Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Sijntje vooraan, in het midden in donkere jurk met strikje
Francisca is haar doopnaam als zij op 6 januari 1879 wordt geboren maar iedereen kent haar als Sijntje. Mogelijk dat daardoor wat onduidelijkheid ontstaat over haar doopnaam want die gaat in de loop der jaren al snel de boeken in als Francina.
Sijntje wordt geboren, om acht uur ’s avonds op Driekoningen. Haar vader is Cornelis van de Wetering, een 31-jarige klompenmaker uit Beek en Donk en haar moeder is Petronella Schellekens een 25-jarige huisvrouw. Samen heeft het echtpaar al twee dochtertjes. Het jonge gezin krijgt met de geboorte van hun derde dochter ook een zware klap te verwerken want Sijntje is er een van een tweeling, maar het andere kindje wordt doodgeboren. Een paar maanden na de geboorte van Sijntje verhuist het gezin naar Sint-Oedenrode.
Het echtpaar krijgt daarna nog vijf kinderen waarvan er drie niet het eerste levensjaar halen. De laatste dochter, Hendrika, komt ter wereld op 4 juni 1889. Ze is nog maar een paar maanden oud als vader Cornelis op 42-jarige leeftijd overlijdt. Petronella staat er alleen voor met haar kinderen. Het heeft ongetwijfeld invloed gehad op de jeugd van de jonge Sijntje.
De eerste foto van haar (helemaal bovenaan) zien we op haar dertigste; gemaakt tijdens een feest ter ere van de geboorte van prinses Juliana (in 1909). Zwarte jurk, decoratie op de borst, serieus kijkend. Zoals álle vrouwen op de foto, en dat heeft vermoedelijk alles te maken met de lange tijd dat het gezelschap stil moest staan om te poseren voor de foto. Hoe Sijntje werkelijk in het leven heeft gestaan, weten we dankzij het werk van Ria van Laarhoven, vrijwilliger Sint Paulusgasthuis, waar Sijntje lange tijd heeft gewoond. Ria heeft anderhalf jaar onderzoek gedaan naar de vroegere bewoners van het Sint-Paulusgasthuis.
In een reglement van het gasthuis uit 1913 staat dat "vrouwen te St. Oedenrode geboren, minstens 40 jaren oud, een goed verleden hebbende en ongehuwd of weduwe zonder kinderen zijnde" worden toegelaten. De bewoonsters moeten wel de mis bijwonen of als zij daartoe niet meer in staat zijn, de rozenkrans bidden voor de stichters. Uit de notulen van 12 maart 1926 – opgespoord door onderzoekster Willie Damen-van de Mosselaer - blijkt dat er wordt gestemd voor de aanwijzing in het gasthuis en dat onze Francina zeven stemmen krijgt (en daarmee koploper is).
Later lezen we dat ook bewoners worden toegelaten die niet in Sint Oedenrode zijn geboren, maar voorzien zijn van een ontlastbrief van de gemeente waaruit ze kwamen. (Sijntje is geboren in Beek en Donk). Ook het begrip “weduwe zonder kinderen” wordt aangepast als “weduwe zonder nog thuis wonende kinderen”.
Bovendien wordt er aan toegevoegd dat de dames van “ onbesproken zedelijk gedrag “ moeten zijn, en zich hebben onthouden van straatloperij en bedelarij.
Foto uit collectie Jo van der Kaaij |
Ria van Laarhoven heeft met mensen gesproken die Sijntje nog zelf hebben gekend en kenschetst haar als een vrijgezel die altijd bereid was om iedereen te helpen. Ze was een vrouw van de tijd, ze kon lezen, schrijven en rekenen. Soms droeg ze een ‘daags mutsje’.
In haar woning in het gasthuis stond een tafel met twee stoelen, een kast met bovenin glasdeurtjes waar gordijntjes voor hingen, een eenpersoonsbed en een gemakkelijke stoel.
Rechts van de achterdeur was een soort aanrechtje (zonder kraan) met een lampetstel voor de dagelijkse wasbeurt. Water moest buiten worden gehaald. Daar was een gezamenlijk aanrecht waar de bewoners koud water konden halen.
In haar jonge jaren deed Sijntje regelmatig naaiwerk voor grote gezinnen. Kleren en linnengoed werden versteld, sokken gestopt.
Tegenover het Sint Paulusgasthuis stond restaurant Terminus. Daar hielp ze regelmatig om te poetsen, aardappels te schillen voor het restaurant en de afwas te doen na een koffietafel. Ze hoorde dan meteen de laatste nieuwtjes uit het dorp. Het voelde alsof ze daar thuis was. Zo kreeg ze elke ochtend thee op bed met twee witte boterhammen met suiker. Ook de warme maaltijd werd dagelijks gedeeld. Sijntje paste op haar beurt op de jongste dochter van het gezin, daarvoor stond zelfs een box in haar kamer.
Terminus was ook de plek voor een veilig onderkomen als er tijdens de oorlog weer een luchtalarm was. Samen met haar buurvrouw Koosje van der Heijden ging Sijntje dan daar naar de schuilkelder. Een andere buurvrouw, Anna van den Bracht, ging ’s avonds vaak op bezoek bij Sijntje, dan hoefde ze zelf de kachel niet te stoken. En Sijntje vond dat prima.
Inmiddels 86 jaar oud liet haar gezondheid het niet meer toe zelfstandig te wonen en kreeg ze een kamer in het Odapension. Een luxe want naast volledige verzorging was daar ook verwarming. Op 88-jarige leeftijd overleed de dienstbare Sijntje. “Naar dit voorbeeld van Jezus, onze Heer mag Sijntje in vrede leven bij God, onze Vader, die zal zeggen: Kom gezegende, neem bezit van jouw erfdeel dat klaar stond vanaf de grondvesting der aarde.”
Met veel dank aan Ria van Laarhoven voor alle achtergrondinformatie! En een woord van dank aan Willie Damen- van de Mosselaer voor haar bijdrage aan het onderzoek en aan Leo van Lieshout voor het beschikbaar stellen van het fotomateriaal uit de Collectie van Jo van der Kaay