skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg

We wilden een ander leven dan onze ouders

‘Heel erg georganiseerd is het niet geweest hoor’, vertelt oud-actievoerder Lex Polman over de Bossche kraakbeweging in de jaren zeventig en tachtig. Ons gesprek is nog maar net begonnen en de rode draad dient zich aan: het anarchistische en kleinschalige karakter van die actiewereld. ‘Je moet het losser zien. Vertrouwen hebben in elkaar en in jezelf, dat was onze motor. Als jij mij vroeg, “we gaan daar actie voeren, doe je mee?”, dan deed ik dat omdat ik je vertrouwde en in die actie geloofde. Op deze manier leerde je in korte tijd heel veel mensen kennen. En al gauw was er geen actie meer waarbij je niet betrokken was.’


Kraakactie tijdens de Bossche 'kraaklente'; krakers nemen het voormalige ziekenhuis Sint Joan de Deo aan de Papenhulst in gebruik op maandag 17 april 1978. (Foto: Erik van Zwam. Bron: collectie BHIC)

Anarchisten en de autovrije Markt

Krakers bestormen het voormalige ziekenhuis Sint Joan de Deo aan de Papenhulst tijdens de Bossche 'kraaklente' van 1978

Lex wijst naar de protestaffiches op tafel. ‘In de herfst van 1977 kwamen winkeliers in actie tegen plannen van B&W om de Bossche Markt autovrij te maken. Over die Markt reden toen nog volop auto’s en het was ook één grote parkeerplaats. De Bossche middenstand was echter fel tegen het plan om deze autovrij te maken, uit angst dat er geen publiek meer zou komen winkelen. Uit protest hingen zij daarom zwarte vlaggen uit. Om dit protest in de kiem te smoren hebben wij toen dit affiche ontworpen en ‘s-nachts aan de muren geplakt. Met als gevolg dat de winkeliers de volgende dag alle vlaggen weer naar binnen haalden. Want geen van hen wilde met het anarchisme geassocieerd worden natuurlijk’, lacht hij. ‘Wij hebben dat affiche zelf gedrukt in onze drukkerij De Vrije Zeefdruk. Deze wisselde nogal eens van locatie en ook in ons pand was het raak. Ons bad was ooit emaille wit, maar werd al gauw heel erg vies want we kregen nooit alle verf eruit. Maar we hadden het er voor over.’

Ik vraag Lex of we dit dan een actie van de anarchisten Den Bosch moeten noemen. ‘Dat heb ik mij ook af zitten vragen. Het was niet echt een anarchistische beweging maar we hadden wel veel anarchistische ideeën.’ Er waren allerlei acties en groeperingen en deze overlapten. ‘Er waren mensen die muurkranten maakten maar niet bij de kraakbeweging zaten en omgekeerd. Iedereen zat wel in meerdere “clubs”. Maar dat was dus niet georganiseerd in de zin dat er een bestuur of stichting was. Er waren bijvoorbeeld ook mannen actief in de vrouwenbeweging. Die liepen mee in de Heksennacht.’

IJs uit de wastafel slaan

Lex heeft aan de Kunstacademie gestudeerd. Eerst in Breda, maar na afronding van het eerste jaar vertrok hij in 1975 naar Den Bosch. Daar zette hij zijn studie voort en vond hij een kamer aan de Parklaan 4, waar hij bij zijn vriendin introk. Maar al vrij snel moesten zij eruit, omdat de huur opgezegd werd. ‘Nu had ik via via wat gehoord over een ‘werkgroep kamerbewoners’ van het JAC (Jongeren Advies Centrum), maar deze kon mij weinig méér vertellen dan dat er in de stad geen kamers waren. Wel zou ik een kijkje kunnen nemen op het kraakspreekuur (volgens mij was dat in De Boerenmouw). Ik had toen geen idee wat dat was. Via deze wegen kreeg ik informatie over leegstaande woningen en het openbreken ervan. Dat vond ik wel wat. Vervolgens hebben we Hinthamerstraat 120 gekraakt, de voormalige slagerij Van Valderen. Dat was mijn eerste kraakpand, zonder verwarming en dus stervenskoud. ‘s-Morgens sloeg je het ijs uit de wastafel. Vreselijk.’

