skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Arnout van Erp
Arnout van Erp Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Arnout van Erp
Arnout van Erp Bhic

Kempense destabilisatie

In de eerste twee delen van dit verhaal ging het over de stichting, de bloei en de problemen van klooster Ten Haghe. In dit deel gaat het over de ondergang ervan. En de wederopstanding, als klooster van de augustijnen.

Invallen Gelderse expeditionaire brigades

De vernietiging van de citadel van Luik in 1468 heeft tot neveneffect dat de beide partijen die zich ook van huurlingen bedienden na de vredessluiting de afgedankte benden aan hun lot overlaten, Bourgondiërs en de burgerlijke opstandelingen uit Luik en Franchimonte. Die laatsten zijn de “zeshonderd Franchimontezen” die koning Albert I de Vlamingen in herinnering roept als hij zijn Belgen al te gader te wapen roept om zich tegen de Duitsers te keren in de verwoestende oorlogsmaanden van herfst 1914. Ze moeten herinneren aan de typische Belgische burgerlijke vrijheidszin. De gesneuvelden worden beroofd en de blote lijken aan de raven overgelaten. De overlevende ingehuurde miliciens, vaak geduchte hellebaardiers, moeten het zelf maar uitzoeken. Ze groepen samen. Trekken noordwaarts en gaan De Kempen onveilig maken. De hertog van Gelre, rechts van de Maas, komt hen achterna. Hij heeft tot missie het Noorden van Brabant grondig te teisteren. Destabilisatie van de economie. Vernieling van versterkingen, brandschatting van kloosters en steden, waaronder Eindhoven. Mariënhage wordt geplunderd, de paters vluchten.

Eindhoven tijdens het beleg van 1583 (W. Baudartius, c. 1615. Bron: Wikimedia Commons; publiek domein)
Eindhoven tijdens het beleg van 1583 (W. Baudartius, c. 1615.
Bron: Wikimedia Commons; publiek domein)

Maar ze komen terug. En hebben protestantse denkbeelden opgedaan in het Rijnland. Ze dragen die uit vanaf kansel maar ook op marktdagen in Eindhoven. Brussel is ontsticht. Het zendt de inquisitie om deze ketters mores te leren. Dat moet het herhalen. Paters vluchten weer. Ze komen in Weert terecht, waar ze een klooster vinden. Als de rust bij Woensel is weergekeerd komen ze toch weer hun ketterijen uitdragen.

De fiscale opstand

Het is geen wonder dat de opstandelingen die de beeldenstorm van 1566 organiseren in het kloostertje heul zoeken als Brussel repressieve maatregelen treft. In de Eindhovense Sint Katrien wordt een wonderdadig Mariabeeld van de muur getrokken. Het wordt tijdelijk bij het kloostertje geplaatst.

Het Mariabeeld dat in de Dommel werd gegooid (bron: G. Strijards, Woensel, een kerkgeschiedenis, per omnia saecula saeculorum, 's-Gravenhage, 2015)

Het Mariabeeld dat in de Dommel werd gegooid
(bron: G. Strijards, Woensel, een kerkgeschiedenis, per omnia saecula saeculorum, '
s-Gravenhage, 2015)


Maar daar trekt het bedevaart. De oproermakers gedogen dat niet. Het wordt in de Dommel gegooid. Het zakt met het Dommelwater uiterst langzaam af naar het westen, per getij vastrakend in de brede moerasboorden. Het arriveert in de schoepen van het Woenselse waterrad in 1850, want wonderen hebben tijd nodig. Daar wordt het opgevist door molenaar Johan Notten. De Moedermaagd, gestimuleerd, begint onmiddellijk haar heilzame interventies te herpakken en verricht wonderen bij het leven. Het staat nu te prijk in de Mariakapel in de Sint Petruskerk te Eindhoven.

De opstand richt zich tegen het oneerlijke fiscale systeem, waarbij boeren te hoge forfaitaire tienden moeten dokken terwijl geestelijkheid en adel vrijlopen. Ook in Mariënhage wordt daartegen gefulmineerd.

