
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Zo zijn tijdens het Twaalfjarig Bestand diverse bastions gebouwd, waarvan bastion Vught, bastion Baselaar en bastion Sint Anthonie bewaard zijn gebleven met daarnaast nog twee andere nl. bastion Oranje uit 1634 en uiteraard later ook de Citadel, met als ‘spotnaam’ de Papenbril.
In 1672 ging het vooral om het slechten van de diverse forten!
In dit deel komen de verdedigingswerken aan bod. In het vervolgdeel gaan we nader in op de leveringen, diensten en betalingen uit Peelland in verband met het Bossche Garnizoen.
De Pettelaarse Schans of fort Saint Michel was een fort ten zuiden van de stad ’s-Hertogenbosch. Dit fort is gebouwd in 1623 nadat Maurits van Oranje zowel in 1603 als in 1622 de stad probeerde in te nemen. Bij elke aanval lieten de Bosschenaren het moeras rondom de stad onder water lopen. Maurits zelf belaagde de stad vanuit een aldaar gelegen hoogte. In 1623 bouwde men de Pettelaarse Schans. Goed zes jaren later zou Frederik Hendrik er toch in slagen de stad in te nemen. Uiteindelijk werd het fort in 1672 bij het begin van de Hollandse Oorlog gesloopt om te voorkomen dat de Franse legers het fort zouden innemen. Het was toen al enigszins in verval geraakt en had geen militaire functie meer.
Over de sloop is in het Peellandarchief de nodige informatie terug te vinden. De gouverneur van ’s-Hertogenbosch, de Heer van Poederoijen Johan Kickpatrick, publiceerde op 7 april 1673 een herhaalde oproep tot levering van honderden mannen met schoppen en spaden en karren tot slechting van de Pettelaarschans en maande kwartierschout Crommon van Peelland om dit snel te regelen. Hij constateerde dat diverse dorpen verstek hadden laten gaan.
Op 15 april 1673 volgde de aanbesteding van dit werk met berekening van de financiële bijdrage: de totale kosten i.v.m. het slechten van fort Pettelaar kwam neer op de volgende bedragen: Peelland 4.127 gl. Kempenland 2.187 gl. Oisterwijk 2.798 gl. en Maasland 1.206 gl., hetgeen voor de hele Meierij een respectabel bedrag van 10.318 gl. betekende.
Gouverneur Kickpatrick was in 1670 bevorderd van commandant tot gouverneur van ’s-Hertogenbosch. Buiten het feit dat hij bekend stond als anti-papist was hij als gouverneur militair gezien geen krachtfiguur schrijft Gudde en toen in 1672 de oorlog uitbrak bleek de vesting van de stad te beschikken over een onvoldoende garnizoen en ontbrak het aan kanonnen en oorlogsmunitie.
Het Bossche garnizoen was in wezen niet zo geweldig uitgebreid. Er was eerder sprake van een ‘klein garnizoen’. Nadat de Franse maarschalk Turenne in juli Crèvecoeur had aangevallen werd meteen besloten om fort Orthen ook te slechten of te ontmantelen en het aldaar aanwezige geschut over te brengen naar de binnenstad.
Historicus van Heurn heeft altijd in twijfel getrokken of dat bevel tot slechting van dit verdedigingswerk onmiddellijk uitgevoerd werd, wat hij baseerde op het gegeven dat acht dagen na het nemen van dat besluit er muiterij was uitgebroken op het genoemde verdedigingswerk. Bovendien beargumenteerde hij die opvatting om dat het fort op een kaart uit 1674 nog steeds stond aangegeven, terwijl bij fort Pettelaar uitdrukkelijk stond vermeld ‘gedemolieert in 1673’.
In dezelfde maand juli werd ook het besluit genomen om op basis van defensieredenen de kerk van Orthen af te breken. In het kwartiersarchief spreekt men regelmatig over ‘de hoogten te Orthen’.
Het voormalige fort Crèvecoeur lag op de grens van Holland en Brabant, oostelijk van de plaats waar de Dieze in de Maas uitmondt en ten westen van de oude schans te Empel.
