
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Maar er zijn ook enkele geallieerde bommenwerpers, op weg naar of op de terugweg van doelen in Duitsland, in Best gecrasht. De eerste was in 1941, de laatste twee kwamen neer toen Noord-Brabant al bevrijd was, in februari 1945.
Op 18 juni 1941 werd om 02.34 een Britse bommenwerper van het type Armstrong Whithworth Whitley V (registratienummer N1462, call sign GE-V) door de Duitse luchtafweer geraakt en vervolgens neergeschoten door een Duitse nachtjager. Het toestel stortte neer in Het Broek bij Best, zo’n 1.600 meter ten noorden van het raadhuis van Best en 175 meter ten oosten van de spoorlijn Eindhoven-Boxtel.
Het toestel van het 58 Squadron werd gevlogen door P/O Donald Fezard Walker (28), die met drie van zijn bemanningsleden, co-piloot Sgt. Ernest Edward Weldon (23), waarnemer Sgt. Fred Anthony (Tony) Hatton (20) en boordschutter Sgt. Duncan Rodger Black (20) de dood vond in het brandende wrak. Ze werden begraven in Woensel, graven JJ 21-24. De enige overlevende, radiotelegrafist Sgt. J.B. Jones, werd op korte afstand van het brandende wrak aangetroffen. Hij had beide benen gebroken en werd krijgsgevangen gemaakt.
Ook van de operatie Market Garden kreeg Best het een en ander te merken. Op 19 september 1944 stortte er een Amerikaanse C-47B Skytrain van het 435TCG/78Sq neer die een zogenaamde glider op sleeptouw had. De piloot, Maj. Charles K. Boyd, en zijn crew waren vertrokken vanaf Welford in Engeland met 48 andere C-47’s die allemaal gliders trokken om af te werpen in de buurt van Eindhoven. Het toestel van Majoor Boyd leidde deze groep, vandaar dat er een navigator aan boord was.
Niet ver van het punt waar de gliders ontkoppeld zouden moeten worden, kreeg het toestel een voltreffer door Flak. Er golfde rook uit de cockpit en het leek alsof alle ramen uit de cabine waren geblazen. Het vliegtuig maakte een steile duik en explodeerde volgens ooggetuigen. Diezelfde ooggetuigen zagen drie parachutes. Navigator 1st Lt. Albert Joseph Lambert jr., boordwerktuigkundige T/Sgt. Clifford Lee Bullen en radiotelegrafist Sgt. William Norman Roth waren op tijd gesprongen en landden veilig. Aan de grond werden ze krijgsgevangen gemaakt en overgebracht naar Dulag-Luft Wetzlar.
De twee piloten, Maj. Boyd en zijn copiloot Capt. Paul C. Joyslin, slaagden er echter niet in tijdig het vliegtuig te verlaten, dat explodeerde op het moment dat het tegen de grond sloeg; beide vliegers kwamen om. Boyd werd aanvankelijk in Son begraven, maar heeft nu zijn graf in de Verenigde Staten, op het Calcutta United Presbyterian Cemetery, Ohio. Capt. Paul C. Joyslin heeft zijn laatste rustplaats in Margraten, graf P 9 1.
Dan zijn er twee vermeldingen van neergestorte Lancasters, die alle twee op 8 februari 1945 rond dezelfde tijd (00.40 uur) in Best zouden zijn neergestort. Het zou gaan om een Lancaster III van het 83 Squadron, gevlogen door F/Lt. E.P. Weber en eenzelfde type van 97 Squadron, gevlogen door Lt. C.W. McGregor. Uit een rapport over deze botsing (want dat was het) uit Son, gedateerd 4 februari 1946, dus bijna een jaar na het noodlottige ongeval, blijkt dat het eerste toestel, de PB181 van 83 squadron in Son moet zijn neergekomen.
Het andere toestel, ND961 van 97 squadron, kwam inderdaad in Best neer, bij ’t Lisseven. De bemanning van dit laatste vliegtuig was nogal gemengd samengesteld. De piloot Lt. Charles William McGregor was van de South African Air Force, de bommenrichter F/Lt. Robert Cecil Smalley (30) van de RCAF. De overige vijf bemanningsleden waren allemaal in dienst van de RAF. Dat waren bommenrichter F/Lt. Gerard Stansfield Johnson (23, onderscheiden met het Distinguished Flying Cross met ‘bar’); boordschutter Sgt. David Strang Lennie (19); navigator F/O Arthur Joseph Norton (22); boordwerktuigkundige Sgt. Jonathan Shield (22) en boordschutter F/Sgt. Percival George Cannon (34). Behalve de Canadees, die in Groesbeek werd begraven (graf XV D 12), liggen zij allen in Woensel, graven RR 25-30 en RR 61.
Inmiddels heeft de Erfgoed vereniging “Dye van Best” een monument onthuld bij de plaats Hokkelstraat, Best waar op 18 Juni 1941 een Whitley bommenwerper crashte en het leven koste aan vier bemanningsleden.
Dit is nauwe samenwerking met Dhr Jan Vogels en Ad van Zantvoort beidde initiatiefnemers voor het monument en dank aan Wethouder Marc van Schuppen, en aan allen die het mogelijk maakten om
dit monument te realiseren. Hiervan heeft Ad ons ook een foto toegestuurd (waarvoor onze dank!):