‘Ik was er dus vanaf het begin bij', vervolgt Lex. 'Ja en dit was overal in Nederland, een beweging tegen de gevestigde orde en cultuur. Ik denk dat ik op zo’n tien adressen in Den Bosch heb gezeten. Ik was erbij tijdens de “kraaklente” van 1978. We hadden toen het plan om drie grote complexen te kraken. We hadden dat allemaal voorbereid inclusief affiches. Maar de eerste dag ging het al mis. We hadden met de NOS afgesproken dat ze verslag van de acties zouden doen. En die laten 's-avonds op het journaal het verkeerde affiche zien. Niet die voor het oude ziekenhuis St. Joan de Deo (De Paap), dat we die ochtend hadden gekraakt, maar voor een pand dat pas de volgende dag in de planning stond. Wat een ramp. Toch lieten we het doorgaan en ook die kraakactie werd een succes. “Kijken jullie geen journaal?”, hebben we de politie toen nog gevraagd.’

Nieuwe subcultuur

Er ontstond een subcultuur. De krakers begonnen een kraakcafé, maakten zelf radio, plakten muurkranten en verspreidden Kleintje Muurkrant en het Brabants Kakblad. Kleinschaligheid stond daarbij voorop. ‘We hadden niet zo veel met de grootschalige industrie’, aldus Lex. Het was dus niet toevallig dat in deze tijd ook de eerste biologische voedingswinkel werd geopend, De Maretak, in een gekraakt pand van Marggraff in de Vughterstraat.

Naast kleinschaligheid was ook anarchisme karakteristiek voor de beweging. ‘Er was geen leiding die zei: “we hebben zus en zo georganiseerd”. We organiseerden juist zo min mogelijk. Dat kwam pas later, zoals op de Papenhulst, waar ze heel lang bezig zijn geweest om het gebouwencomplex te behouden en veel gesprekken met de gemeente hebben gevoerd. Dan moet enige organisatie wel.’ Lex herinnert zich nog een andere actie waarbij dit het geval was, aan het Heetmanplein (Wilhelminaplein). ‘Dat is dat rare plein aan de zuidkant van Den Bosch, een verkeersknooppunt richting Vught, waar de PNEM ook zat of zit (Provinciale Noord-Brabantse Electriciteits Maatschappij). Er waren toen protestacties tegen bezuinigingen in het onderwijs, waaronder dus de bezetting van dat plein. Ik had geen idee hoe dat plein eruit zag, maar zou het wel organiseren. Uiteindelijk hebben we het bezet door gewoon op alle zebra’s te gaan zitten en op dat moment leer je heel snel heel veel mensen kennen. Dit was een grote actie van studenten van de Sociale Academie, Kunstacademie en misschien ook al wel de HTS en HAS.

Kenmerkend voor de kraakbeweging was dat de betrokkenen meestal niet kansarm waren, zegt Lex. Dat waren mensen die hoger onderwijs hadden gevolgd of nog student waren. Er zaten bijvoorbeeld veel studenten tussen van de Kunstacademie en de Sociale Academie. ‘Het grappige was (dit hoorde ik pas later) dat die twee academies aanvankelijk écht aparte groepen waren. Dat mengde niet zo. Pas vanaf 1975, met de opkomst van de kraakbeweging, zijn zij meer samen op gaan trekken in allerlei bewegingen, ook met studenten van de HAS en HTS trouwens. Ook hadden wij een eigen Advocatencollectief, dat ons hielp als we in de problemen zaten.'

Maar niet alle kraakgroepen in de stad hoorden dus bij deze kansrijke groep. Op de Noordwal bijvoorbeeld waren de krakers grotendeels kansarm en ook eerder geneigd om op de vuist te gaan als daar politie zou komen. 'Gewoon omdat ze gewend waren dat als ze onrecht werd aangedaan, je erop los slaat', vertelt Lex. 'Op een gegeven moment wilde het Advocatencollectief ze daarom ook niet meer helpen. Toen ben ik heel boos geworden, want dat zijn precies de mensen die je moet leren dat ze niet de vuisten gebruiken en juridisch hun gelijk kunnen halen. Help dan óns niet, want daar zit niemand tussen die kansarm is. Nou misschien een paar… maar iedereen is volgens mij toch goed terecht gekomen.’

