
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
In het begin van de jaren zestig gingen namelijk veel huishoudens en bedrijven voor de verwarming van hun huis of bedrijf over op oliestook. Kolenkachels maakten plaats voor oliekachels of C.V.-installaties die gevoed werden uit ondergrondse opslagtanks.
Later werd alsnog overgeschakeld van olie op aardgas, waardoor veel van deze tanks geheel of gedeeltelijk gevuld met olie vergeten in de grond bleven liggen. Het was gebleken dat olietanks een levensduur hadden van 20 tot 25 jaar. Na die periode werd het gevaar van doorroesten en dus van olielekkage steeds groter. De tanks waren gezien hun wanddikte en hun buitenlaag meestal goed beschermd tegen doorroesten van buiten af.
Aan de binnenkant verzamelde zich echter op den duur het zogenaamde ‘sludge’. Dit was een chemisch zeer agressieve substantie, die met name de bodem van de tank aantastte, met als uiteindelijk resultaat, dat door ontstane lekkage de resterende olie en ‘sludge’ de grond in konden sijpelen.
![]() |
![]() |
Het probleem deed zich voor, dat de olielekkage in de grond vaak niet of te laat werd opgemerkt. Een indicatie van een mogelijke lekkage kon zijn, dat er tijdens het omspitten van grond een olielucht te ruiken was. De gevolgen van zo’n olieverontreiniging konden groot zijn, zowel voor bomen en planten als voor buizen en leidingen van water, elektra en telefoon die hierdoor werden aangetast. Verder was bekend, dat 1 liter olie 1 miljoen liter drinkwater ongeschikt kon maken voor consumptie.
![]() |
![]() |
In 1991 zou een landelijke regelgeving van kracht worden, met voorschriften voor het onderhoud en de verwijdering van ondergrondse brandstoftanks. Omdat de niet-gebruikte tanks dan in vele gevallen zouden moeten worden verwijderd, verdiende het aanbeveling deze tanks tijdens de "Aktie Tankslag" nog te laten reinigen. Op verantwoord schoongemaakte tanks zou namelijk de nieuwe regeling niet van toepassing zijn.
Saneringen als gevolg van bodemverontreiniging zouden enorm veel geld kosten. Daarom en natuurlijk in het belang van het milieu, was het belangrijk dat de toenmalige eigenaren van niet gebruikte ondergrondse olietanks meededen aan de "Aktie Tankslag". In het kader van de samenwerking op milieutechnisch gebied werd deze actie gezamenlijk georganiseerd door de gemeenten Boekel, Erp, Heeswijk-Dinther, Sint-Oedenrode, Uden, Veghel en Zeeland.
![]() |
![]() |
Rond 20 januari 1990 werden de bewoners van panden waar wellicht nog een ondergrondse tank aanwezig was schriftelijk door het gemeentebestuur benaderd. Door het retourneren van een antwoordkaart kon men zich voor de "Aktie Tankslag" aanmelden.
Het was mogelijk dat niet iedere belanghebbende een brief ontving. In dat geval kon men zich telefonisch aanmelden bij de afdeling Algemene Zaken van het gemeentehuis. Het telefoonnummer was toen 04922-2977, toestel 20 of 21. Daar kon dan uiteraard ook informatie worden ingewonnen.
Bijna vier jaar later, op donderdag 18 november 1993, werd de ondergrondse olietank van onze voormalige buren (Kerkstraat 14) geruimd, mede doordat het pand in de verkoop was gezet.
De gebroeders Harrie en Theo van de familie Emonds die hier als jongens opgegroeid waren, hielden een oogje in het zeil tijdens het hele gebeuren en hielpen mee waar nodig. Het was ‘allemaal nog al eens ooit gebeurd’. Binnen een voormiddag ‘was het bekeken’.