Ooggetuigen over de crash van de C47 in Reusel

Tijdens de eerste dag van Operatie Market Garden, op 17 september 1944, werd een C47 transportvliegtuig met nummer 43-15098 geraakt. De bemanning bestond uit piloot 1st Lt. Corsetti 2nd Lt. Zumhagen 2nd Lt. Hunter S/Sgt Duffy en T/sgt Swanson.

Het vliegtuig werd getroffen boven Bladel door luchtafweer, Flak. De linker motorkap werd geraakt door de Flak. De motor van de C47 was niet beschadigd, ze vlogen verder richting dropzone en de parachutisten werden gedropt.

Het vliegtuig keerde terug en ten noorden van Bladel werd het opnieuw geraakt door hevig luchtafweer. De rechtermotor en de gastanks werden geraakt, de rechtermotor vloog in brand. De vlammen kwamen via de vloer naar binnen in het midden van de romp.

Lt. Corsetti, de eerste piloot, gaf opdracht om het vliegtuig te verlaten. Ze hadden alle hun parachute aan. Lt. Zumhagen, 2nd Lt. Hunter S/Sgt Duffy en T/Sgt. Swanson sprongen door het transportluik uit het vliegtuig. Lt. Corsetti was zijn parachute aan het vastmaken. Plotseling maakte het vliegtuig een vreemde beweging, waardoor hij het vliegtuig niet meer kon verlaten. Hij kwam om het leven.

Het vliegtuig stortte neer bij het Buspad te Reusel. Drie bemanningsleden kwamen neer in het buitengebied van Bladel. Duffy en Zumhagen landden kort bij elkaar. Er kwamen burgers die hen vertelden dat ze moesten schuilen, ze namen de parachutes mee.

Duffy schuilde tegen de kant van de weg, Zumhagen in een sloot. Toen het donker was brachten twee burgers, Rese en Bartel, burgerkleren. Ze werden meegenomen naar een huis, waar ze de nacht doorbrachten in de kelder.

De volgende morgen rond 7.00 uur werden ze weggebracht op de fiets naar een boerderij vlakbij. Dit was de boerderij van familie H. van der Schans aan de Bredasebaan 2 te Bladel. Ze werden door het verzet daarheen gebracht. Zumhagen was gewond, hij had zijn voet gekneusd of gebroken. Hij werd verzorgd door een dokter.

De mannen zaten eerst op de zolder verborgen, maar toen de frontlinie dichterbij kwam werd de familie Van der Schans geëvacueerd. Er werd een nieuwe schuilplaats gevonden in een sloot tegen over de boerderij. Nu de familie weg was verzorgden de buren, de familie Meijer voedsel voor de twee onderduikers. Dit gebeurde door Marie, Fien en Agnes Meijer. Zij gingen als het veilig was bramen plukken en gaven de mannen eten en drinken.

Op zaterdag 24 september werden Duffy en Zumhagen naar het huis van de familie Meijer gebracht. Ze konden zich wassen en scheren en werden door hun helpers naar het hoofdkwartier van de Britten gebracht waar ze Lt. Hunter ontmoetten.

Lt. Hunter was 17 september geland met zijn parachute op 200 meter van ‘Het Stoom’, de zuivelfabriek in Bladel. Hij verborg zich zodat niemand hem kon zien. Op 19 september werd hij gevonden door Nico Seuntjes uit Bladel. Nico gaf hem eten en drinken in de avond nam hij Hunter mee naar zijn boerderij, waar hij hem verborg. Op 23 september is Hunter vertrokken en naar de Britse linies gelopen. Hij was nu veilig.