Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De geallieerde vliegtuigen waren heel vaak bommenwerpers die bij bombardementsmissies op doelen in Duitsland geraakt werden door Duits afweergeschut (de zogenaamde Flak) of onderschept werden door Duitse jachtvliegtuigen (vooral ’s nachts, tijdens de zogenaamde Nachtjagd).
Wij gaan proberen de verhalen achter al deze crashes te achterhalen met behulp van iedereen die ofwel zélf nog herinneringen heeft of de verhalen gehoord heeft van eerdere generaties. Soms is er al veel bekend, soms wat minder.
Dit dorp heeft zijn eigen bijzondere geschiedenis in dit opzicht. Daar zijn vooral vliegtuigen neergestort ná de bevrijding van Noord-Brabant in september/oktober 1944.
Zo stortte op 5 oktober 1944 bij het vliegveld een Spitfire IX (MK612) van 126 Wing neer. En op 1 januari 1945 kwam een Duitse jager, een Focke Wulf Fw 190A-8 (werknummer 737405) van het 4./JG 6 met aan het stuur Uffz. Karl Fries (23), neer bij De Rips. Fries overleefde deze crash niet. Hij ligt begraven op de begraafplaats Ysselsteyn, graf TD-4-45.
Op diezelfde nieuwjaarsdag stortten er bij De Rips nog twee Hawker Typhoons neer. De eerste (MN589) kwam om 09.30 uur neer. Deze werd gevlogen door F/O Samuel Angelini van het 439 Squadron RCAF. De piloot overleefde het ongeluk niet. Hij ligt begraven op de Canadese erebegraafplaats in Groesbeek, graf XV D 7.
De tweede Typhoon (EK497) crashte ’s middags rond 15.00 en werd gevlogen door F/O Donald Webber (31) van het 183 Squadron. Ook hij overleefde het niet. Hij ligt begraven op het oorlogskerkhof van Venray, graf 7 F 3.
In de nacht van 20 op 21 februari 1945 kwamen er maar liefst twee bommenwerpers naar beneden. Om 21.11 crashte bij de boerderij Gertrudahoeve een Lancaster III (NE165) van het 83 Squadron, gevlogen door Group Captain Anthony Caron Evans-Evans (43), onderscheiden met het Distinguished Flying Cross. Hij ligt begraven op het oorlogskerkhof in Mierlo, graf 8 D 5.
Naast hem liggen zijn andere bemanningsleden: bommenrichter F/Lt. William Cross Fitch, eveneens drager van het DFC en bovendien van de George Medal (8 D 6); navigator S/Ldr. William Geoffrey Wishart (22), onderscheiden met de Distinguished Service Order en drager van het DFC met ‘bar’ (8 D 7); boordwerktuigkundige F/O Sidney Marsh (8 D 8); boordschutter F/O Clifford Coombes (22) (8 D 9); radiotelegrafist/boordschutter F/Sgt. Richard James Takle (27) (8 D 10) en navigator F/O Desmond Arthur John William Ball (24), onderscheiden met de Distinguished Flying Medal (8 D 11). Alleen boordschutter P/O E.H. Hansen heeft de crash overleefd.
Ruim drie kwartier later stortte een Short Stirling IV (LJ894) neer in de Vinkenpeel bij de Roelvinklaan. Dit vliegtuig werd bestuurd door W/Cdr. Maurice William L'isle La V. Baker (33) van 196 Squadron. De piloot zelf kwam om bij de crash, net als F/Sgt. John Robert Gordon (21). Beiden liggen begraven op het oorlogskerkhof van Mierlo, respectievelijk in graf 8 D 13 en 8 D 12. De vier andere bemanningsleden, boordwerktuigkundige F/Sgt. H.A. Turner, navigator F/Lt. G.W. Fairhall, bommenrichter P/O A. Evans en radiotelegrafist/boordschutter F/Sgt. R. Butler, hebben het overleefd.
In Gemert zelf zijn alleen Duitse jachtvliegtuigen neergestort. Op 19 november 1940, om 23.20, stortte een Junkers Ju 88A-5 (werknummer 6148) van 3./KG 30 neer.
Daarna gebeurde er heel lang niets meer, totdat op 21 juli 1944 om 01.28 opnieuw een Junkers Ju 88G-1 van 8./NJG 2 naar beneden kwam. Piloot en boordschutter overleefden de crash, maar radiotelegrafist Ogfr. Bernhard Schulz (19) kwam om. Hij ligt begraven op de Duitse militaire begraafplaats Ysselsteyn in Venray, graf AA-4-76.
Op dezelfde dag dat er een Duitse Focke Wulf neerstortte in De Rips (1 januari 1945), alleen een kwartier eerder, om 09.15 namelijk, crashte in ‘t Broek een Messerschmitt Bf 109G-10 (werknummer 490704) van 9./JG 6, neergeschoten door een Tempest van het 3 Squadron RAF. De piloot, Uffz. R. Schlossborn werd krijgsgevangen gemaakt.
Op 21 juli 1944 stortte om 01.28 uur aan het einde van de Ossenkappelweg een Avro Lancaster I (LL779) neer van het 101 Squadron, gevlogen door F/O Jack Arthur Harvey (RCAF). Alle bemanningsleden kwamen daarbij om. Harvey ligt begraven op Woensel, in hetzelfde graf als zijn boordwerktuigkundige Sgt. John Purcell Irvine (23), navigator F/Sgt. William Osadchy (22) en radiotelegrafist/boordschutter Sgt. John Lyle Sime (20). Dat collectieve graf is KK.106. In de graven daarnaast liggen respectievelijk boordschutter Sgt. Frederick Robert Loveridge (20)(KK.108); radiotelegrafist Sgt. William James Cooper (19) (KK.109) en boordschutter Sgt. Alexander Wilson (23) (KK.110). Het achtste bemanningslid was bommerichter Sgt. Ingval Millar Hanon (22) (RCAF). Hij ligt begraven op de Canadese erebegraafplaats Groesbeek, graf XVI B 5..
Op 8 februari 1945 crashte om 10.15 bij de Rooiseplas F/O J. de Bruyn met zijn Hawker Typhoon IB (MN360) van het 609 Squadron. Gezien zijn naam zou de piloot een Nederlandse vlieger geweest kunnen zijn, maar was dat ook zo? Met dank aan Ruud Wildekamp weten we nu dat het een Belgische officier is geweest, die die ochtend van Gilze Rijen was opgestegen voor een gewapende verkenningsvlucht. Tijdens een aanval raakte zijn toestel beschadigd, maar De Bruyn overleefde de crash.
We hopen dat iemand die meer van deze crashes weet, deze vraag en mogelijke andere vragen weet te beantwoorden en dat met ons wil delen.