Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Of je nu resoluties leest van de Raad van State of van de Staten Generaal, altijd kom je wel iets spectaculairs tegen. Zo ook deze keer in Heeze bij Leende. Dankzij een uitgebreide missive - gedateerd 17 augustus 1761 van P.Ekringa, de stadhouder van de kwartierschout van Peelland - worden we meegenomen naar een herberg die werd gerund door de weduwe Mattijs Gerit Deelen. Daar arriveerden in de nacht van 5 op 6 augustus 7 à 8 militairen met maar liefst 13 paarden met daarnaast nog een kar bespannen met één paard waarop de nodige bagage was geladen, zonder overigens te kunnen zien wat voor een lading het was.
Vanuit Heeze was het gezelschap naar Someren getrokken waar ze in dat dorp constateerden dat er zich een bende had verzameld van zo’n 80 personen. Op de 7e augustus ’s morgens vroeg vertrokken die bendeleden van daar weer, dwars door de hei, naar het gehucht Heugten onder Maarheeze. Merkwaardigerwijs lieten ze een aantal manschappen achter op de hei van Someren tegenover Nederweert. De rest van de groep zette koers vanuit Heugten naar Weederbosch [misschien Weerterbos bedoeld?] waar ook weer behoorlijk wat manschappen werden achtergelaten. Wat ze allemaal in hun schild voerden of waarom ze daar achterbleven blijft gissen.
Duizend dukaten!
De rest, ongeveer 13 à 14 lieden, vervolgden de tocht naar de stad Weert, waar ze zich meldden bij de borgemeesters en eisten aldaar een contributiebedrag van maar liefst 1000 dukaten. Als of dat nog niet genoeg was deden ze ook het ‘Witte Klooster’ in de stad aan waar eveneens 1000 dukaten werden gevorderd en het nonnenklooster in de stad werd ook niet ontzien. Ook daar zou men de eerwaarde zusters een bedrag van 800 dukaten willen afpersen. Gelukkig hielden de gedupeerden het hoofd koel en vroegen onafhankelijk van elkaar aan de ‘bezoekers’ of ze konden bewijzen dat deze contributie gerechtvaardigd was en uit wiens naam ze handelden. De bendeleden lieten een brief zien maar dat was voor de borgemeesters en kloosterlingen geen afdoende bewijs en ze weigerden pertinent ook maar één dukaat aan de ‘heren’ te overhandigen. Het was voor hen vermoedelijk niet de eerste keer dat ze met dit soort geintjes geconfronteerd werden!
Het vermoeden groeide dat het om een groep vagebonden of deserteurs ging. Social media brachten toentertijd nog geen uitkomst, maar toch ontstond vrij kort daarop onder de burgerij groot tumult. Men rook kennelijk de nodige onraad. De groep van 14 had zich inmiddels teruggetrokken in de herberg ‘het Sweert’ van waaruit men prachtig zicht had op een wachtpost waar twee personen, gewapend met hun geweer, de wacht hielden voor het stadhuis. De bende ontdekte plotseling dat de wachters naar huis gingen en hun geweren achterlieten. Enigen van hen snelden naar de wachtpost en maakten de geweren onklaar, maar een aantal attente burgers zag dat lieve leventje aan.
Onraad
Ze twijfelden geen moment en onmiddellijk werd de klok getrokken ten teken van onraad en binnen de kortste keren volgde een vuurgevecht tussen lieden van de burgerij en de bendeleden. Twee doden en één zwaargewonde die uiteindelijk ook aan zijn verwondingen overleed was het resultaat. In herberg ‘het Sweert’ zaten nog steeds een 10-tal bendeleden die de schrik van hun leven kregen toen een grote groep burgers de herberg binnendrong en de overgebleven vagebonden arresteerden.
Op zaterdag de 8e augustus werden de arrestanten vanuit Weert, onder een escorte van maar liefst 250 burgers, naar Roermond overgebracht alwaar ze waarschijnlijk wel gevangen zijn gezet. Daar meldt Ekringa niets over, maar hij verzoekt de Staten Generaal wel of ze acuut passende maatregelen willen nemen zodat voorkomen kon worden dat burgers door dat gespuis lastig gevallen werden!
bron: BHIC 178 inv.nr.99 Resoluties van de Staten Generaal folio 532