Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
In de jaren zeventig begint de babyboomgeneratie volwassen te worden. Lang thuis blijven wonen is niet meer vanzelfsprekend en het aantal huiszoekende jongeren groeit gestaag. De woningmarkt is echter krap. In een overzichtswerk over jongeren in Breda lezen we dat in deze stad in de jaren zestig veel buurten worden gesloopt, om plaats te maken voor nieuwbouw voor kantoren en de aanleg van nieuwe wegen. Tegelijkertijd blijft het bouwen voor één- en tweepersoonshuishoudens moeilijk van de grond komen, wat in het gebied Leuvenaarstraat/Middellaan tot protesten en kraakacties leidt.
Ook in andere Brabantse steden groeit dat verzet. Na de eerste kraakacties van Provo in de hoofdstad breidt het aantal kraakgroepen in het hele land zich snel uit. Vooral in de oude wijken van de grote steden wordt veel gekraakt. In Breda begint het met de ludieke acties van de Kabouterbeweging (1969-1974), waarbij ex-provo's het voortouw nemen. In het voorjaar van 1970 dopen zij Breda om tot Kabouterstad, waarmee deze stad voortaan tot hun alternatieve Oranje Vrijstaat behoort: een eigen staat waarvan de grenzen samenvallen met die van de Nederlandse. Het Department van Volkshuisvesting van deze alternatieve staat roept op 5 mei 1970 de eerste nationale kraakdag uit.
In de loop van de jaren zeventig krijgt de kraakbeweging in Nederland verder gestalte; enkele tienduizenden jongeren raken erbij betrokken. In het kielzog van de oliecrisis van '73 blijft de werkloosheid sterk groeien en vooral onder de jeugd. Kraakgroepen zien het levenslicht, zoals begin 1976 in Den Bosch. Van een wat andere orde is Bredaas Kamer Kollektief (BKK), dat afstamt van de radicale actiegroep Rode Jeugd, deze afkomst geenszins verloochent en uitgroeit tot meest beruchte kraakgroep van het land. In tegenstelling tot andere kraakgroepen buiten Amsterdam is het BKK niet verbonden met een JAC, een Jongeren Advies Centrum. Die JAC's zijn op hun beurt een aangewezen werkplek en trefpunt voor studenten van de Sociale Academie, een onderwijsvorm die in de vroege jaren zestig is ontstaan en waar het ideaal van meer studenteninspraak in het hoger onderwijs gestalte krijgt. Het zijn deze studenten die achter latere initiatieven als de Vrije Boekhandel, uitgeverij De Geus en drukkerij Salsedo zitten. In Breda studeren ze aan de in 1961 gestichte Sociale Academie Markendaal en komen ze samen in de café's De Bommel en De Beyerd. Het JAC is in deze stad geopend op 1 januari 1971 aan de Catharinastraat 7 in de oude boekwinkel van Oeds Helmhout. Aan het einde van dat jaar zijn daar 3500 jongeren binnengelopen, om advies te krijgen op het gebied van bijvoorbeeld huisvesting, de relatie met hun ouders, seksualiteit, werk en drugsgebruik. Ook in andere Brabantse steden ondersteunen het JAC en studenten van de Sociale Academie de krakers en ook kraken ze zélf.
Nederland komt in de jaren zeventig en tachtig bekend te staan als krakersparadijs, met zo'n 50.000 jongeren die bij de kraakbeweging betrokken zijn. Opvallend is dat de Nederlandse overheid het kraken al snel gedoogt. Het is in deze tijd legaal om panden te kraken die langer dan één jaar leeg staan. Buurtbewoners benaderen krakers meestal welwillend en werken soms met ze samen. De kraakbeweging van toen wordt wel gezien als een 'nieuwe sociale beweging', die buiten de gevestigde politieke orde is ontstaan en niet met politieke partijen of bestaande belangenorganisaties verbonden is (anders dan bijvoorbeeld de arbeidersbeweging).
De opkomst van de kraakbeweging is onderdeel van een opvallende golf van maatschappelijk activisme, die Nederland en andere West-Europese landen van circa 1968 tot 1982 overspoelt. Over het algemeen nemen jongeren hierbij het initiatief: studentenacties voor de democratisering van het hoger onderwijs; de tweede feministische golf; de derdewereldbeweging; protesten vanuit de vredesbeweging zoals de massale Vietnamacties van eind jaren zestig en de protesten bij de grote Brabantse vliegbases zoals Volkel en Woensdrecht. De kraakbeweging groeit en raakt ook verweven met deze parallelle sociale bewegingen. Illustratief is de kraak in 1977 van een winkelpand aan het Stationsplein in Den Bosch met het doel om daar een Vrouwenhuis te vestigen.
De kraakbeweging van eind jaren zeventig en begin jaren tachtig is goed georganiseerd. Krakers ontwikkelen hun eigen media (Breda in Aktie, Kleintje Muurkrant in Den Bosch, de Tilburgse muurkranten), drinken hun drankje in eigen 'kafees', beginnen eigen ondernemingen (Aktiewinkel 'In de krakeling' en boekwinkel Den Duvel in Den Bosch, drukkerij Salsedo in Breda), maken eigen radio (Radio Vrij Den Bosch, of het samenwerkingsverband Radio Prikkeldraad tijdens n de acties bij vliegbasis Woensdrecht), eigen toneel (Toneelwerkgroep Proloog in Eindhoven) en eigen films (Kritiese Filmers in Breda). Ook door specifieke kleding, haardracht en (protest)leuzen krijgt deze nieuwe subcultuur vorm.
