Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Peelbelang onderzocht de mogelijkheid om barakken op te kopen om er een noodkerk van te bouwen. Uiteindelijk vond men een barak in Goes, die de inwoners gezamenlijk ophaalden. Intussen bakkeleiden de Provinciale Planologische Dienst en de inwoners nog over de plaats voor de kerk. Het verschil was ongeveer 600 meter...
De inwoners verloren het van de PPD, maar in ieder geval werd de Sint-Paulusnoodkerk in april 1951 ingezegend door deken Van Erp uit Wanroij, geassisteerd door twee priesterstudenten van eigen bodem, de gebroeders Verkuijlen. De noodkerk had nog geen tabernakel, waardoor er geen hosties konden worden bewaard. Omdat er dus geen “voorraad” aangehouden kon worden, bedacht de rector dat iedere gelovige voor de mis één cent in een bakje moest leggen, zodat hij precies wist hoeveel mensen er waren (en hoeveel hosties er dus geconsacreerd moesten worden).
Die “slimme” oplossing kon echter niet iedereen waarderen. Bij grote gezinnen kon het wel oplopen tot twaalf cent per keer en dat was te duur. De rector was echter niet voor één gat gevangen en verving de centen door steentjes die iedere bezoeker vanuit het ene in het andere sigarenkistje moest leggen. Voor kwajongens natuurlijk een goeie grap om de kistjes te verwisselen waardoor de priester met veel te veel of juist te weinig hosties zat!
Nu er een kerk was, werd het zaak een organisatie op poten te zetten. Ook hier speelde Peelbelang een belangrijke rol: eigenlijk vervulde de vereniging de functies van kerkbestuur, parochiebestuur, raad en alles wat er maar bij kwam kijken tegelijk. Hiermee bereidde de vereniging de weg voor naar een eigen Landhorster kerkbestuur. Ze regelde ook praktische zaken: elk gezin had recht op minstens één plaats in een kerkbank à raison van tien gulden per jaar.
In 1962 werd Landhorst een zelfstandige parochie. Rector Van der Velden werd de pastoor, die later ook voor de nieuwbouw verantwoordelijk werd. Want in 1969 kon de noodkerk verruild worden voor een definitief kerkgebouw, dat tegelijk als gemeenschapshuis functioneerde.
Opmerkelijk: terwijl in de rest van Nederland het kerkbezoek steeds verder terugliep, bleef de kerk in Landhorst vol. En even opmerkelijk: in 1979 kon de pastoor rustig op vakantie gaan, omdat parochianen zelf de gebedsdienst leidden. Het Bisdomblad zegt daarover: het zijn “mensen die bekend zijn, omdat zij vaak helpen bij de lezingen, de communie uitreiken of op een andere manier meewerken”.