Iedere dinsdag was het markt in Gemert. De textielkramen stonden meest aan de straatkant en huishoudelijke artikelen meer naar het Binderseind. De groentekramen stonden voor de gracht. Het liep tegen vijf uur er waren bijna geen klanten meer op de Markt. Met de rug tegen de gracht stond een vrouw met fruit.
Plotseling kwam er een grote herdershond die net voor haar kraan een grote drol draaide. Het beest was zo groot dat ze hem niet weg durfde te jagen. Alle ander marktkooplieden keken toe.
Schuin tegenover haar stond Piet v Bracht uit Beek met pootproducten. Zodra de hond weg was, stapte Piet vanachter zijn kraam en liep naar de buurman die er met groente stond. Piet greep een bos wortelen, draaide het loof er af, knikte tegen zijn collega en stapte naar de marktvrouw.
Daar legde hij het wortelloof netjes over de drol en ging terug naar zijn standplaats.
Hij wist dat er telkens tegen einde van de marktdag een oudere man langs kwam met een tas om het groente- en fruitafval op te halen voor zijn konijnen.
Alle marktkooplieden keken toe, zonder ook maar een woord te wisselen. Het was wachten op de dingen die gingen gebeuren. Na een minuut of vijf verscheen de oude man met tas. Hij hield zijn tas open en veegde het “wortelloof” netjes in zijn tas. Na een groet aan de marktkooplieden kreeg hij van een marktkoopman een appel en verdween uit het zicht. De marktkooplieden bulderd van het lachen. Opgeruimd staat netjes!
Plotseling kwam er een grote herdershond die net voor haar kraan een grote drol draaide. Het beest was zo groot dat ze hem niet weg durfde te jagen. Alle ander marktkooplieden keken toe.
een tas om het groente- en fruitafval op te halen voor zijn konijnen.
