een stuk aandrijfriem meegebracht had. En hij maakte ook klompschoenen van oude schoenen. Dan sneed hij het bovenwerk van een schoen af, waarvan de zool versleten was. Hij bracht de zool naar de buurman die klompenmaker was en die maakte op maat van afvalhout (wilg of populieren) weer een onderstuk van een klomp. Na het bovenste stuk van de schoen met klompnagels weer bevestigd te hebben kon je er weer een hele tijd op lopen.

Klompschoenen, maar dan professioneel geproduceerd (foto: Mies den Otter, coll. BHIC)
Klompschoenen, maar dan professioneel geproduceerd (foto: Mies den Otter, coll. BHIC)

Die klompschoenen klepperden wel en omdat ik misdienaar was deed ik bij de eerste mis de iets te grote schoenen van mijn broer aan. Die werden op de terugweg weer gewisseld met klompen, zodat hij ook met schoenen aan naar de tweede mis kon. Een paar mooie schoenen was toen een hele luxe!

Reacties (5)

Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 1 mei 2020 om 15:11
Wat een markante jeugdherinneringen, Gerard. Ik vermoed dat ze voor velen van je generatiegenoten heel herkenbaar zijn. En het zijn sowieso prachtige verhalen om te lezen, veel dank daarvoor!
Mark Goossens zei op 1 mei 2020 om 20:32
Een variant op die gemeenschapssolidariteit heb ik wel eens van mijn vader gehoord. Mijn grootouders hadden een bakkers- en kruidenierszaak in Den Dungen (later ook nog een lunch room). Tijdens WO2, maar ook nog daarna tot in de jaren '60, gebeurde het regelmatig dat een klant die wat beter bij kas zat extra geld aan mijn grootmoeder gaf met de woorden "jij weet wel wie het nodig heeft." Met dat geld werden dan meestal uitstaande rekeningen van klanten van mijn grootouders afbetaald. Dat hielp die klanten, maar ook mijn grootouders, want, zoals mijn grootmoeder vaak zei: "Als je van een klant af wil moet je hem geld lenen." (Een wijsheid die ik overigens veel later in een heel andere branche succesvol zelf heb toegepast.)
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 2 mei 2020 om 21:00
Wat bijzonder om te lezen, Mark, die saamhorigheid. Zou dat typerend zijn geweest voor een kleinere gemeenschap? Fijn ook, die wijsheid van je grootmoeder. Maakt me wel nieuwsgierig naar de situatie wanneer jij dat hebt toegepast ;)
Mark Goossens zei op 5 mei 2020 om 21:19
Daar kun je eindeloos over filosoferen. Mijn theorie herkent een aantal factoren: (1) Hoe homogener een samenleving, hoe groter de onderlinge solidariteit; (2) Hoe kleiner de gemeenschap, hoe groter de onderlinge solidariteit; (3) Hoe fatsoenlijker de overheid, hoe lager de solidariteit (want, de overheid regelt het wel) en vice versa.

Dat geld lenen aan een klant is een handige methode om van een klant af te komen inderdaad. "Lenen" moet natuurlijk ruim worden gezien en betreft voornamelijk onbetaalde rekeningen. Maar als je een klant waar je het liefst vanaf wil het gevoel geeft dat hij slimmer is dan jij en je niet al te hard achter een laatste onbetaalde factuur aan gaat, dan heb je een hele goede kans dat je die klant nooit meer terug ziet. En dat kan het zo waard zijn.

Mijn vader had ooit een jaar of zeven een aan hem in onderpand gegeven trouwring van iemand in zijn kassa liggen die die klant uiteindelijk toch kwam opeisen door zijn uitstaande rekening te betalen.

Zelf heb ik ooit duizenden teruggegeven aan een klant onder voorwaarde dat hij alsjeblieft oprotte. Beste geld ooit uitgegeven. Het leven is te kort.
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 6 mei 2020 om 10:14
Interessante analyse, Mark, erg leerzaam ook. En wat betreft de wijsheden van je grootmoeder: aan je uitsmijter te zien, valt de appel niet ver van de boom.

Bedankt voor je reactie!

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.