
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Het kanaal begint in de Antwerpse haven bij Zandvliet. Het kruist de Hals van Zuid-Beveland en gaat via de Kreekraksluizen, ten oosten van Rilland, naar het Zoommeer, met een aftakking naar de haven van Bergen op Zoom. Op het Zoommeer wordt het kanaal begrensd door de Oesterdam aan de westkant en de Markiezaatskade aan de oostkant.
Vervolgens volgt het kanaal de loop van de Eendracht. Vóór de kanalisering scheidde deze rivier Tholen en Noord-Brabant. Na Sint Philipsland eindigt het kanaal in het Volkerak.
Na de Volkeraksluizen kunnen schepen via het Hollands Diep en de Dordtse Kil doorvaren naar Rotterdam en de grote rivieren.
Doordat de verbinding vooral van Vlaamse zijde werd verlangd, heeft de Belgische regering aanzienlijk bijgedragen in de kosten van het kanaal op Nederlandse bodem.
Over het Schelde-Rijnkanaal liggen diverse bruggen. Van noord naar zuid zijn dat op Brabants grondgebied de 'Fliplandse brug' tussen Sint Philipsland en Steenbergen; de Vossemeersebrug tussen Oud- en Nieuw-Vossemeer en de Eendrachtbrug tussen Tholen en Halsteren.
Na de bouw van de Oesterdam (1986) die van Zuid-Beveland naar Tholen loopt, is het Schelde-Rijnkanaal volledig getijdenvrij geworden. In de Oesterdam is net ten zuiden van Tholen de Bergse Diepsluis opgenomen, die toegang verschaft tot de Oosterschelde. De sluis is voorzien van een scheidingssysteem tussen het zoete water van het Zoommeer enerzijds en het zoute water van de Oosterschelde en het zoute deel van het kanaal ten zuiden van de Kreekraksluizen.
Het systeem is gebaseerd op het feit dat zoet water lichter is dan zout water. In de sluizen wordt het zwaardere zoute water onder het zoete gebracht; vervolgens wordt het zoete water weggehaald. Zodoende kan een sluis vol met schepen in zoet water worden omgezet in een kolk met dezelfde schepen in zout water. Voor schepen van de andere kant wordt het omgekeerde proces gevolgd. Het resultaat is dat bij elke schutting het water binnen het 'eigen milieu' blijft. Ook bij de Krammersluizen in de Philipsdam en de Kreekraksluizen wordt dit systeem toegepast.