De krakers hadden elkaar nodig en hielpen elkaar ook veel. Zo heeft Lex nog gas, water en licht geregeld in de Bossche kraakpanden, bijvoorbeeld in de Kastanjestraat. 'Dat was een hele rij gekraakte woningen, afgesloten van energie en wachtend op de sloop. De gasmeter was er al uit, maar er stond nog wel druk op de binnenkomende leiding. En die krakers gingen dus met tape en een stuk fietsband alsnog verbinding maken. Ja, levensgevaarlijk natuurlijk... Zulke dingen hoopte je dan snel op te lossen. Dat heb ik veel gedaan. Maar mensen snapten ook wel dat je niet alles volgens de regels kon doen.’

Emmaplein


Arnold Karskens schildert het gedicht (foto ingezonden door Lex Polman)

Wat acties bij kraakpanden betreft heeft Lex nog levendige herinneringen aan de ontruiming van het Emmaplein. ‘Wij zaten daar in een pand dat was gekocht door Wilma BV, als belegging. Maar het stond al jaren leeg. Het Brabants Dagblad was onze buur. Arnold Karskens, een van de betrokken activisten, wilde toen op de zijkant van het kraakpand het volgende gedicht schilderen:

“Hoe men het ook wendt of keert,
de ervaring leert,
dat B&W van deze stad en alle hogen omen,
de bevolking van deze stad liever zien gaan dan komen.”

Nog maar net begonnen kwam de politie aanrijden om te vertellen dat dit echt niet kon. Toch zouden wij later nog een poging ondernemen. We drukten namelijk al enige tijd Kleintje Muurkrant en toen dacht ik: “als ik een brievenhoofd van Wilma BV kan vinden, dan kan ik die toestemming fabriceren. Dus ik heb in drie kleuren het briefpapier van dit bedrijf nagedrukt en een keurig briefje geschreven zoals Wilma BV dat zou doen. Een paar dagen later stonden we weer te schilderen en opnieuw kwam er politie, maar toen hadden we toestemming. “Harstikke mooi”, zeiden ze, “bedankt en tot ziens”. En toen is dat gedicht op de muur gekalkt.’ Wilma BV heeft er nooit meer op gereageerd.'


De politie arriveert; links Karskens (foto ingezonden door Lex Polman)

Lex heeft het pand toen met anderen gekraakt. ‘Er waren twee bovenwoningen. Die hebben we doorgebroken. Daar hebben we toen met onze woongroep een paar jaren gezeten.’ In de benedenruimte begonnen ze een eigen drukkerij: Rebel.

Ontwaken onder Gregoriaans gezang

‘Na de ontruiming van het Emmaplein namen wij onze toevlucht in de Sint Jan, in de kapel De Goede Herder. Dat was bijzonder. Ik zie nog een van de inspecteurs van de politie staan. Hij zei dat dit niet kon, in een kerk. Nou ja, natúúrlijk kon dit wel in een kerk, maar wat hij bedoelde is waarschijnlijk dat de politie daar niet kon ontruimen. Dat wisten wij ook wel. De koster moest het dus oplossen. Die zat met ons in de maag en heeft uiteindelijk gezegd dat wij de kapel mochten gebruiken. Ik werd toen ’s-morgens wakker met Gregoriaanse muziek en dacht “waar ben ik”? We zijn hier geloof ik twee nachten gebleven. Vanuit de kerk was er wel begrip, maar in hoeverre dat stoelde op eigen geweten of het voorkomen van negatieve publiciteit weet ik niet. Want als je krakers die net uit huis zijn gezet, als koster de kerk uitduwt (vrijwillig gingen we niet), maak je geen goede publiciteit. Uiteindelijk zijn we zelf vertrokken.’

