Ooit had Vierlingsbeek nog een echt station, inclusief een rangeerspoor. Tegenwoordig is slechts sprake van een treinhalte. Het station Vierlingsbeek beschikte rond 1900 zelfs over een watertoren, waar de stoomtrein op het traject Venlo-Nijmegen halverwege water kon tanken. In die tijd deden zich twee spoorwegongelukken voor, een in 1916 en een in 1918.
Op 12 januari 1916 ontspoorde een personentrein uit de richting Venlo, omdat een wissel verkeerd stond. De schade bleef weliswaar beperkt, maar de spoorlijnen waren lange tijd versperd. Men vermoedde dat er opzet in het spel was en er werden zelfs twee verdachten gearresteerd. Tot een veroordeling is het echter niet gekomen.
In 1918 gebeurde er een veel ernstiger ongeluk, waarbij een spoorwegbeambte om het leven kwam en enorme materiële schade ontstond. In de vroege ochtend van 22 oktober kwam uit de richting Venlo een goederentrein, die op een rij stilstaande kolenwagens botste. De locomotief ontspoorde en aanrollende wagons schoven in en op elkaar. De wagons waren volbeladen met kunstmest. De zware massa veroorzaakte een enorme ravage.
In een van de achterste wagons zat de remmer Geurts. Hij kon niet meer op tijd uit zijn remkast komen en werd doodgedrukt. Dat de arme remmer nog maar een paar dagen van zijn pensioen af was, maakte het allemaal nog tragischer.
Op 12 januari 1916 ontspoorde een personentrein uit de richting Venlo, omdat een wissel verkeerd stond. De schade bleef weliswaar beperkt, maar de spoorlijnen waren lange tijd versperd. Men vermoedde dat er opzet in het spel was en er werden zelfs twee verdachten gearresteerd. Tot een veroordeling is het echter niet gekomen. 
In een van de achterste wagons zat de remmer Geurts. Hij kon niet meer op tijd uit zijn remkast komen en werd doodgedrukt. Dat de arme remmer nog maar een paar dagen van zijn pensioen af was, maakte het allemaal nog tragischer. 
