skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic

Oorlogsdagboek van Jan de Quay 1.1 (8-16 sept. 1944)

Vanaf 8 september 1944 hield politicus Jan de Quay een dagboek bij. De eerste twee delen daarvan bestrijken de laatste maanden van oorlog en bezetting in Nederland. Ze lopen tot respectievelijk eind januari en halverwege mei 1945, kort na de bevrijding.

Inleiding

‘We wachten met grote spanning de komst van de geallieerde troepen.’ Toen Jan de Quay op 8 september 1944 aan zijn dagboek begon, maakte Nederland een buitengewoon dramatische periode door. Drie maanden eerder, op 6 juni, waren de geallieerde legers geland op de stranden van Normandië. Vier tergend lange jaren had de Duitse bezetting toen al geduurd. Geen wonder dat de Nederlanders reikhalzend naar dat moment hadden uitgezien. Maar hun geduld werd nog langer op de proef gesteld. De Amerikanen, Britten en Canadezen stuitten bij de landing op fel verzet. Het met heggen en boomgaarden doorsneden landschap van Normandië bood de Duitse verdediging alle kansen. Pas na tien weken van bloedige strijd die de steden en stadjes daar in puinhopen veranderde en die tachtigduizend soldaten en twintigduizend burgers het leven kostte, lukte het de geallieerde legers om de tegenstand te breken. En plotsklaps was er voor de Duitsers geen houden meer aan. In grote wanorde maakten ze zich uit de voeten, in de richting van het Reich, daarbij achternagezeten door de Britse en Amerikaanse tanks. Ook De Quay maakt in zijn dagboek melding van ‘zeer veel troepen uit Noord-Frankrijk’, die ‘in los verband’ op de terugtocht waren. Dit was waar iedereen al zo lang naar had uitgezien: een leger op de vlucht, en dus – zo was de vaste overtuiging − een verslagen leger. En de gebeurtenissen aan het front leken dit te bevestigen.

Fragment uit het dagboek van Jan de Quay, 8 september 1944.
Fragment uit het dagboek van Jan de Quay, 8 september 1944.

Niets scheen de opmars van de geallieerden nog te kunnen stuiten. Op 25 augustus kon een uitzinnige menigte Parijzenaars de Franse en Amerikaanse bevrijders begroeten. De volgende dag staken de geallieerde voorhoedes over een breed front de Seine over. In het weidse en golvende landschap van Picardië, een verademing na de doolhof van Normandië, maakten de Britten en Amerikanen vorderingen van vele tientallen kilometers per dag. In een vloek en een zucht bevrijdden ze het noorden van Frankrijk. En verder ging het. Op 2 september passeerden de Britse troepen de Belgische grens en een dag later, op zondag de derde, ruim een week na de glorieuze intocht in Parijs, trokken de bevrijders Brussel binnen. Maandag 4 september bereikten de Britten Antwerpen, vijftig kilometer verderop.

Na een radiobericht op maandagavond over de inname van Breda sloeg de euforie in Nederland helemaal door in de gekte van Dolle Dinsdag. De bevrijding leek nu echt onder handbereik! Dit was ook het moment waarop de mannen van de Ordedienst, een illegale organisatie van vooral oud-militairen, zich hadden voorbereid. Tijdens de bezetting waren ze niet in actie geweest, maar nu achtten ze hun tijd gekomen. Overal waar de Duitsers verdreven werden zou de Ordedienst orde en rust bewaren, en wel zolang als dat nodig was. Even vroeg De Quay zich af of ook niet hij als reserveofficier tot de Ordedienst moest toetreden.

Oosterhout, 3 september 1944. Vanuit België vluchtende Duitse soldaten op een aanhangwagen. (Bron: coll. Streekarchief Langstraat Heusden Altena, id.nr. WAA40293)
Foto: Oosterhout, 3 september 1944. Vanuit België vluchtende Duitse soldaten op een aanhangwagen. (Bron: coll. Streekarchief Langstraat Heusden Altena, nr. WAA40293)