Kraak van oud rooms vastgoed

Vervolgens gingen Lex en de anderen naar het Redemptoristenkloosterde aan de Sint-Jozefstraat, waar zij het noviciaatsgebouw, ooit bedoeld voor de paters in opleiding, hebben gekraakt. 'Je kon daar in de kamers zien, door de sporen, hoe de paters rondjes hadden gelopen,’ lacht Lex. ‘De vloer was helemaal uitgesleten. En dat zag je dus wel meer, die laatste sporen van katholicisme in de stad, van die grote panden waar ze geen raad mee wisten. Al dat onderhoud… En dan werden er bijvoorbeeld massaal gastarbeiders in gepompt. Ik weet nog dat ik eens door de gang van zo'n pand liep en mij verbaasde over iets wat ik in de hoek zag… Dat was bloed en niet zo’n beetje ook. Dat bleek dan slachtplek van het huis, waar schapen aan de centrale verwarming waren vastgebonden. Ook herinner ik mij het gekraakte oude ziekenhuis van de Broeders der Barmhartigheid aan De Papenhulst, waar Jonker Fris uit Heusden Turkse gastarbeiders had ondergebracht. Na het vertrek van deze gastarbeiders heb ik foto’s gemaakt van hoe de broeders zélf het pand kapot hebben laten slaan, in de hoop de krakers te verjagen.

Ontruiming Pedagogische Academie


Pedagogische Academie, 1982 of 1983 (Bron: collectie BHIC)

Een van de laatste panden die Lex en de anderen hebben gekraakt was de Pedagogische Academie (PA). Daar heeft nog een kraakkafee gezeten. De ontruiming, die wel als het einde van de grote kraakbeweging in Den Bosch wordt gezien, maakte veel indruk. Lex zat in de kelder, waar als voorbereiding op het politieoptreden een bunker was gebouwd (een beetje zoals in De Paap). ‘We hadden daar deuren gemaakt van glas en staal. Deze zouden met een snijbrander heel slecht open te snijden zijn. En die waren voor onszelf verrijdbaar. Ze lagen in een rail, waarin kogellagerkogels lagen. Maar als je deze deuren borgde, waren ze niet meer weg te krijgen. En ik weet niet of politie het wist, maar uiteindelijk zijn zij vanaf de begane grond, door de vloer, de kelder in gegaan. Om het voor hen onhandig te maken hebben we nog alle tl-buizen en dus verlichting kapot geslagen. Toen zagen we ook zelf niks meer.’

Een ander leven dan onze ouders, een andere maatschappij

Uiteindelijk is wel begrip gegroeid voor de beweging, vertelt Lex. De polarisatie en agressiviteit, zoals tijdens kraakacties in Marggraffs Vughterstraat, was pas van later. Alles overziend waren de acties vriendelijk richting de bewoners. Uiteindelijk heeft de gemeente veel gekraakte panden aangekocht, waarmee ze zijn gered van de sloophamer.

‘Voor ons was actievoeren bijna een doel op zich. We wilden een ander leven dan onze ouders en een andere maatschappij. We waren op zoek, niet naar een politieke beweging of vakbond, maar naar vrijheid en we wilden een nieuwe, eigen wereld creëren met mensen om je heen waar je vertrouwen in hebt. Deze overtuiging en inzet, die zijn gebleven tijdens mijn opleiding, mijn werk en de rest van mijn leven. Dat is een soort permanent proces.’

Of dat bouwen aan die nieuwe wereld gelukt is? Lex lacht. ‘Of mijn leven geslaagd is? Nou, ik vind zelf van wel. Moet je mijn partner ook even vragen.’

Reageren

Reageer hieronder en deel je herinneringen aan de protestbewegingen van de jaren zestig, zeventig en tachtig. Ook zoekt het BHIC voor dit thema foto's en ander oud materiaal, om op de site te plaatsen.

Deel verhalen en foto's

Boek over de Bossche beweging

Er wordt gewerkt aan een boek over de opstandige jaren 1975-1985 in Den Bosch. Makers zijn journalist Eric Alink en documentalist Gertjan van Beijnum, die beiden actief waren in de toenmalige beweging. Verder bestaat de redactie uit sociaal historicus Frans Van Gaal, vormgever Maarten Sterneberg en Rob Koolen. Heb je verhalen of beeldmateriaal uit die tijd? Stuur een berichtje aan denboschinbeweging@gmail.com. De makers nemen contact met je op. Je kunt je ook aanmelden als je te zijner tijd extra info over het boek wil.

Bekijk ook

Protest in Brabant

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen

Doe mee en vertel jouw verhaal!