Nadat de Fransen in 1672 dit fort tot tweemaal toe tevergeefs hadden opgeëist sloten zij het nauwer in en op 14 juli werd het onder vuur genomen. Op het fort zelf werden meerdere kanonnen stuk geschoten. Nadat men door de palissaden heen was gedrongen werd tot een stormaanval besloten. De Franse troepen bezetten het fort en bleven er overwinteren. Door druk van buitenaf besloten ze toch om Crèvecoeur te verlaten. Voor het zover was staken ze de militaire woningen in brand en alle andere gebouwen. Alleen de garnizoenskerk werd gespaard. Met 500 pond buskruit lieten ze het fort de lucht in vliegen en vernielden daarmee een groot deel van de vesting.
Uit vrees dat ze zouden terugkeren en zich zouden verschansen achter de wallen gaven de Staten-Generaal opdracht aan de toenmalige gouverneur van de stad om Crèvecoeur te slechten. Met Crèvecoeur hadden ze ook de aanval geopend op de schans te Engelen.
Dit fort is tijdens het Twaalfjarig Bestand [1609-1621] gebouwd. Het heeft die naam te danken aan de voormalige Hertogin Isabella, hertogin van Brabant en dochter van koning Philips II. Het is een regelmatig vijfhoekige schans met vijf bastions. Samen met fort Sint-Anthonie diende het om het zuidelijke gedeelte van de stad Den Bosch te beschermen. Isabella was de grote schans en Sint-Anthonie de kleine schans.
In 1623 werd het gedeeltelijk geslecht. Ook wilde men de rivier de Dommel beschermen tegen vijandelijk ingrijpen vanaf het water. In bovenstaande lijst met details wordt duidelijk dat het fort geslecht moest worden, waarvoor veel Meierijenaars in touw zijn geweest op basis van de ordonnanties van gouverneurs en legeroversten.
De Citadel is een voormalig fort gelegen aan de Citadellaan. Het is gebouwd tussen 1637 en 1645. In de 14e en 15e eeuw stonden er gewoon huizen zoals dat ook het geval was bij het bastion Orthenpoort, een poort daterend uit de eerste helft van de 14e eeuw. Men is met de bouw van de Citadel begonnen na de inname van de stad in 1629. Het fort kreeg oorspronkelijk de naam van ‘Fort Willem Maria’, vernoemd naar de twee kinderen van Frederik Hendrik die de stad had veroverd op de Spanjaarden.
Om het fort een vrij schootsveld te bezorgen werd de wijk Ortheneind gesloopt samen met de Sint Petrus en Pauluskerk. Sinds 1985 is in het huidige complex het BHIC gevestigd.
De oudste afbeelding van dit fort komt voor op een Spaanse legerkaart uit 1604. Het was een verdedigingswerk met vier bastions. Het was door een brede gracht omgeven en het land was laag afgegraven. Een tweetal bruggen vormden een verbinding met de smalle weg van ’s-Hertogenbosch naar Vught, die tussen de Dommel en de fortgracht naar Vught leidde. Het fort had een verdedigingsfunctie niet alleen ten behoeve van de steenweg, maar ook van de waterweg naar de stad nl. de Dommel. Ook op kaarten van Hondius en Prempart staat het fort ingetekend. Het stond bekend als ‘het kleine fort’, dit in tegenstelling van de Isabellaschans die als ‘het groot fort’ bekend stond.
Wat betekenden deze ontwikkelingen nu voor het Kwartier van Peelland?
Deels informatie op basis van wikipedia;
vervolgens het standaardwerk van kapitein C.J. Gudde, ’s-Hertogenbosch Geschiedenis van vesting en forten, 1974’ (BHIC toegang 1142 inv.nr. 27 A 18) en Vier eeuwen geschiedenis van het garnizoen ’s-Hertogenbosch (BHIC toegang 1142 inv.nr. 17 E 21);
Kwartiersarchief Peelland toegang 2, de verslagen per dorp uit inv.nrs. 155-159;
Mr. J.H. van Heurn, Historie der stad en meyerye van ’s-Hertogenbosch deel 3 1648-1729 [Utrecht 1776 heruitgave van 1974]; Creative Commons;
Kwartiersarchief Peelland toegang 2, inv.nr. 155 met praktijkvoorbeelden;
Kwartiersarchief Peelland toegang 2, inv.nr. 362 over het geschil m.b.t. Sterksel.
Meer weten over het Rampjaar 1672 in het Kwartier van Peelland?
P.s. Al mijn gedetailleerde aantekeningen uit het kwartiersarchief zijn inmiddels opgenomen in mijn website henkbeijersarchiefcollectie.nl waarin elk van de Peeldorpen uitgebreid aan bod komt met veel detailinformatie.