Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Dit kleine pontje vormt een belangrijke schakel in een nieuwe wandelroute langs de buitenkant van de oude vestingstad Den Bosch. Hoewel bedoeld voor voetgangers maken ook fietsers er regelmatig gebruik van. Als naam voor het pontje is gekozen voor de oude bijnaam van de vesting: ‘de Moerasdraak’.
Al sinds het ontstaan van de stad aan het eind twaalfde eeuw was ’s-Hertogenbosch ommuurd. Door de ontwikkelingen op militair gebied werden de verdedigingswerken van de stad steeds uitgebreider: van eenvoudige versterkte muren groeide de stad in de loop der tijden uit tot een vesting met complexe militaire bouwwerken als bastions, lunetten, ravelijnen.
Tot diep in de negentiende eeuw bleef de vesting Den Bosch onderdeel uitmaken van de landsverdediging. Dat had als nadelig gevolg dat uitbreiding naar buiten niet mogelijk was: de stad zat bekneld in haar vestingwerken. Pas in 1874 kwam hier een einde aan: de vesting werd ontmanteld en de stad kon eindelijk buiten haar wallen verder groeien.
‘De Moerasdraak’ is niet het eerste pontje aan de rand van de oude stad Den Bosch. Zo benoemde de Raad van State in 1684 ene Pieter Cornelis van Heemskerck tot veerman van het veer van de Grote en Kleine Hekel. Uit de oudste kadastrale leggers van rond 1830 blijkt dat er in die tijd op drie plaatsen in de vesting voetveertjes bestonden.
Elk van deze veertjes lag op een plaats waar een waterloop de vestingwerken passeerde. Bij de Grote Hekel kon men over het water worden gezet om via de Pettelaarse weg de tocht naar Sint-Michielsgestel te ondernemen. Ook bij de Kleine Hekel, waar sinds enige jaren de Zuid-Willemsvaart de stad binnenstroomde, en bij de Boom, de toegang van de Haven, kon men met een veer over het water worden gezet.
Het ging hier in alle gevallen om voetveertjes, waarschijnlijk niet meer dan eenvoudige roeibootjes, om één of enkele mensen per keer over te zetten.