De Tour van Tachtig, waarin Joop Zoetemelk de Ronde van Frankrijk op zijn naam schrijft. Waar namen als Jan Raas, Gerri Knetemann en Hennie Kuiper vrijwel altijd bij de eerste tien zijn terug te vinden. Het blijkt een vruchtbare bodem om een criterium te planten; het geboortejaar van de Draai van de Kaai.
De Volksronde in Roosendaal is al jarenlang een begrip als in 1980 het idee ontstaat mee te liften op de successen van de Nederlandse wielerhelden. En in Roosendaal hebben ze niet alleen verstand van wielrennen maar ook van handel. Als Joop Zoetemelk in 1980 wel wil komen voor 7500 gulden, weten ze daar de helft vanaf te dingen. Toch blijft de Kaai geliefd bij wielrenners, want er valt altijd wel iets te verdienen.
De eerste jaren weet 'de Draai' - vaste prik op de tweede maandag na de Ronde van Frankrijk - de groten van de Nederlandse wielertop te contracteren. Maar naar verloop van tijd verlegt zij de grenzen van haar jachtterrein en weet ze buitenlandse vedetten vast te leggen.
Het grote geld
Het is de tijd van het grote geld, met een budget van vijf ton. Aan Miquel Indurain hangt een prijskaartje van 50.000 gulden, en dan komt hij niet eens als eerste over de meet. Andere Tourmannen doen dat wel en drukken voor veel geld hun band als eerste over de streep op de Kade: van Michael Boogerd tot Lance Armstrong (die voor meer dan een ton zijn ronde wegtrapt).
Door de grote namen groeit de Draai verder. Met steeds meer festiviteiten om het wielerspektakel heen, waaronder optredens van Nederlandstalige artiesten. Maar vooral door hun eigenzinnige handelswijze, op zoek naar iets dat andere criteriums niet kunnen of willen bieden. De 40ste editie in 2019 wordt gewonnen door het fenomeen Mathieu van der Poel.
