Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Zo was ik ook blij verrast met het onverwacht in handen krijgen van het handschrift van de Boxtelse kunstschilder Jan Kruijsen. Het "schilderijtje" waar het hier over gaat, was een Marktplaats-aankoop.
Klein maar fijn dachten wij nog en het kreeg een mooi plaatsje. Toen ik het trots aan medeheemkundelid Christ liet zien, vroeg hij of hij het eens nader mocht bekijken. Hij kende het werk, maar in groter formaat, dus was benieuwd naar de herkomst.
Na voorzichtig de lijst opengemaakt te hebben, kwam er zoals we al gezien hadden, een ansichtkaart uit met de afbeelding van Maria Kruijsen, de dochter van Jan. Tot onze verrassing achterop het handschrift van de meester.
Een vondst die best “wereldkundig” gemaakt had mogen worden, ware het niet dat ik gewoon vergeten ben om het aan de krant door te geven. Zo blij was ik er mee! Maar het is nooit te laat, vandaar dat ik het graag nu wil delen.
Van Jan Kruijsen was bekend dat hij behalve “unne aorige” kunstschilder ook een vader was van een groot gezin waar hij nauwelijks naar omkeek. Het is dan ook geen wonder dat de kinderen daar veel narigheid van ondervonden hebben.
Maria, ook wel Mieke, genoemd, werd op 7 februari 1899 in Boxtel geboren als tweede kind van Jan Kruijsen en Barbara van Dijk. In het gezin Kruijsen werden totaal vijftien kinderen geboren van wie er negen al vroeg zijn overleden. Samen met broer Antoon heeft Maria hun zware jeugd wel het meest bewust meegemaakt.
Toen Frank van Doorn het boek over het leven van Jan Kruijsen schreef [De Brabantse kunstschilder Jan Kruijsen (1874-1938) : Het leven is de grootste kunst, Schijndel/Boxtel (2017). Redactie], maakte hij kennis met Henk en Betty van de Hurk uit Boxtel, goede vrienden van Maria.
Henk kon veel en met liefde over Maria vertellen. Met zijn vrouw heeft hij veel contact met Maria gehad, tot haar overlijden aan toe. Ze deelden namelijk samen hun voor passie voor schilderen en muziek. Volgens Henk was het dan ook eeuwig zonde dat zij het nooit verder heeft gebracht in de muziekwereld als gevolg van haar angst om voor publiek op te treden. Een bijzondere vrouw die nu voortleeft in haar schilderijen.
Dat haar jeugd op zijn minst gezegd traumatisch was, bleek wel uit het feit dat ze geen stap meer wilde zetten in de Oude Woenselse Toren in Eindhoven, hun noodgedwongen verblijf rond 1911. Dat bleek toen Henk jaren later tijdens een autoritje Maria voorstelde om daar eens een bezoekje te brengen en een onvermurwbaar “nee” als antwoord kreeg. Heel begrijpelijk als je het hele verhaal kent.
Vanwege een forse huurachterstand werd de familie in 1911 uit huis gezet en vonden zij onderdak in de oude Woenselse toren.
Toen was het niet meer dan een vochtige bouwval die niet voor bewoning geschikt was. Maar het had een dak. Dat het kerkhof ernaast geen speelplek was voor de kinderen bleek al snel toen broer Antoon in een vers gedolven graf viel en daar een nacht in heeft gezeten omdat hij er niet zelf uit kon klimmen. Het overlijden van twee broertjes binnen een week die daar in de toren opgebaard hebben gestaan was de zoveelste zwarte bladzijde in hun jeugd. Volgens Maria waren ze van de honger gestorven.
Bij gebrek aan beter lagen de kinderen opgebaard op laddertjes. Als je de latere schilderwerken van broer Antoon (Kruijsen) naast elkaar zet, dan zie je de laddertjes en de dood als thema regelmatig terugkeren.
Toen in 1915 moeder Barbara tijdens de bevalling samen met haar zestiende kind stierf en ze enkele dagen later “met het kind op de arm” begraven werd, was het drama compleet.
Vader Jan slaagde er op wonderbaarlijke wijze in om in een keer al zijn schilderwerken te verkopen, bracht met het geld zijn kinderen overal onder waar hij ze kwijt kon en trok de wereld in. Antoon en Maria hebben hun vader nog een tijdje gezelschap mogen houden totdat ook Maria een onderkomen kreeg in een klooster.
Hier werd haar zangtalent en pianospel verder ontwikkeld en later ging zij vrijwillig verzorgend werk doen. Dat vader Jan zijn dochter graag tekende, blijkt wel uit een stripverhaal wat achterop een schilderij gevonden werd. Frits Speetjens, die ons hierop attendeerde, is de trotse bezitter van dit schilderij.
Huize De Krekel in Handel was sinds 1949 Maria’s thuis, waar zij zeer eenvoudig leefde. Haar AOW zou haar eerste echte inkomen zijn geweest, maar ze was tevreden.