Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Tijn Willems is voor mij tegelijk een man van vlees en bloed en een mysterieus wezen met een levenswijze die totaal afweek van de mijne.
Er is niet veel over zijn achtergrond bekend. Hij kwam uit een ondernemende lokale familie, maar voldeed mogelijk niet aan de normen van de familie. In elk geval ken ik hem als iemand die aan de rand van de maatschappij leefde en daar soms overheen viel.
Tijn was een boomlange, magere man met een hoed, een ongeschoren gezicht en een samenraapsel van kleren. Hij had een buitenmodel grote herenfiets, die de actieradius van zijn leven bepaalde. Tijn was een zachtaardige man, vriendelijk tegen iedereen. Kinderen voelden zich sterk aangetrokken tot hem, omdat ie zulke exotische verhalen vertelde. De politie had daar andere ideeën over en stuurde hem vaak weg. Zij wantrouwden hem, maar ik heb nooit gezien dat Tijn agressief werd of handtastelijk. Hij genoot eenvoudigweg van de aandacht van de kinderen voor zijn verhalen.
Zijn verblijfplaats lag allesbehalve vast. Niet echt belangrijk, want uitkeringen, die een postcode vereisen, bestonden niet. Iedereen moest zijn eigen broek ophouden. De gemeente deed weinig of niks voor zo iemand. Gewone mensen wel gelukkig. Hij heeft ergens in een hutje op het terrein van De Iduna, een van de grootste foundation bedrijven in Nederland, gewoond. Ook heeft hij tijdelijk bij de missiezusters in een blokhut in de tuin gewoond. Maar mijn broer Tinus en ik hebben ook gezien hoe hij tussen de Millsebaan en het spoor in de bosjes bij De Leemskuilen [1] woonde. Wij troffen daar zijn schamele bezittingen aan: een grote, kubusvormige triplex kist zonder deksel. Helemaal onderin lagen een klosje garen en een naald, een paar knopen en dat was het wel ongeveer. Er lag ook een oud matras. Deze aanblik maakte heel veel indruk op ons. Tijn mocht dan wel een typisch figuur zijn, maar gedwongen buiten slapen in Nederland is en was belachelijk.
Zoals gezegd waren er toen geen uitkeringen. Dus moest hij aan het werk. Dat had Tijn goed aangepakt. Zijn ondernemersachtergrond kwam hem toch goed van pas. Alles wat hij nodig had was een soldeerbout – zo een om roodgloeiend te stoken in een kachel - en wat soldeer. En met dat bescheiden gereedschap ging ie de boeren langs. “Is er hier nog iets te stolderen?”, luidde zijn duidelijke entree. Die “t” is geen typefout, zo zei hij dat.[2] En vanzelfsprekend kreeg hij dan een klusje. Bij ons thuis werd telkens weer dezelfde koperen waterketel ter reparatie aangeboden, die kapot gestookt werd op het open vuur van een ouderwetse bolkachel. Het resultaat van de reparatie was eigenlijk totaal onbelangrijk. Tijn moest wat doen om zijn kostje te verdienen, de kwaliteit was niet zo belangrijk. Hij werd uitbetaald met gebakken eieren met spek, een paar sneetjes brood, een tas koffie en een borreltje om het af te ronden. Tijn had dan zijn buikje vol en kon weer naar de volgende klus. In die tijd liet de gemeenschap van een klein dorp zo’n man niet vallen. Daarnaast lieten ze hem in zijn waarde door een tegenprestatie te verlangen.
[1] Een leemkuil of leemput is een groeve, al dan niet gevuld met water. Een leemkuil ontstaat door het afgraven van leem voor bouwmateriaal (voor vloeren of voor de afwerking van vlechtwerkwanden) of voor de fabricage van bakstenen.
[2] Tijn heeft het oorspronkelijke woord solderen verbonden met de eigenschap van het tin dat stolt bij afkoeling. Vandaar stolderen.