Pastoors in Heeswijk, 1284-nu

Arnoldus van de Wijel/de Gurgite vermeld vanaf 7.12.1430 als pastoor van Heeswijk tot 26.8.1461.
Ricoldus van Strijn, priester van abdij Berne, op 22.8.14.17.

Als vice-pastoors/waarnemers fungeren:
1429 Petrus van Tuijl.
1452 Johannes van Berlicum.
1457-1473 Jan Colen.

Verder vond ik een Jan/Johan Moors pastoor Heeswijk 3.2.1614.

Bedankt voor de aanvullingen, Jan! Ze zijn verwerkt in de lijst.

Vond een aardige opsomming van waar de pastoors een tijdlang woonden, n,l. op het speelhuis, tijd zeg 1550-1610. Mogelijk een interessante bijdrage?

Ean paar notities te Dinther, inv. nr. 7603-08 :
1, Adriaen Daniels, inwoner en teulman te Dinther, oud ca. 85 jaar. Verklaring. Volgens zijn weten zijn er in Heeswijk tot nu toe 4 pastoors geweest, waarvan heer Steven Guens de vierde is geweest. Die hebben altijd op het speelhuis gewoond met het daarbij staande huis en de stukken land, zowel aan de overkant van de rivier de Aa, als aan deze kant van de rivier, met de hoeve tegenover de poort, die ze altijd verhuurden. Men is daar nooit in belemmerd geweest. In de tijd van Marten van Rossum is dat speelhuis afgebrand en het is weer opgebouwd. In de tijd dat het was afgebrand woonde de pastoor op het neerhuis voor de brug. Hij deponent heeft nooit gehoord dat de pastoor elders zou hebben gewoond en hijzelf heeft wel 33 of 34 jaar onder Heeswijk gewoond en is daar opgeroeid. De prelaten van de abdij van Bern hebben nooit op het speelhuis gewoond, maar er soms wel gerecreeerd.
heer Steven Guens, priester en pastoor te Heeswijk, requirant
2. Marie vrouw van Jacob Matheeussen, dochter van Jan Henricks, oud ca. 68 jaar, wonend te Dinther. Verklaring. Ze is van jongsaf aan opgegroeid in Heeswijk op de Cruijstraat daar nabij het huis van de pastoor. Ze woonde daar tot ze 21jaar oud was toen ze trouwde en in Dinther is gaan wonen. Het speelhuiske daar was toen afgebrand behalve de poortkamer aan de brug, waar toen de heer Thomas Versantvoirt sliep en zijn residentie had in het huis beneden voor de brug en dat de pastoor ook de percelen land etc. gebruikte en ook het hofje voor de poort zonder ooit anders te hebben gehoord. Ze weet ook dat de moeder van heer Thomas Versantvoirt bij hem woonde die men meestal *moeier Croon* noemde. Ook het benedenhuis voor de brug is op zeker moment afgebrand. Het *cackhuis* boven het water staande dat met stroo was gedekt bleef wel staan en de knecht kwam toen van de trap met het bed en zijn haren waren verbrand. Dat benedenhuis is nadien opgebouwd door heer Ariaen van Loon als opvolger van heer Thomas Versantvoirt. Ze heeft nooit gehoord dat enige prelaten van de abdij daar woonden of de grond gebruikten. Het speelhuis is daarna weer opgebouwd op de zelfde plek als voordien. Ze was toen een jonge dochter en woonde daar in de buurt en heeft zelf ook stenen helpen dragen en heeft meegewerkt nadat het speelhuis was opgemaakt en heer Adriaen van Loon daar is komen wonen. Heeft wel gezien dat de prelaat daar toen op bezoek kwam om te recreeren maar die heeft de pastoor nooit ergens over lastiggevallen.
heer Steven Guens, pastoor te Heeswijk, requirant
3. Marie dochter van Aert Ariens de Wit als weduwe van Henrick Henrick Celen, inwoonster van Dinther, oud ca. 63 jaar. Verklaring. Toen ze nog een jonge dochter was, is ze dienstmeid geweest bij haar heeroom, (broer van haar moeder) heer Arien van Loon pastoor te Heeswijk. Ze is daar ca. 12 en een half jaar in dienst geweest en heeft gezien dat de pastoor het speelhuis gebruikte men het benedenste huis, de strepen land daar en de beemd over de rivier de Aa, verder de bunders in de Boecxhove onder Heesch. Heeft ook gezien dat de prelaat van Bern daar vaak kwam om met diens dienaars te recreeren en dat ze de maaltijd aan de tafel van de pastoor gebruikten en dat elke maaltijd werd opgetekend en dat de prelaat dat later aan de pastoor betaalde. Haar heeroom had wel eens gezegd dat als de prelaat dat wilde *dan soude ik in het huis beneden de brug moeten gaan wonen*, maar de pastoor is verder nooit lastiggevallen over het gebruik van dat speelhuis etc. Actum 20 december 1607

In het jaar 1643, 5 mei kom ik een Baltazar Jan Reijners (?) als pastoor te Heeswijk tegen, maar de familienaam is wat onduidelijk geschreven.