Eind jaren zeventig bereikt de kraakbeweging een hoogtepunt. De woningnood is echter nog onverminderd hoog. Zo ook in Den Bosch, waar de vele opleidingen in de stad scholieren en studenten aantrekt zonder dat er genoeg en betaalbare huisvesting voor hen is. Uit protest hiertegen is in 1978, tijdens de 'Bossche Kraaklente', in de stad een groot aantal panden gekraakt. Waaronder veel oud rooms vastgoed, zoals het leegstaande Redemptoristenklooster, de oude bisschoppelijke kweekschool van de Fraters van Tilburg (toen een pedagogische academie) in de Sint-Josephstraat, en het oude ziekenhuis Sint Joan de Deo aan de Papenhulst, dat op maandag 17 april 1978 door pakweg 100 actievoerders werd gekraakt en omgedoopt tot 'De Paap'.
Het kraken gaat ook in Brabant onverminderd door. Op 26 februari 1978 wordt een Tweede Nationale Kraakdag uitgeroepen, deze keer niet door de Kabouters maar door het Landelijk Overleg Kraakgroepen (LOK). In Den Bosch is die dag door vijftig krakers, onder het toeziend oog van vele honderden winkelende burgers, een pand op de markt gekraakt. Ook in Eindhoven zijn volop krakers actief. In de wijk Tivoli zijn rond 1980 zo'n vijftig woningen gekraakt en velen van hen kraken op 30 mei 1980 (de dag van 'Geen woning, geen kroning' en de krakersrellen in Amsterdam) de oude verpleegstersflat aan de Vestdijk. De Eindhovense kraakbond neemt hierbij het initiatief, maar ook doen het JAC, leden van de PSP en CPN, en het Woningnoodcomité mee. Uiteindelijk doen 135 mensen mee met de kraak. Dat blijkt wat te veel van het goede en een deel van hen wijkt daarom uit naar de Paradijslaan. De kraak van de Vestdijkflat illustreert ook wat er mis kon gaan. Een van de krakers noemt het achteraf een 'zooitje': iedereen kon er zomaar naar binnen en het pand trok heel verschillend volk, zowel sociale krakers die de beweging vormgaven als asociale krakers, junkies en criminelen. Het was er complete anarchie, een vrijstaat met veel seks, drugs en rock & roll. Opvallend detail dat wordt opgemerkt door een oud-bewoner is dat ook vijftien- tot zeventienjarigen uit de omliggende dorpen, die nog niet oud genoeg waren voor een eigen woning maar wel het thuiswonen zat waren, bij het kraken hebben meegeholpen.
Rond 1982, 1983 is de bloei van de kraakbeweging voorbij, iets wat geldt voor de meeste protestbewegingen van de lange jaren zeventig. Halverwege de jaren tachtig valt de Eindhovense kraakgroep in de Vestdijkflat uiteen. Een deel krijgt vervangende huisvesting van de gemeente. De flat wordt voortaan verhuurd aan studenten. Landelijk begint de kraakbeweging aan invloed en sympathie te verliezen. In de Eindhovense wijk Tivoli in het begin van de jaren tachtig bijvoorbeeld, uit onvrede over krakers die die zich niet veel van de buurt aantrekken en veel overlast veroorzaken door feesten en vervuiling van tuinen en woningen. Interne verdeeldheid maar ook een golf van gewelddadigheden (het kroningsoproer in Amsterdam van 30 april 1980 en de krakersrellen in de Vondelstraat van eerder dat jaar) speelt hierbij een rol. In Breda worden een jaar later, op Beatrix' eerste Koninginnedag, worden 148 jongeren op basis van uiterlijk preventief (een leren jack of iets dergelijks) opgepakt, uit vrees voor escalatie vanuit de kraakbeweging.
In de literatuur worden de neergang van de kraakbeweging en de bredere golf van activisme ook in verband gebracht met een spectaculaire politieke wending. De jaren zeventig staan immers niet alleen in het teken van massale uitingen van protest en oppositie en linkse of hervormingsgezinde dominantie, ook de opmars van conservatieve en liberale tegenkrachten (zoals de VVD van Hans Wiegel). Het kabinet-Biesheuvel II liberaliseert de woningmarkt en laat de huren stijgen. Sinds 1 oktober 2010 is het kraken van een huis strafbaar op basis van de Wet Kraken en leegstand. Het zal een van de redenen zijn dat, hoewel de woningnood nog onverminderd hoog is, dit nog niet heeft geleid tot een tweede bloei voor de kraakbeweging.
Heb jij nog levendige herinneringen aan de protesten en jeugdcultuur van de jaren '60, '70 en '80? Reageer dan hieronder, deel je herinneringen en vul deze pagina aan. Of stuur ons foto's en ander oud materiaal, om op de site te plaatsen. Klik hier voor alle contactmogelijkheden. Of mail direct naar info@bhic.nl.