Op en rond het vliegveld Fliegerhorst Eindhoven zijn in de loop van de oorlogsjaren veel militaire vliegtuigen (en mensenlevens) verloren gegaan. Luchtafweerschut, aanvallen door de geallieerden, vliegtuigen die beschadigd waren en nog net de landingsbaan probeerden te halen, motorstoringen bij het opstijgen of landen. En soms kwamen vliegtuigen ook met elkaar in botsing...
Zo leidde op 17 maart 1943 een motorstoring bij de start tot het neerstorten van een Junkers Ju W.34 hi (werknummer 2819) van Stab II/KG 2. Persoonlijke ongelukken deden zich daarbij niet voor. Op 21 maart kwamen twee Focke Wulfs Fw 190A-4 van IV/JG met elkaar in botsing (werknummer 06034 en werknummer 61210) en stortten in de buurt van Eindhoven neer.
Op 6 april raakte de piloot van de Messerschmitt Bf 109G-4 (nr. 19391) van II/JG 1 faliekant gedesoriënteerd en stortte neer op het vliegveld. Op 22 juli daarop kreeg een Dornier Do 217M-1 (nummer 6052) van 2./KG 2 (met Welschap als thuisbasis) te maken met motorproblemen. Hij stortte zo’n 8 kilometer ten zuiden van Eindhoven neer.
Op 18 augustus probeerde een Dornier Do 217M-1 (werknumer 56056) van 2./KG 2 om 00.55 uur op zijn thuisbasis te landen. Hij had motorschade opgelopen als gevolg van een beschieting door een Duitse mijnenveger. De noodlanding leidde tot zo’n 60% vernieling van het toestel en de dood van één bemanningslid, waarnemer Uffz. H. Brender. Piloot Lt. B. Söhlmann, radiotelegrafist Ogfr. P. Grundmann en boordschutter Uffz. G. Ganzer kwamen er met verwondingen van af. Brender heeft zijn laatste rustplaats gevonden op de Duitse militaire begraafplaats Ysselsteyn in Venray, graf CL-2-48.
Op 24 september, om 20.44 uur, stortte opnieuw een Dornier Do 217M-1 (werknummer 40734) van 2./KG 2 neer als gevolg van mankementen in de bediening. Waarnemer Uffz. G. Beckeszus overleefde de crash niet: hij ligt op Ysselsteyn, graf AA-3-56. De andere bemanningsleden, piloot Uffz. A. Schaible, radiotelegrafist Uffz W. Fritsche en boordschutter Uffz A. Glück kwamen er met verwondingen van af.
Op 4 december om 14.55 uur werd een Dornier Do 217M-1 (nummer 56096) van 3./KG 2 neergeschoten door een geallieerd jachtvliegtuig. De bommenwerper slaagde erin een crashlanding te maken op het vliegveld, waarbij piloot Hptm. W. Kunze en waarnemer Uffz. H. Eckel gewond raakten. Radiotelegrafist Ofw. Hadan bleef ongedeerd.
Op 20 december ten slotte stortte bij Eindhoven een Spitfire LF.IX (registratienummer EN629) van 401 Squadron neer. Piloot F/O R.J. Buckles van de RCAF was in de buurt van Lille in een gevecht met een Junkers Ju 88 door tegenvuur geraakt en moest uiteindelijk in de buurt van Eindhoven een noodlanding maken. Hij werd krijgsgevangen genomen.
Zo leidde op 17 maart 1943 een motorstoring bij de start tot het neerstorten van een Junkers Ju W.34 hi (werknummer 2819) van Stab II/KG 2. Persoonlijke ongelukken deden zich daarbij niet voor. Op 21 maart kwamen twee Focke Wulfs Fw 190A-4 van IV/JG met elkaar in botsing (werknummer 06034 en werknummer 61210) en stortten in de buurt van Eindhoven neer.
Op 18 augustus probeerde een Dornier Do 217M-1 (werknumer 56056) van 2./KG 2 om 00.55 uur op zijn thuisbasis te landen. Hij had motorschade opgelopen als gevolg van een beschieting door een Duitse mijnenveger. De noodlanding leidde tot zo’n 60% vernieling van het toestel en de dood van één bemanningslid, waarnemer Uffz. H. Brender. Piloot Lt. B. Söhlmann, radiotelegrafist Ogfr. P. Grundmann en boordschutter Uffz. G. Ganzer kwamen er met verwondingen van af. Brender heeft zijn laatste rustplaats gevonden op de Duitse militaire begraafplaats Ysselsteyn in Venray, graf CL-2-48.
Op 20 december ten slotte stortte bij Eindhoven een Spitfire LF.IX (registratienummer EN629) van 401 Squadron neer. Piloot F/O R.J. Buckles van de RCAF was in de buurt van Lille in een gevecht met een Junkers Ju 88 door tegenvuur geraakt en moest uiteindelijk in de buurt van Eindhoven een noodlanding maken. Hij werd krijgsgevangen genomen.