Maar de Nederlanders hadden te vroeg gejuicht. Het bericht over de bevrijding van Breda was voorbarig, zo begreep ook De Quay. Uitgerekend bij de nadering van de Nederlandse grens was de bevrijdingsmachine gaan haperen. Verontrust door de lange aanvoerlijnen – alle voorraden kwamen nog steeds via de invasiestranden in Normandië, inmiddels honderden kilometers achter het front – hadden de Britten na de inname van Antwerpen besloten tot een korte adempauze. Mede daardoor lukte het enkele Duitse bevelhebbers om de wanordelijke terugtocht van hun troepen min of meer tot staan te brengen. Achter het Albertkanaal dat vanaf Antwerpen dwars door de Kempen tot Maastricht reikte, richtten zij een provisorische verdedigingslinie in. Weliswaar werd na enkele dagen de Britse opmars hervat, maar de vaart was er uit. Het spannende afwachten werd daardoor bijna ondraaglijk, zoals de aantekeningen van De Quay laten zien. Ook nadat hij gehoord had van de bevrijding van Maastricht als eerste Nederlandse stad, op 14 september door de Amerikanen, rekende hij er op dat het nog wel enkele weken zou duren, voordat ‘een harde snelle klap’ hopelijk de bevrijding zou brengen. Maar die klap kwam al veel sneller, de volgende dag al, op zondag 17 september.

Dagboek

8 Sept. 1944. St. Hubert

Thans leef ik waarschijnlijk in de dagen, die liggen tusschen een lange periode van rust, studie en overweging en een periode van actie en practisch werk. –  Een jaar gijzeling en 14 maanden onderduiken zijn voorbij. De Engelsche troepen staan aan onze grens, de Duitschers hebben Beers en omgeving grotendeels verlaten. We wachten met groote spanning de komst van de geallieerde troepen. Ik ben reeds eenige dagen op den Hiersenhof geweest, toen zeer veel troepen uit Noord Frankrijk in los verband terugtrokken. Nu wissel ik mijn verblijf tusschen St Hubert en den Hiersenhof al naar de veiligheid dit eischt. –

Wanneer ik een dagboek begin, dan is zulks, omdat ik wellicht een drukke en moeilijke tijd van de wederopbouw van ons land ga meemaken. Het is waarschijnlijk, dat ik gezien de voorgeschiedenis (vooral in de Nederl. Unie) een plaats zal moeten innemen in het openbare leven. – Dan kan het nuttig en noodig zijn van alles aanteekening te houden. De Unie tijd heeft me dat geleerd!! – Het spijt me dat ik vanaf dien tijd zulks niet gedaan heb. – Maar men moet ooit beginnen. Dus nu. – Ik maak het uitsluitend voor eigen gebruik. – Zakelijke-, particuliere-, gezins- en andere gegevens zullen dus door elkaar loopen. –

Vandaag feest van Maria geboorte. Moeder met alle kinders ter Kerke. – Ik heb mijn gebedje in huis gebeden: – “Dat we de laatste dagen of weken vóór de bevrijding goed mogen doorkomen”. – De jongens werkten stevig aan de overkapping van de schuilloopgraaf. –

9 Sept. Zaterdag

Er heerscht algemeen een beklemmende spanning. Men wacht op de geallieerden. Men had ze al eenige dagen verwacht. Begrijpelijk, want de opmarsch naar Antwerpen ging zoo bliksems-snel, dat iedereen een doorstoot naar Nederland verwachtte. Bovendien meldde de B.B.C. j.l. Dinsdag de bevrijding van Breda, hetgeen heden door Engeland weer werd teruggetrokken. Ook lieten de Duitschers Dinsdag het vliegveld Volckel in de lucht vliegen. Alles wees op een zeer spoedige bevrijding. Nu schijnt het weer verder af. – Men kan nu niet bij zijn werk blijven. De spanning en het wachten werken enerveerend en afmattend. –

Na 5, 6 en 7 September op den Hiersenhof te zijn geweest, ben ik nu weer op St Hubert teruggetrokken in zooverre dat ik overdag van 3 tot 9 uur naar huis ga. –

Er staat een zeer sterke wind en het is erg koud. –

Uit Normandië terugkeerende D. troepen waren 24 uur ingekwartierd op de Voordijk. Armoedige wagens, vermoeide paarden, geweren en wat gestolen goed. – Een half uur vóór hun vertrek haalden ze in de buurt de beste paarden weg, namen eenige vette varkens en lieten de boeren ontdaan en wraaklustig achter. –

10 Sept. Zondag

Gelukkig schijnt de zon. Een prachtige herfstdag na eenige dagen storm en wind. – Telkens kruisen de Engelsche jagers boven ons. – Een troost, nu ons door de radio is meegedeeld, dat we de eerste dagen niet veel nieuws zullen hooren, dat het Albert-kanaal sterk verdedigd wordt enz. enz., we kunnen er uit opmaken, dat we voorloopig – hoe lang? – nog geduld moeten betrachten.