Later wordt die revolte hertaald in een godsdienstoorlog, ook al omdat vooral de aanhangers van Luther tegen deze heffingen te keer gaan, waaronder paters. Die hebben dus de rol van volksmenners aanvaard. Want de revolte richt zich tegen hun immuniteiten. Maar ze worden vaak dominee. Dus hun loopbaan wordt verbeterd.

Het Refugiehuis van Mariënhage in Den Bosch (foto: IJ.Th. Heins. Rijkdienst Cultureel Erfgoed 348.585; CC BY-SA 3.0)
Het Refugiehuis van Mariënhage in Den Bosch
(foto: IJ.Th. Heins. Rijkdienst Cultureel Erfgoed 348.585; CC BY-SA 3.0)

De huurlingen uit Holland kan het niets schelen. Ze leggen het kloostertje maar weer eens in as. De paters zoeken nu refugie in Den Bosch in het grote huis dat tegen de Sint Pieterskerk daar was aangebouwd. En ze beloven in 1583 dat ze zich voortaan netjes aan de stadswetten zullen houden. Ook de fiscale, mag men aannemen. Ze gaan er nog vanuit dat ze terugkeren. Naar Eindhoven.

De retorsietijd

De opstand is nu verworden tot een regelrechte burgeroorlog met afscheidingsdoelen: Holland wil dat de revolterende gewesten een defensie-alliantie vormen die uiteindelijk zal leiden tot een soevereine staat. Een belangrijk deel van de noodzakelijke strijd speelt zich af in De Kempen, waar menige slag wordt aangenomen. De gevechten golven heen en weer over de gehele streek van Meijerij en Kempen. Oprukkende troepen leggen brandschattingen op. De nadringende tegenpartij ook, en komt zij weer tot overwinningen, dan heft ze weer. Aanslag op aanslag, dat is een soort vergelding voor verondersteld verraad: de retorsie. De plattelanders worden gegijzeld, oogsten is onmogelijk en have nooit veilig. Vrouwen moeten zich verbergen. Verkrachtingen zijn aan de orde van de dag. De openbare orde is niet te handhaven. Beurtvaart is onmogelijk, kondschapsdiensten en postiljonverbindingen evenzeer. De Eindhovense kloosterlingen vernemen toch dat hun klooster vanaf Tongelre over de Dommel frontaal tot puin is geschoten. Ze besluiten in 1614 dat teruggaan geen optie is. Even, in 1629, komt een deputatie toch nog even logeren in de kloosterrestanten aan de achterzijde. Ze zijn geen blijvertjes. Wel hardnekkig.

Het vertrek van de congregatie naar Weert en Den Bosch

Woensel, binnen wiens jurisdictie het klooster viel, zag de conventualen ongaarne gaan. Het meende dat Mariënhage tot grote lotsbestemmingen geroepen was wegens de geleerdheid van menige priester. Het garandeerde het klooster andermaal de bijzondere bescherming vanwege de Prins van Oranje, een eigenaardige borg. Want die prins was immers protestants. Maar ook hij oordeelde dat wellicht een universiteit te stichten was, waarvan de roep reeds wassend was. Prior Joannes Boutmans verklaarde in 1646 dat toch niet meer te zien zitten. De kloosterlingen verhuisden naar Weert omdat ze daar de bescherming vanwege Vrouwe Magdalena van Egmont konden krijgen.

Klooster Mariënhage in 1738 (BHIC, 343-001353)
Klooster Mariënhage in 1738 (BHIC, 343-001353)

De Augustijnen zouden weer het kloostergebouw gaan bevolken in 1891, maar nu onder de hoede van de Provincie der Augustijnen die recentelijk zich in Nederland als rechtspersoon had gevestigd. Deze eremieten zouden hun Gymnasium Augustinianum tot grote hoogten verheffen met uitmuntende allumni zoals Dries van Agt en Hans Gruyters. Maar een universiteit was niet meer haalbaar, mede wegens de nieuwe wetgeving nopens het wetenschappelijk onderwijs die aan leraren en didactische logistiek uiterst kostbare eisen was gaan stellen.

Jezus Waaghals, glanzend verguld, prijkend op de spits van de toren der Heilig Hartkerk, gebood klooster, gymnasium en Eindhovenaren ook voor de twintigste eeuw gul zijn universele zegen.

Lees alle delen

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.