
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Wat was er allemaal aan de hand? Niet lang daarvoor had de gemeenteraad besloten de combinatiefunctie van gemeentesecretaris en gemeenteontvanger te splitsen. Gemeentesecretaris H. Verstraaten werd van zijn functie als gemeenteontvanger ontheven. Dat was gebeurd op initiatief van wat Anderegg een “onbetrouwbaar viertal” noemde.
Tot dat kwartet dwarsliggers behoorden het raadslid W. Verstraaten en wethouder A.W. van Hout, de houtfabrikant. Het raadslid Verstraaten vond dat zijn naamgenoot te veel baantjes had. De gemeentesecretaris was bovendien niet eens getrouwd. Hij had veel te veel geld voor een man zonder huishouden.
Anderegg vond dat allemaal maar drogredenen. Hij noemde de gang van zaken bij het ontslag van H. Verstraaten en de benoeming van een nieuwe gemeenteontvanger schandelijk, omdat het volgens hem louter om vriendjespolitiek ging. Het raadslid Verstraaten wilde gewoon dat zijn zwager gemeenteontvanger zou worden en zou de andere drie heren, Van Hout, C. Linders en A. Cremers, alleen mee hebben gekregen in de besluitvorming ten gunste van zijn zwager, omdat deze heren op hun beurt hem nodig zouden hebben gehad voor hun eigen doelstellingen.
Anderegg vermeldde daarbij overigens niet dat secretaris Verstraaten een volle neef van hem was.
Het aangevallen viertal sloeg een week later terug in De Echo van 19 juni 1920. Het was onzin dat H. Verstraaten zijn functie had moeten neerleggen, omdat hij teveel baantjes had. Hij maakte gewoon veel te weinig tijd vrij voor zijn werkzaamheden als ontvanger, die daar dus onder leden. Daarom wilde de gemeenteraad voortaan een scheiding van de functies gemeentesecretaris en gemeenteontvanger.
Vervolgens werd Anderegg persoonlijk aangevallen. Dit was nou de man die hemel en aarde bewogen had om Linders en Cremers bij de gemeenteraadsverkiezingen in 1919 verkozen te krijgen. Maar nu ze niet naar zijn pijpen wensten te dansen was de liefde voorbij. En er waren heus geen “dealtjes” gemaakt tussen Van Hout, Linders en Cremers enerzijds en Verstraaten anderzijds. Bovendien: de gemeenteraad had in voltalligheid kunnen stemmen over de nieuwe ontvanger die capabel was en over de vereiste diploma’s beschikte. Als uitsmijter hadden ze er een versje op gemaakt:
Het ware te wenschen, Dat alle menschen, Voor van een ander te spreken, Zich zelven eens bekeken, Dan zouden ze dat praten Van een ander wel laten! |
Lees het hele krantenstuk |
Vaartwel! tot de aanstaande verkiezing!