vertelde op 14 februari 2008 om 16:30 uur
De meningen over de na-oorlogse architectuur zijn zelden vleiend. Lelijk, gehaast, goedkoop, strak, sober, grijs, beton. Sloop werd dan ook toegejuicht (‘weg met de flatneurose’), maar het tij begint te keren voor deze getuigen van de Wederopbouw – zegt 'Een Ons Brabant' met respect voor de mensen die toen de handen hebben laten wapperen.
Een werkelijke topper van Wederopbouwarchitectuur is het centraal station van Tilburg (de stad telt nog twee stations meer). Het ontwerp dateert van 1957. Het gebouw (nu een monument) werd op 16 november 1965 geopend. Zeer kenmerkend is het golvend dak, door de Tilburgse volksmond al snel het ‘kroepoekdak’ genoemd.
Diezelfde volksmond bedacht de ‘wasknijper’ voor de klokkentoren met carillon naast het station. Deze markante toren van dezelfde architect als het station (K. van der Gaast) is een oorlogsmonument.
De ‘wasknijper’ is gebouwd ter nagedachtenis van de gevallenen in de Tweede Wereldoorlog. Het carillon bestaat uit twaalf klokjes.
© Brabants Dagblad; Eerder gepubliceerd in Een Ons Brabant op 7 augustus 2007
Reageer op dit verhaal