
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Diverse burgemeesters hebben dit mooie dorp mogen besturen. Wij als kinderen hebben ondanks oorlog en gemis van speelactiviteiten een mooie jeugd gehad.
Ook wij waren al hangjongeren. De ene keer zaten we op het erf van de boerderij tegenover ons (nu afgebroken en nieuwbouw), de andere keer voor onze woning of dan weer bij de bakker. We waren meestal met zes of zeven kinderen.
In het Heieind, nu Zevenbergseweg, waren veel kinderen. Iedereen kende elkaar en hulp werd geboden wanneer het nodig was. De burgemeester, pastoor, dokter en notaris waren de notabelen van het dorp. Voor een tandarts moest je nog naar Oss. Tandartsbezoek was minimaal. Ook hier heeft grote omslag plaats gevonden. Vele liepen met een half of rot gebit. Dat zie je nu niet meer.
De spannendste tijd was wel de periode van 1940-1945. Wij als kinderen hebben de zorgen die onze ouders hadden niet direct gevoeld. We hadden ons eten en drinken, zaten bij elkaar en haalde soms kattekwaad uit. Eens hebben we een zus van mij verstopt onder het gras. We lieten haar vreemde geluiden maken en riepen de buurman en vertelde hem dat er een vreemd dier onder het gras lag. Hij er op af met een vork en wilde het dier te lijf. Wij schreeuwde niet doen, niet doen. Hij droop af, wij lachen.
Zo ook bij de touwslager die naast ons woonde. Deze maakte touw voor de boeren om hun paarden op te tuigen. Het touw werd er door ons wel eens afgehaald voor springtouw of gewoon om iets vast te binden. Met mijn moeder liepen we ruim 8 km heen en 8 km terug om naar een speeltuin te gaan aan de Rijksweg in de Reek bij Schaijk. Voor tien cent mochten we daar dan een poosje in een schommel of op de wip en glijbaan. Mijn moeder had dan een fiets bij zich waar dan weer de één of de ander op mocht zitten.
Met Pasen gingen we naar Oma en Opa op de Koolwijk, paaseieren eten. We liepen dan met een hele familie, ooms, tantes, neven en nichten. Gezellig vonden we dat. Ook dit was een uurtje lopen. Na de kerkdienst op zondag gingen diverse mannen naar het café. Dronken liepen ze naar huis. Eens riepen we naar zo'n dronkaard “geef ons een gulden''. "Een steen in je nek kun je krijgen", was het antwoord. Dit ging allemaal in het dialect. Als het kermis was stonden er twee danstenten, hier gingen de jongelui dansen. Wij gluurde door het zeil.
Wat ook bijzonder was eind jaren veertig, dat ik met vijf neven in dezelfde klas zat van de school. Vele ooms en tantes woonde in hetzelfde dorp. Ieder had wel familie wonen in zijn buurt. Nu woont men door het hele land. Soms een zus of broer in de Randstad, dan weer ergens in Oost Brabant. De lagere school had ons niet veel te bieden. Je kon nauwelijks lezen en schrijven als je van school ging, eind jaren veertig. Enkelen gingen naar de Mulo in Oss. Jongens- en meisjesscholen had men in die tijd.
We hebben wat kolen geraapt tijdens de oorlogstijd. Ook bramen plukken en krootjes rapen (dennenappels) dit allemaal om het 's winters warm te hebben. De meesten hadden een eigen moestuintje, wij ook. Berghem was voor 99,9% Rooms Katholiek. Nu was er een politieman Parlefliet en een spoorwegbewaker Luchtmeijer en zijn vrouw die elders naar de kerk gingen. Heintje Luchtmeijer hield onze moestuin op orde. Hij lapte ook de klompen en schoenen als we die hadden.
Parlefliet was een prima man. Mijn moeder had een fiets die gevorderd werd. Ze ging naar Parlefliet en binnen een uur stond de fiets bij ons weer voor de deur. We hebben ook Engelsen ingekwartierd gehad. Zij namen de voorkamers in gebruik. Maar ook tijdens de bezetting controle van mensen die dachten dat wij iets te verbergen hadden: vlag, radio of onderduikers. Duizenden kisten munitie, vaten met benzine waren geplaatst in onze straten. Berghem was in september 1944 al bevrijd. Soldaten die echter bij Arnhem aan het front lagen, kwamen voor rust een poosje achter het front gelegerd. Hier hadden wij profijt van. Koekjes en chocolade vielen ons ten deel.
Natuurlijk waren we ook wel eens bang, vooral als je in de schuilkelder zat. Dan ging je fantaseren dat de Duitsers er aankwamen. Maar ook de duizenden bommenwerpers deden angstig aan. De ramen moesten lichtdicht gesloten zijn, 's avonds ging er een schot voor. De militairen hadden langs de weg schuilputten gemaakt. Ook daar hebben we wel eens in gezeten. Maar de zorgen die de ouders hadden ging ons voorbij.
We hadden een prima jeugd, die niet te vergelijken is met de huidige levensstandaard van de jeugd. Zakgeld kenden we niet. Radio, tv, auto waren er niet. Een paard en wagen, de fiets en zelf lopen waren onze vervoersmiddelen. Toch was het goed zo. Onze jeugd was niet slecht. Mogelijk heeft u aanvulling of een eigen belevenis uit deze jaren. Schrijf het op voor het nageslacht.