
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
“en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.”
Hendrik Marsman, Herinnering aan Holland (1936)
De ligging van onze provincie ten opzichte van het water heeft zeker economische voordelen opgeleverd, maar brengt ook risico’s met zich mee. Kunnen we het ons voorstellen: Nederland zonder dijken? De helft van West-Brabant zou één watermassa worden en zelfs ‘s-Hertogenbosch zou aan zee liggen. Ten oosten van die stad zou het Maaswater reiken tot de lijn ’s-Hertogenbosch-Oss-Cuijk. En doordat Aa en Dommel hun water niet meer kwijt konden, zou een strook langs die rivieren tot de Belgische grens en de Peel overstroomd zijn.
Maar gelukkig zijn er wel dijken, al is de kans dat die zullen doorbreken niet overal gelijk. Bedraagt die kans in de Randstad 1:10.000 en in Zeeland 1:4.000, in West-Brabant is de kans groter: 1:2.000, en langs de Maas moeten ze het doen met 1:1.250. Aldus het risicoplaatje anno 2011. Maar ook bij deze cijfers blijven overstromingen dus tot de mogelijkheden behoren, zoals bleek in 1993 en ‘95. En een overstroming heeft onherroepelijk tot gevolg dat de bewoners van het getroffen gebied lijden onder het water.
Eeuwenlang zijn de overstromingsrisico’s vele malen groter geweest dan in de 21e eeuw. Stille getuigen van de talrijke rivierwatersnoden zijn de vaak pittoreske waterpartijen langs de Maasdijken, de wielen. Deze ontstonden na een dijkdoorbraak, waarbij het binnenstromende water metersdiepe kolken uitschuurde.
Die kolken waren zo diep, dat het loonde om de nieuwe dijk eromheen te leggen. Vandaar dus het kronkelend verloop van deze dijken.
De overstromingen langs de rivieren hebben zich eeuwenlang voorgedaan. De omvang, de schade en het aantal slachtoffers per waterramp waren niet zo hoog, maar vooral in de periode 1850-1930 braken de dijken wel regelmatig.
Doordat Noordoost-Brabant bovendien te kampen had met de Beerse Maas, afkomstig van de overlaten in het Land van Cuijk, werd de Maas steeds meer als een probleem gezien. Pas na een grootschalige aanpak van deze rivier werd het in deze streek een stuk veiliger.
Brabant heeft ook met grotere en rampzaliger waterrampen te kampen gehad, onder andere de Elisabethsvloed van 1421 en de Februariramp van 1953. In beide gevallen waren de watermassa’s afkomstig van de Noordzee. Ook van deze natuurrampen zijn de gevolgen nog zichtbaar, vooral in West-Brabant, de Biesbosch en het Land van Heusden en Altena.