Nog altijd staat er een belangrijk, beeldbepalend huis waar eens Roelof van Nouhuijs woonde. Op 16 juli 1811 aanvaardt Roelof van Nouhuijs zijn functie als vrederechter te Sint-Oedenrode. Daarmee kwam een einde aan de eeuwenoude Rooise schepenrechtspraak. Kleine vergrijpen werden door de vrederechter behandeld. Hij trad vaak op als bemiddelaar als men niet tot een minnelijke schikking kon komen in geschillen tussen partijen.
Kerkstraat 17 (Foto: Willie Damen-van de Mosselaer)
Circa 1728 woonden er de erfgenamen van Wouter van Erp en Marie Jan Cranen. Zoon Cornelis Wouter van Erp erfde het huis, hij huwde Annemie de Cort en in 1732 maken ze samen hun testament. Beiden testateurs liggen ziek te bed en zij maken elkaar over en weer de langst levende heer ende meester van al hun tijdelijke goederen die zij testateurs zullen na laten.
Kerkstraat 17 (Foto: Willie Damen-van de Mosselaer)
Na verschillende eigenaren en huurders komen de goederen in handen van heer Jan Willem van Nouhuijs, gehuwd met Gerardiena Losecaat.
Wanneer hun zoon Roelof er woont, laat Anthony van Stijrum, rentenier, zijn testament in 1832 opmaken. Dit gebeurde ten huize van de heer Roelof van Nouhuys. Hij bepaalt in zijn testament: dat zijn dode lichaam niet verder dan tot op den borstrok zal ontkleed worden, een schoon hemd over het geen hij dan aanheeft zal gedaan worden, dat hem een slaapmuts opgezet zal worden en een schone das en kousjes worden aangedaan. Vervolgens zal op Hollandsche wijze zijn lichaam in een schoon laken worden gewikkeld. Zijn lichaam zal niet voor de vijfde dag na overlijden in de morgen vroeg, stil en zonder enig ceremonie worden bijgezet op het zogenaamd gereformeerd kerkhof binnen Sint Oedenrode tussen de muren. Hij verlangde dat alleen zijn vriend Henri Jean Ente daar bij tegenwoordig zal zijn. De testateur overleed in 1841.
Op de kadastrale kaart
Rond 1885 bestond Kerkstraat 17 uit de kadastrale nummers G 1461 t/m 1466. Het geheel werd samen met de arbeidershuisjes circa 1911 gekocht door Johannes Glaudemans, winkelier en bakker. Mede-eigenaren waren Gerardus Glaudemans, Leonardus Peters, onderwijzer, en Johannes Petrus Maria Domensino, directeur van de zuivelfabriek in Liempde.
Familiefoto van de bruiloft (1941) van Gerrit Glaudemans met Lies Hellings. Naast de bruidegom zijn ouders en naast de bruid de ouders van Lies (2e moeder). Bovenste rij 2e van links Graad van de Berk (bekende tenorzanger), rechts boven Piet Hellings, onze gemeente veldwachter (collectie Jo van der Kaaij)
Zoon Gerardus caféhouder, bakker en winkelier, opende 21 mei 1949 feestelijk "het Brabants Eethuis" in de volksmond ‘pand Glaudemans’. Patates frites was de specialiteit en ter gelegenheid van de opening werd de consumptie gratis met koffie en muziek besproeid.
Bronnen
Fotograaf Wies van leeuwen Identificatienummer PNB001061300
Bep van Lieshout, in: Heemschild (2001) afl. 4, p. 92-99 BHIC, Schepenbank, Sint-Oedenrode, 1548-2811, toegang 7636 BHIC, Notariële akte, Sint-Oedenrode, 1642-1932, toegang 7637 BHIC, Gemeentelijk Kadaster Sint-Oedenrode, 1832-1971, toegang 7739
Marilou Nillesen
bhiczei op 6 februari 2022 om 21:44
Dag Willie, wat een wetenswaardig verhaal weer! Van de bijzondere eisen uit het testament van Anthony van Stijrum tot de eerste friet uit 1949; ik heb er veel van opgestoken. Dank je wel!
