skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg

Hoog Bezoek: Princepeel en Mill, een haat-liefdeverhouding

In Hoog Bezoek belicht De Gelderlander de periode 1895-1928 aan de hand van de werkbezoeken van commissaris van de Koningin Van Voorst tot Voorst. In samenwerking met het Brabants Historisch Informatie Centrum. Vandaag aflevering 12: landgoed Princepeel.

Schilderij van Dominicus van Ophoven, c. 1890 (coll. BHIC, fotonr. WIL0038)
, c. 1890 (coll. BHIC, fotonr. WIL0038)

Dominicus van Ophoven (1838-1926) staat bekend als een van de meest succesvolle ontginners van de Peel. In 1888 bemachtigde de Limburger de aandelen van de Princepeel in Mill en bouwde dat uit tot een firma waar in de beste jaren meer dan tachtig arbeiders werkzaam waren. Als we de verslagen lezen, ontdekken we dat zijn reputatie discutabel was. Op het gemeentehuis wordt nogal eens gemopperd over de ontginner, vooral als de commissaris der Koningin op bezoek is.  Na zijn bezoek op 3 april 1902 schrijft de commissaris dat B en W het ongewenst vinden dat het bedrijf arbeiders uit den vreemde aantrekt. Hij zou de arbeiders ook uitbuiten. De commissaris schrijft: ‘Hij betaalt volgens B. en W. heele kleine loonen uit. Zelf doet hij voor zijn menschen niets. Als Voorzitter van den Boerenbond ruit hij de boeren, vooral de mindere boeren, tegen het gemeentebestuur op.

Zeven jaar later is de commissaris weer in Mill en dan noteert hij: ‘De burgemeester had eindelooze klachten over Van Ophoven en de Princepeel; nu pas waren er weer drie gezinnen door den deurwaarder op straat gezet. Zoodra ze dakloos zijn, komen die menschen bij armbestuur en bij hem als hoofd van politie. Ook de pastoor klaagde erg over v. Ophoven; hij laat bijv. een 30 jongens en meisjes zonder opzicht samen wieden; men begrijpt, wat daarvan terecht komt!

Het lijkt een haat-liefdeverhouding, tussen gemeente en ontginner. Als het bedrijf een voorbeeld blijkt voor andere ontginningsmaatschappijen en veel bezoek krijgt, zelfs de minister van Landbouw schijnt op de thee te zijn geweest, zijn ze wel verguld in Mill. Het grootschalige landbouwbedrijf levert ook veel werk op. Maar pastoor en notabelen bekijken alles wat op de Princepeel gebeurt met de nodige argwaan. De pastoor verzet zich tegen de bouw van een kapel op het landgoed. In een brief aan de bisschop zegt hij dat Van Ophoven veel te grootschalig en te modern werkt en dat kan volgens hem niet goed zijn.   

Terwijl alle boertjes in de omgeving het land bewerken met een os, huurt Van Ophoven soms een stoomploeg en zet hij op grote schaal paarden in. Op een lijst uit 1893 staan  maar liefst 27 paarden met ras en naam genoemd. Er gaat nogal eens een paard dood en in het dorp zeggen ze dat hij zijn beesten niet goed verzorgt. In werkelijkheid blijkt het drinkwater van het voormalige veen van de Princepeel voor mens en dier ongeschikt en was dat vaak de doodsoorzaak.

Landgoed Princepeel (foto: BHIC / Henk Buijks, 2006)
Landgoed Princepeel (foto: BHIC / Henk Buijks, 2006)

De ontginningsmaatschappij heeft veel vruchtbare grond opgeleverd, maar het financieel gewin ging op en neer. Regelmatig moest Van Ophoven zijn dochter, die elders een boerderij van hem leidde, vragen geld voor de Princepeel weg te leggen.

In 1908 is er een conflict met de gemeente over te betalen belasting. Volgens Van Ophoven heeft hij de twee jaren daarvoor 60.000 gulden aan uitgaven gehad waar slechts 52.000 gulden aan inkomsten tegenover stonden. Een verlies dus van 8.000 gulden dat een gemeentelijke aanslag niet verantwoord maakte. B en W lieten een bekwaam landbouwer een andere berekening maken. Die kwam uit op een uitgavepost van niet meer dan 38.000 gulden en aan de inkomstenkant noteerde die ruim 59.000 gulden. Geen 8.000 gulden verlies, maar 21.000 gulden winst…

 

Dit verhaal verscheen eerder in dagblad De Gelderlander

Bekijk hier alle verhalen in de serie Hoog Bezoek

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen

Doe mee en vertel jouw verhaal!