Na enkele dagen drogen wordt de oogst van het veld gehaald, maar niet zoals in de Bijbel staat: “in schuren opgeslagen”. Er werd op de akker een mijt gezet. Als vervolg op het verhaal “Als de rogge twee kontjes hoog is”.
De gaffel werd in enkele gârven gestoken en op de platte wagen gelegd. Op de foto’s is ook het lange roggestro te zien. Vervolgens werd de geladen wagen meestal naar het begin van de akker gereden voor het oprichten van de mijt.
Hier rechts zijn Toon Rovers en zijn zoon Adriaan met het opladen van de oogst, een logé als begeleider van het paard. De plaatjes heb ik meer dan vijftig jaar geleden genomen op het buurtschap Maasstraat. Het is ondertussen woonwijk Hoog Zoggel genoemd.
Een mijt opzetten vraagt enige kennis. In een ronde vorm en hoe hoger des te breder in omtrek, tot ongeveer een meter hoogte en daarna weer taps tot een punt het dak (of pet) gevormd werd en verzwaard met een karrenreep. Om van de mijt af te komen werd de kersenladder gebruikt.
Het arenlezen werd in Brabant oogsten genoemd; het rapen van de verloren korenaren op het stoppelland. Het rapen van deze aren was vroeger alleen toegestaan aan de minst bedeelden en alleen nadat de akker leeg was. Dat was voor hen één keer per jaar gratis brood. (Dit beschrijft Bernard van Dam).
Het dorsen met de klepel in de wintermaanden op de ‘schuurnere’ gebeurde vóór mijn tijd. In het najaar werd door een loonwerker ter plaatse het koren gedorst of door de boer opgehaald, om het thuis met de manege of rosmolen van het graan te ontdoen. Het stoppelveld werd dan ondergeploegd.Of niet onder geploegd maar met spurrie ingezaaid en onder geëgd.
Sommige akkers die in het najaar met winterrogge ingezaaid waren reageert Piet Vissers uit Eerde (op 25-8-2012) bij het verhaal Over de “eegd.” Het veld bleef na de oogst onaangeroerd en de wortelen hadden kans op te groeien.
De gaffel werd in enkele gârven gestoken en op de platte wagen gelegd. Op de foto’s is ook het lange roggestro te zien. Vervolgens werd de geladen wagen meestal naar het begin van de akker gereden voor het oprichten van de mijt.
Het dorsen met de klepel in de wintermaanden op de ‘schuurnere’ gebeurde vóór mijn tijd. In het najaar werd door een loonwerker ter plaatse het koren gedorst of door de boer opgehaald, om het thuis met de manege of rosmolen van het graan te ontdoen. Het stoppelveld werd dan ondergeploegd.Of niet onder geploegd maar met spurrie ingezaaid en onder geëgd. 
