skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg

Neergestorte vliegtuigen in Helmond 1940-1945

Rien Wols
Rien Wols Bhic
vertelde op 1 mei 2017
bijgewerkt op 8 mei 2019
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn er boven Nederland zo’n 6.000 militaire vliegtuigen neergestort. Ruim 1.000 daarvan zijn er in Noord-Brabant terecht gekomen. Dan gaat het zowel om geallieerde (Britse, Amerikaanse en Canadese vliegtuigen met bemanningen die uit nog veel meer nationaliteiten bestonden) als Duitse vliegtuigen.

De geallieerde vliegtuigen waren heel vaak bommenwerpers die bij bombardementsmissies op doelen in Duitsland geraakt werden door Duits afweergeschut (de zogenaamde Flak) of onderschept werden door Duitse jachtvliegtuigen (vooral ’s nachts, tijdens de zogenaamde Nachtjagd).

Wij gaan proberen de verhalen achter al deze crashes te achterhalen met behulp van iedereen die ofwel zélf nog herinneringen heeft of de verhalen gehoord heeft van eerdere generaties. Soms is er al veel bekend, soms wat minder.

Boven Helmond is het in de jaren 1940-1945 een lange tijd betrekkelijk rustig geweest. Dat veranderde toen er ruim een maand na de bevrijding van Helmond luchtafweergeschut van de geallieerden werd opgesteld rond de stad. Het was de Britse 100e Anti Aircraft Brigade van de Royal Artillery die in de regio het luchtruim moest beveiligen. Nog meer luchtafweer verscheen er bij de aanleg van het geallieerde vliegveld B.86 Helmond, dat ondanks de naam niet in het toenmalige Helmond lag, maar bij Rijpelberg in de gemeente Bakel en Milheeze. Half oktober 1944 werd begonnen met de aanleg, en nog voordat het vliegveld echt klaar was, kwam het eerste RAF Squadron al naar Rijpelberg. Vanaf eind november 1944 tot begin mei 1945 zijn er in totaal 22 Duitse en geallieerde vliegtuigen neergestort, meestal in relatie tot het vliegveld. 

Messerschmitt Me-262aHet begon op 28 november 1944 met een aanval van een aantal Messerschmitt Me 262 A-2a straalvliegtuigen van 3./KG 51, een Duitse bommenwerpereenheid. Laag over de stad vliegend vielen ze rond 10.40 uur het vliegveld in aanleg aan. Hun bommen kwamen niet goed terecht en richtten dus weinig schade aan. De kanonniers van het vliegveld slaagden erin één Messerschmitt (werknummer 170122) zo te raken dat hij brandend neerstortte achter de boerderij Mariahof aan de Geremtseweg. De piloot, Hptm. R. Rösch, kwam daarbij om. Het is niet bekend waar hij is begraven.

Messerschmitt Bf-109G14Op 1 januari 1945 begon de grootschalige Duitse Operatie Bodenplatte. De Luftwaffe zette bij deze actie tegen vliegvelden in Nederland, België en Frankrijk grote aantallen (jacht)vliegtuigen in. Voor een aantal Duitse jagers die de vliegvelden van Eindhoven en Volkel hadden aangevallen (of moeten aanvallen), voerde de terugweg over Helmond. En opnieuw was de luchtafweer alert. Ondanks dat de Duisters erg laag vlogen, waardoor het lastig was de Boforskanonnen effectief te gebruiken, werden er rond half tien ’s ochtends twee jagers ten NNW van Helmond neergehaald. Het waren de Messerschmitts Bf 109G-14 van Lt. H-U. Jung van 10./JG 3 en Maj. H. Kühle van Stab III/JG 6. (Bron: Ruud Wildekamp, “De luchtverdediging rond Helmond 1940-1945”. In: Helmonds Heem nr. 18 (2012), p. 12-19). In feite blijkt Lt. Jung neergekomen te zijn in Aarle-Rixtel bij de Schevelingen (zie de commentaren van Joop Hendrix en Jaap Woortman bij het verhaal over Aarle-Rixtel).

Vliegers van het 182 Squadron lijmen krantencartoons op een droptank van een Typhoon, 1945In de maanden daarna kwamen er alleen nog maar geallieerde vliegtuigen op of in een straal van enkele kilometers rond het vliegveld neer: gecrasht dan wel in een poging een noodlanding te maken. Het is logisch dat het om vliegtuigen van een beperkt aantal squadrons ging: de meeste jachtvliegtuigen vlogen rond ter ondersteuning van de geallieerde opmars in Duitsland.

Een korte opsomming, op basis van het Verliesregister: op 14 januari 1945 een Typhoon IB (registratienummer PD450, call sign XM- ) van 182 Squadron, gevlogen door W/O R. Lockyer. Op 8 februari 1945, om 09.30, opnieuw een Typhoon IB (registratienummer MN344, call sign TP-Q), ditmaal van 198 Squadron, gevlogen door F/Lt. G.S. Chalmers. Twee dagen later, op 10 februari 1945, kwamen er twee jachtvliegers ongelukkig op het vliegveld neer: F/Lt. J.D. Derry met zijn Spitfire IX van het 181 Squadron en W/O B. Propas met zijn Typhoon IB (registratienummer PD564, call sign 5V-M) van het 439 Squadron.