Hartelijk dank voor deze mooie toevoegingen en aanvullingen, Jan. We hebben het overzicht aangepast, en blijven benieuwd naar je nieuwe vondsten!

Nogmaals dank!

Tot mijn *schande* moet ik bekennen dat de naam van de pastoor in 1643 de heer Baltazar Janssenius is, vergelijk scan 7603-004-063 (Dinther) met 7613-19B d.d. 9 mei 1643. Gaarne aanvulling op de lijst.

Nou, je weet dat wij maar al te blij zijn met al jouw vindingen en suggesties. Dus de lijst is inmiddels aangepast.

In 1658 kom ik de heer Zonius (Sonis) in Dinther weer tegen als dienaar van het Evangelie. Ik denk dus dat deze Zonius de zelfde is als Baltazar Janssenius. Maar dan rijst weer de vraag waarom hij eerst in 1643 staat verneld als pastoor en in 1658 als dienaar van het Evangelie.

Ik slik mijn vorige opmerking nu maar weer snel in. De Zonius (Sonius) te Dinther in 1658 is ene Georgius Sonius, predikant te Heeswijk en Dinther. En deze predikant, dienaar van het Evangelie, is dus niet dezelfde als Balthazar Janssenius als pastoor te Dinther (RK) anno 1643.

Duidelijk Jan, en goed dat je ons zo meeneemt in je zoektocht. Intrigerend en leerzaam, dank daarvoor!

Ricoldus van Strijen is vermeld van 1417 tot 1428, dan doet hij afstand en komt Arnoldus de Wyel in zijn plaats.

Ter aanvulling van het lijstje Pastoors Heeswijk:
1334-52 Jan van Lumel.
1353 heer Borchwerd.
1364 Gijsebrecht van Andel.
1385 Arnt van Wel.
1430-44 Arnoldus van der Wiel/Gurgite.
1457-74 (dan wordt hij Abt van Berne) Arnoldus van Wijck.
1474-82 Peter van Hemert.

Bedankt Jan, de lijst is opnieuw aangepast. Veel dank namens velen!

Ter aanvulling op mijn bericht van zojuist. In de Noordbrabanter van 3 september 1902 staat een overlijdensadvertentie van J.F.A. van der Meulen, ondertekend door abt J. Bazelmans van de abdij van Berne (abt van 1885-1908), waarin óók staat dat J.F.A. van der Meulen pastoor in Heeswijk is geweest! Daar staat ook bij dat Van der Meulen ook pastoor in Engelen is geweest. Vanaf 1857 zou hij tenslotte pastoor in Hedikhuizen zijn (cf. Necrologium). Het Necrologium vermeldt evenmin het pastoorschap van Engelen, dus Van der Meulen zou, logischerwijs, kort voor 1857 of kort voor 1851 pastoor van Engelen moeten zijn geweest. Hij was immers al in 1841 tot priester gewijd.

Waardevolle aanvulling, Robert, met veel wetenswaardigheden.
Bedankt voor het melden hier. In het overzicht is een verwijzing hiernaar gemaakt.

Johannes Josephus Wouters O. Praem. is overleden 5-11-1953 te Heeswijk en was daar tot zijn overlijden pastoor (De Maasbode 6-11-1953). Dus 1952 graag veranderen in 1953.

Bedankt voor je oplettendheid, het jaartal is aangepast, Wilbert.

Tussen Petrus van den Brand en Joannes van den Broek ontbreken twee pastoors:
- Johannes Franciscus Antonius van der Meulen, 1851-1857, uit Reek
- Henricus van den Brand, 1857-1860, uit Heeswijk
Bron: Geschiedenis van het bisdom 's-Hertogenbosch 1873, deel 4, pag. 96:
https://www.delpher.nl/nl/boeken1/gview?query=%22Joan.+Fr.+Anton+v.d.+Meulen%22&coll=boeken1&maxperpage=10&identifier=QMxeAAAAcAAJ&rowid=1

Het is misschien aardig om Petrus van den Brand te koppelen aan zijn bidprentje:
http://premontre.info/Publica/Necrologium/V/Van%20den%20Brand,%20Petrus;%2004-02-1888;%20Berne.htm