De overstroming van de Maas in januari 1926 is een ramp voor Cuijk en wijde omgeving. Het water richt enorme schade aan en het gebied raakt vrijwel onbegaanbaar en onbereikbaar. Vee komt om het leven en huizen raken zwaar beschadigd. Onderstaande filmopnamen tonen de ravage na enkele dagen.
Na die vorige periode van zeer hoge waterstanden in de winter van 1919-1920 had de burgemeester van Cuijk en Linden, de heer J.A.M. van de Mortel, hier al voor gewaarschuwd. Hij maakt er zelfs een brochure over: Een en ander over de Beersche Maas. Daarin staat onder meer geschreven:
"Men moet niet denken dat de gevaren voor doorbraken thans geweken zijn, neen allerminst; zoolang er niet flink gewerkt wordt aan het verbeteren der rivier de Maas, blijft er groot gevaar dreigen. Wel is waar zijn de dijken ten koste van vele offers te Cuijk en boven gelegen gemeenten flink versterkt, maar gevaar kan zich nog iederen winter voordoen."
Zes jaar later komt zijn voorspelling uit. De Maas stijgt tot recordhoogte. Overal langs de rivier breken dijken door en stroomt het water het land in. Ook in Cuijk gaat het verschrikkelijk mis en net na de jaarwisseling, op 2 januari 1926, bezwijkt hier de dijk. Spoorwegen en straten zijn niet bestand tegen zoveel watergeweld, huizen staan op instorten, weilanden blank. Veel inwoners vluchten naar hoger gelegen gebied.
Op 12 januari 1926 maakt het Polygoonjournaal bovenstaande filmopnames in Cuijk en omgeving. We zien dat een deel van de spoorrails is weggeslagen en de spoorbrug is ingestort. Arbeiders ruimen puin en werken aan het herstel. Ook is iets te zien van de immense schade aan huizen en wegen. Inwoners lopen over plankiers over de weggespoelde straten. Enkele mannen trekken een weggegleden handkar overeind en duwen deze voort over de planken.
De winter was toen echter nog niet voorbij en het leed nog lang niet geleden. Op 20 januari 1926 staat in de Tilburgsche courant:
"De ingetreden vorst heeft veel nadeel toegebracht aan de te velde staande gewassen. Van het winterkoren in geheel het overstroomde gebied is niets meer te verwachten. De fabrieken werken weer. Dag en nacht rijden zandtreinen voor het herstel van de spoorlijn. De gaten in den dijk zijn echter van dien aard, dat de verbinding Nijmegen-Venlo de eerste weken niet hersteld zal zijn."
Het overstroomde plein voor het raadhuis in de Maasstraat, Cuijk 2 januari 1926 (fotocollectie BHIC: CUI0468)
Peter van Grinsven
zei op 13 januari 2020 om 17:32
De geschiedenis herhaalt zich min of meer. De lob van Gennep, een nieuwe maatregel om bij extreem hoogwater gebieden rondom Gennep (kop van Nrd. Limburg) gecontroleerd te laten overstromen zodat Den Bosch en verder gespaard worden, is exact hetzelfde als waar burg. van de Mortel toentertijd om vroeg. Hij wilde de Beerse Overlaat gebruiken om o.a. Cuijk te sparen. Zie artikel in lokaal blad de StieR van 03-01-2020 j.l. (www.decuijksekrant.nl)
Marilou Nillesen
bhiczei op 14 januari 2020 om 11:52
Ah, dank voor deze aanvulling, Peter. Een snelle zoektocht brengt mij naar een aparte site over de Lob van Gennep met onder meer een interessante animatie over deze aanpak: https://www.lobvangennep.nl/
Peter van Grinsven
zei op 14 januari 2020 om 13:08
Dank Marilou
Peter Jansen
zei op 17 maart 2020 om 13:59
Een film van nostalgisch Maastricht van de zender ONS worden filmbeelden getoond over de waternoodramp 1926.
Een gedeelte in die film worden enkele minuten getoond uit Boxmeer wat begint bij het Rochus kapel en de Burgemeester Verkuijlstraat.
Daar zag ik het huisje van mijn opa en oma die via het dak een tas aannamen.
Maria
zei op 25 februari 2022 om 19:48
Dan was er ook nog die windhoos van 1925 die over Grave heen ging.
Zie hier: https://nl.wikipedia.org/wiki/Stormramp_van_1925
Ergens in het midden is Grave zichtbaar als gebied.
De buurtschappen lager gelegen hadden er ook veel schade van.
Marilou Nillesen
bhiczei op 26 februari 2022 om 14:17