Hawker TempestOp 14 februari 1945 crashte om 10.20 uur S/Ldr. R.B. Cole met zijn Tempest V (registratienummer EJ645, call sign JF- ) van 3 Squadron op het vliegveld en op 23 februari 1945 stortte om 10.50 uur F/Sgt. R.F. Whicker van 182 Squadron 5 kilometer ten ZZO van Helmond neer met zijn Typhoon IB (registratienummer MN422, call sign XM- ). Op de laatste dag van februari, de 28e, crashlandde er een Spitfire IX van 331 Squadron op het vliegveld. Wie de piloot was, weten we niet.

Martin, B-26 MarauderMaart 1945 werd een drukke maand wat betreft crashes en crashlandingen: maar liefst zeven vliegtuigen, waaronder nu ook twee Amerikaanse bommenwerpers kwamen neer op of nabij het vliegveld. Op 5 maart kreeg de Poolse piloot F/Lt. S.J. Litak van 316 Squadron motorproblemen met zijn Mustang III (registratienummer FX925, call sign SZ-U). Hij stortte neer in de buurt van Helmond en overleefde dat niet. Hij ligt begraven op de Algemene Begraafplaats Woensel, graf RR 43.

Ook de noodlanding die een Martin B-26G Marauder bommenwerper (registratienummer 43-34218) van 1st. Pathfinder Squadron op 21 maart op Helmond moest maken, liep niet voor iedereen goed af. Het toestel was door Flak geraakt, maar piloot 1st Lt. R.W. Miller wist het toestel aan de grond te zetten. Bijna alle leden van de bemanning overleefden die landing, met uitzondering van de radiotelegrafist T/Sgt. R.J. Fitzgerald. Die overleed en ligt nu begraven op de Amerikaanse erebegraafplaats in Margraten, graf N 3 11.

op 25 maart was het maar liefst drie keer raak: om 09.50 uur kwam S/Ldr. J.H. Bryant van 247 Squadron neer met zijn Typhoon IB (registratienummer RB225, call sign ZY- ). Om 13.35 uur was het de beurt aan zijn collega F/Lt. D. Compton van hetzelfde squadron, eveneens met een Typhoon IB (registratienummer RB344, call sign ZY- ) en tenslotte om 18.45 uur, op zo’n 15 kilometer ten oosten van Helmond, crashte F/Lt. D.K. Lovell van 182 Squadron, opnieuw met een Typhoon IB (registratienummer MP172, call sign XM- ).

B-17 Flying FortressDe volgende dag, 26 maart, kwam F/Sgt. E.D. Milliken van 181 Squadron twee kilometer ten NO van het vliegveld neer met opnieuw een Typhoon IB (registratienummer JR337, call sign EL-W). En aan het eind van de maand, op de 30e, crashlandde er opnieuw een Amerikaanse bommenwerper op het vliegveld, namelijk de B-17G (registratienummer 43-37900, call sign YB- ) van 351BG/508BS, gevlogen door Lt. H.J. Marschalk. De negenkoppige bemanning overleefde het met zijn allen.

In april waren het vier jachtvliegtuigen die ongelukkig op of in de buurt van het vliegveld aan de grond kwamen. Op 5 april waren dat er meteen twee: om 10.00 uur crashte Sgt. A.W. Brooks van 247 Squadron met zijn Typhoon IB (registratienummer MN585, call sign ZY-H) en om 15.50 uur was dat W/O L.W. Freeman van 56 Squadron met een Tempest V (registratienummer EJ761, call sign US-V). Het is overigens ook mogelijk dat Freeman een noodlanding zou hebben gemaakt ten oosten van Ysselsteyn, dus veel verder van het vliegveld vandaan. Op 10 april was het weer een Typhoon IB (registratienummer SW427), nu van Sgt. I. Cameron van 182 Squadron.

Bristol BeaufighterOp 19 april crashte F/Lt. Petersen van 1 Squadron met zijn Spitfire IX (registratienummer NH290, call sign JX- ). En als allerlaatste, op 3 mei 1945, crashte om 19.40 uur W/C D.L. Cartridge van 254 Squadron met een Bristol Beaufighter X (registratienummer RD456). Dit was een bommenwerper die ook als jachtvliegtuig kon worden ingezet en met name uiterst effectief was tegen schepen.

Zo hadden toestellen van onder andere ditzelfde 254 Squadron nog in maart 1945 in slechts twee dagen tijd vijf Duitse onderzeeërs tot zinken gebracht. De crash op vliegveld B.86 Helmond moet dan ook wel een noodlanding geweest. Persoonlijke ongelukken hebben zich bij al die crashes of breuklandingen verder niet voorgedaan.

Reacties (1)

Jeroen Koppes zei op 19 juli 2021 om 07:20
Jullie geven in een reactie op de neergestorte vliegtuigen in Aarle-Rixtel aan dat jullie zo veel mogelijk de grenzen aanhouden zoals die in de oorlog waren. Dat zou betekenen dat de crash van Litak in maart 1945 naar de lijst van Bakel moet. Hij crashte ten noorden van de Aa bij Dierdonk in een gebied wat toen Bakel was (net als heet Dierdonk in die tijd).

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.
Doe mee en vertel jouw verhaal!