
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De meest bekende spelletjes waren stoepranden, knikkeren, landjepik, kattenlellen en haktollen. In dit deel gaat het over haktollen, landjepik en kattenlellen. Voor veel spelletjes was de strook zand met bomen tussen de weg en de stoeprand in de Vughtse Loyolalaan in Vught heel geschikt.
Dit spel kende twee ‘smaken’: een voor de jongens en een voor de meisjes. We kochten onze haktollen bij Doortje Sep in het dorp. Nu zit er in die voormalige winkel een restaurant. De meisjestol was een soort paddenstoel die door middel van een stokje met een koordje er aan draaiend werd gehouden.
De jongens hadden een ‘echte’ haktol. We draaiden een koord om de tol en wierpen dan de tol van ons af zodat die draaiend op zijn ijzeren punt op de grond kwam. De ‘stoere’ jongens onder ons vervingen die ijzeren punt door een spijker en probeerden dan de tollen van de meisje kapot te gooien.
Veel jongetjes hadden toentertijd een dolk. Per slot van rekening hadden Arendsoog en Old Shatterland er ook een. We tekenden een vierkant in het zand en zetten de ene kant van de dolk met zijn punt op een vinger en het andere uiteinde op een vinger van de andere hand. De bedoeling was door een draaiende neerwaartse beweging te maken de dolk staand in het zand en in de vierhoek terecht kwam. Je tekende dan in het vierkant de plaats aan. De spelregels ken ik niet meer. Wie weet dat iemand mij kan corrigeren of aanvullen.
Het edele spel, Kattenlellen genaamd, werd gespeeld door minimaal twee personen. Nodig zijn een stevig stokje van ongeveer 40 à 50 cm en een stokje van ongeveer 10 à 15 cm. Je maakte een gleuf in het zand en legde het kleine stokje dwars over de gleuf. Nu moest je met de grote stok de kleine zover mogelijk weg wippen of slaan. Je tegenstanders probeerden het kleine stokje op te vangen, zodat je uit was en de vanger jouw plaats als kattenleller in mocht innemen.
Werd het stokje niet opgevangen, dan telde je de afstand van het stokje naar de gleuf met de grote stok. Het aantal malen dat je je stok kon omwentelen tot aan de gleuf gaf het aantal punten aan dat je won. Tevens gaf het je het recht om naar een ‘hoger niveau’ te gaan. Het spel kende diverse niveau’s. Het eerste was het kleine stokje weg te wippen. Het tweede was het kleine stokje éénmaal op te lichten en te proberen het weg te meppen. Het derde was om het kleine stokje tweemaal in de lucht te houden en dan weg te meppen. Het vierde niveau was het stokje recht en iets uitstekend in de gleuf te leggen en te proberen het stokje iets op te wippen om het dan ver weg te meppen.
Spelgenot hoeft niet duur te zijn!
Foto: Jongens spelen met hun tol. Detail van een zogenaamde centsprent, c. 1834-1844. Bron: collectie Koninklijke Bibliotheek via Wikimedia (publiek domein)