Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn er boven Nederland zo’n 6.000 militaire vliegtuigen neergestort. Ruim 1.000 daarvan zijn er in Noord-Brabant terecht gekomen. Dan gaat het zowel om geallieerde (Britse, Amerikaanse en Canadese vliegtuigen met bemanningen die uit nog veel meer nationaliteiten bestonden) als Duitse vliegtuigen.
De geallieerde vliegtuigen waren heel vaak bommenwerpers die bij bombardementsmissies op doelen in Duitsland geraakt werden door Duits afweergeschut (de zogenaamde Flak) of onderschept werden door Duitse jachtvliegtuigen (vooral ’s nachts, tijdens de zogenaamde Nachtjagd).
Wij gaan proberen de verhalen achter al deze crashes te achterhalen met behulp van iedereen die ofwel zélf nog herinneringen heeft of de verhalen gehoord heeft van eerdere generaties. Soms is er al veel bekend, soms wat minder.
Op 17 juni 1944 stortte om 01.53 uur een Avro Lancaster III-bommenwerper van het 101 Squadron neer net ten noordoosten van het vliegveld Volkel. De piloot van het toestel LM474 (SR-X2) was F/O Gordon George Welch (21) (RCAF). Hij kwam om bij deze crash, net als zijn boordschutter Sgt. Willard Vernon Ireland (19); zijn radiotelegrafist en boordschutter Sgt. Ronald H. James (28) en zijn boordschutter P/O John Shaw Winder (22). Behalve James, waren het allemaal Canadezen. Deze vier gesneuvelden liggen begraven op het oorlogskerkhof in Uden, graven 3 I 3; 5 C 10; 5 C 11 en 5 C 13.
Bommenrichter F/O David Kenneth Adair van 101 squadron ligt begraven op het Canadese oorlogskerkhof in Groesbeek (graf XVII A 9). Ook hij moet deel hebben uitgemaakt van de bemanning, aangezien er maar één Lancaster van 101 squadron op 17 juni 1944 verloren is gegaan.
De overige bemanningsleden, boordwerktuigkundige Sgt. B. Towsf, navigator F/O D.T. McKillop (RCAF) en radiotelegrafist / boordschutter Sgt. P. West overleefden de crash en werden krijgsgevangen gemaakt.
Deze gecrashte Lancaster maakte deel uit van een aanval op Sterkrade met 321 vliegtuigen, waarvan er in totaal 32 verloren gingen. Verspreid over Nederland liggen er 114 geallieerde vliegeniers begraven die die nacht zijn gestorven. In Noord-Brabant liggen er 29.
Op 21 september 1944 stortte een Dakota III (KG579, call sign I2-AS) van het 48 squadron neer te noorden van de oude Duitse hangar op het vliegveld Volkel. De Dakota was op de terugweg van een bevoorradingsvlucht naar de Britse troepen bij Arnhem, toen hij werd neergeschoten door Duitse jagers. De beide piloten kwamen daarbij om het leven. P/O David Arthur Webb (22) en F/Sgt. Denis Harry Ralph Plear (26) delen een graf (graf 1) op het rk kerkhof van Zeeland.
Aan boord was ook nog een zogenaamde air dispatcher. Deze, Lance Corporal James Pilson (20) kwam eveneens om, net als de radiotelegrafist P/O Gordon Birlison (27). Deze laatste was uit het toestel gesprongen, maar werd hangend aan zijn parachute beschoten door Duitse jagers. Kort na zijn landing tussen Zeeland en Langenboom is hij aan zijn verwondingen overleden en uiteindelijk begraven op het Oorlogskerkhof te Uden, graf 1 I 13. Daar ligt ook Pilson, in graf 1 H 5.
Op 3 maart 1945 moest F/Sgt. R.J. Farmiloe om 14.30 uur een noodlanding maken met zijn Hawker Typhoon IB MP113 van het 197 Squadron als gevolg van motorstoring. Aangezien deze piloot waarschijnlijk op 11 november van dat jaar is overleden, nemen we aan dat hij deze crash heeft overleefd.
Mochten er nog mensen zijn in Zeeland die meer weten van deze of andere crashes en die kennis met ons willen delen, dan zijn zij hierbij van harte uitgenodigd.
Op 17 juni 1944 stortte om 01.53 uur een Avro Lancaster III-bommenwerper van het 101 Squadron neer net ten noordoosten van het vliegveld Volkel. De piloot van het toestel LM474 (SR-X2) was F/O Gordon George Welch (21) (RCAF). Hij kwam om bij deze crash, net als zijn boordschutter Sgt. Willard Vernon Ireland (19); zijn radiotelegrafist en boordschutter Sgt. Ronald H. James (28) en zijn boordschutter P/O John Shaw Winder (22). Behalve James, waren het allemaal Canadezen. Deze vier gesneuvelden liggen begraven op het oorlogskerkhof in Uden, graven 3 I 3; 5 C 10; 5 C 11 en 5 C 13. 
Op 3 maart 1945 moest F/Sgt. R.J. Farmiloe om 14.30 uur een noodlanding maken met zijn Hawker Typhoon IB MP113 van het 197 Squadron als gevolg van motorstoring. Aangezien deze piloot waarschijnlijk op 11 november van dat jaar is overleden, nemen we aan dat hij deze crash heeft overleefd. 