Ik kan me nu zoo denken wat het vagevuur zal zijn; wachten op de Aanschouwing Gods, het telkens verwachten, telkens uitstel. – Daar zit iets versmachtends in, iets afmattends. – Je merkt het aan alle menschen, die niet bij hun werk zijn; ze zijn bij niets anders; ’t draait maar telkens door hun kop, “wanneer zijn we vrij, verlost”. Men kan zelfs niet bidden om die vrijheid, zoo beneemt het de adem. Ieder is wat strak, en koel, .. en op onverwachte momenten breekt plotseling de spanning in een driftbui, of huilbui, of baldadigheid. – Toch houdt men zich in het algemeen goed. – Van alle bezettingsdagen zijn dit misschien nog de zwaarste. – Hoe juist zijn onze spreekwoorden van de laatste loodjes èn het “prijst den dag niet voor het avond is!”

11 September Maandag

– Ik heb mijn verblijf weer definitief naar St. Hubert verlegd. – Het was een tegenvaller voor ons allen. Maar het was te algemeen bekend geworden dat ik terug was, o.a. door het enthousiasme van Jantje. Hopelijk is dit toch het laatste uitstel. – Zoo ontmoette ik heden Maria weer op het Boschplein bij stralende zon en prachtig herfstweer. – Toch beiden een beetje minder opgewekt vanwege de tegenvaller en de spanning. Heel den dag jagers in de heldere lucht. ’s Avonds een geweldige fantastische luchtvloot van ongeveer 500 bommenwerpers met jager escorte. De kanonnen van Grave, Nijmegen en Mook in actie. We zagen er geen raken. – Statig trokken ze een uur voor zonsondergang heen; een half uur later kwamen ze in groote formatie weer over. – De avond uitzending bracht het bericht, dat het 2e Britsche leger (waarbij de Ned. Brigade is ingedeeld) bij het Albert Kanaal was doorgebroken en Nederlandsche bodem had betreden. Zou het waar zijn, ditmaal? Zou men de bres kunnen ophouden en verwijden? Belangrijke vragen, zoo belangrijk voor ons, dat je er niet van kan werken, én niet van slapen kunt.

12 Sept. Dinsdag

– Feestdag van de “naam van Maria”, ingesteld bij de overwinning op de Turken. Ik bad eens extra tot de Moeder Gods, dat ze ook ons op dezen dag dicht bij de bevrijding mag brengen. – Ik voel nu ook, hoe weinig ik als het er op aan komt, ben ingesteld op het bovennatuurlijke, want de verwachting van de bondgenooten, ’t is of het me de keel (van het geestelijk leven) dichtsnoert; ik voel wel, dat ik God mijn dankbaarheid zal uiten, als het zoover is; maar de rust om met het oog op Hem gericht te wachten, iets wat me twee, ja vier jaar lang tamelijk goed gelukte, … het valt me nu zwaar. – Maria, Sterre der Zee, help ons. –

13 Sept.

Een dag als de vorige. Wachten, weinig nieuws, zware luchtvloot richting Ruhrgebied. – Om 6 uur (avond) reed een gewapende trein richting Boxtel. – De Duitscher voert dus nog aan. Dat betekent, dat het nog wat duren kan! – Vanmiddag met Maria gepraat. Ik blijf in elk geval in de omgeving tot we hier ter plaatse bevrijd zijn. Een man krijgt nu zin om in de buurt te zijn van den strijd en zich zoo snel mogelijk aan te sluiten bij de strijders. Maar ik zal mij bedwingen nu er misschien een negende kindje komt. Dat mag Maria dan niet alleen dragen. – Ruud had ook al zin om te gaan; het speet hem dat hij pas 15 was. Ik was blij te hooren, dat hij wilde gaan. – Vreemd dat veel jongens er zoo kalm onder blijven! – Vandaag de dag van de 5e Verschijning te Fatima. –

14 September. Donderdag

Geen verandering in de toestand aan het front. Offic. bericht, dat de geallieerden op twee plaatsen over de Nederl. grens zijn nl. bij Maastricht en Eindhoven; nog steeds geen plaatsen bezet. – Maria gesproken op het Boschplein. Gelukkig hadden we beiden ons evenwicht gevonden, weer rustig en geduldig. Besloten dat Ruud morgen met v. Boekel mee mag naar Meijel. – Er is (misschien) eenig risico aan, maar het is goed voor den jongen iets mee te maken, – Pastoor op bezoek; gesprek van dag in honderden variaties herhaald. – Goede, hartelijke gulle man. Echte cycloïd, ook zuiver pycnisch type. – Regenachtig, warm, voor het eerst geen vliegtuigen. –

15 September. Vrijdag

Ziezo, nu hebben we ons geduld gelukkig weer hervonden. – Vanmorgen Past. van St Hubert op bezoek. Hij liet mij papieren van O.D. lezen. Geheel ingesteld op nà de bevrijding. Overigens goed opgebouwd. Zit hier de tegenstelling met event. illeg. organisaties, een tegenstelling waarop Prins Bernhard en Min. v. oorlog van Lidt de Jeude in de Oranjezender doelde.— ’s Middags Past. v. Beers gesproken op Hiersenhof naar aanleiding van mij door hem toegezonden stukken over Techno-democratie van een Hr. van Mackelenberg. Ik heb hem duidelijk gemaakt, dat deze ijverige idealist onzin vertelt. .— Met den Pastor besproken of ik niet in het O.D. werk zou stappen. Hij was beslist van meening, dat ik er alleen maar voor moet zorgen in het leven te blijven voor de nà-oorlogstijd. — Maria ook. — Ik zelf eigenlijk ook, maar ik hoopte zoo, dat ze zouden zeggen “doen”. Maria voelde mijn behoefte aan; het is saai en laf om nu stil te zitten. – Toch zal ik het laten, alles overwegend. – ’s Avonds bericht dat Maastricht is gevallen. Ontroerende vreugde volgens radio verslag. Tante Seeph zit te Valkenburg nu waarschijnlijk in de vuurlinie. – ’s Avonds laat vuur en licht in de richting Eindhoven. = Ruud was met Piet van Boekel op verkenning geweest naar Meijel . – Alle bruggen over de Zuid Willemsvaart gingen de lucht in. Rondom Eindhoven zitten veel S.S. troepen. – Ruud had zeer genoten; en zijn fiets was gelukkig niet in Duitsche handen gevallen. –

16 Sept.

Rustige dag. De Amerik. omsingelden Aken en namen Nancy en Epinal. Zij dringen naar en door de Siegfried linie. – Bezoek van Ruud, die verslag uitbracht van zijn tocht. Hij zag een brug en sluis over de Zuid Willemsvaart opblazen. – De D. doen dit met bijna alle bruggen over deze vaart en het Wilhelminakanaal. – De Britten hebben nu 2 bruggenhoofden over het Kempenkanaal en zuiveren het gebied tusschen dit kanaal en het Albert Kanaal. – De “Polen” zijn bij Hulst over de Ned. grens. – Ik begon vandaag aan een boek van Benson: Oddfish. – Het gaat over een persoon, die eerst monnik wilde worden doch een andere roeping zag, als novice uittrad en van Paus Innocentius XI opdracht kreeg om naar het Engelsche hof te gaan met geheime zending omdat het katholicisme daar in een critieke positie kwam. Ik las het met bijzondere belangstelling!, en dacht soms – wel pedant – aan mijn eigen positie. – Verder was ik weer geheel rustig en ingesteld op eenige weken wachten. Dan zal hoop ik ineens een harde, snelle klap volgen. –

 

Maak je keuze

Verder naar hoofdstuk 1.2

Terug naar kalender 1944

Lees je liever de volledige tekst (zonder illustraties) klik dan hier

Reacties (2)

Paul zei op 28 november 2019 om 07:56
Goh, dat hij uit zijn onderduikadres overdag gewoon naar huis ging. Dat zal toch niet zonder gevaar zijn geweest!
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 28 november 2019 om 13:15
Dat lijkt mij ook niet, Paul. Veelzeggend over de instelling van De Quay, lijkt mij zo.

Bedankt voor je berichtje!

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.
Doe mee en vertel jouw verhaal!