Dominee Hanewinckel stond van 1802 tot 1811 als predikant in Vierlingsbeek. In Noord-Brabant staat hij vooral bekend als de schrijver van zijn 'Reize door de Majorij', dat in 1799 en 1800 in twee delen verscheen. Daarin laat hij zich regelmatig negatief en zelfs hatelijk uit over de katholieke bevolking.
Hij schreef deze boeken in Oostgraftdijk, waar hij in die jaren verbleef, tot hij in 1802 in Vierlingsbeek werd beroepen. Hij was in Noord-Holland ook al aan een derde boek over de Meierij begonnen, dat wat later uitkwam: Gedachten over de Meierij van 's-Hertogenbosch en derzelver inwoners bij het begin der negentiende eeuw. Door eenen Meierijenaar. Dit boek was zakelijker van toon dan zijn Reizen.
In zijn Vierlingbeekse periode vond hij tijd voor een vierde boek over de Meierij, Geschied- en aardrijkskundige beschrijving der Stad en Meierij van 's-Hertogenbosch, beginnende met de vroegste tijden en eindigende met den jare 1802.
Na een verblijf in Friesland, kwam hij uiteindelijk weer terug in Noord-Brabant, namelijk in Ravenstein, waar hij zijn laatste levensjaren sleet.
We hebben zijn teksten in moderne vertaling gepubliceerd op het reisblog Reizen door de Meierij, waar je Hanewinckel niet alleen op de voet kunt volgen tijdens zijn wandelingen, maar waar je ook de achtergronden kunt lezen bij tal van zijn observaties en gedachten.
Zijn uitgebreide biografie vind je ook nog bij Thuis in Brabant.
link naar website thuis in brabant werkt niet meer
Mariët Bruggeman, namens BHIC
bhiczei op 7 september 2009 om 12:16
Beste Mevrouw/Mijnheer Janssen,
hartelijk dank voor uw opmerkzaamheid; we hebben de fout hersteld.
Ruud van nooijen
zei op 10 februari 2020 om 01:28
Hanewinckel kwam ooit nog voor op een lijstje (archief NH-Gemeente Boxtel, BHIC) met namen van enige predikanten, toen er in Boxtel een nieuwe dominee werd gezocht. Zijn echtgenote werd geboren te Boxtel en haar familienaam luidde Von Schmidt auf Altenstadt (geb. Dresen 1754, overl. Batavia 1817). Haar vader was officier in dienst van het Staatse leger en was op 21 februari 1793 betrokken bij de - een initiatief van stadhouder Willem V - oprichting van het Korps Rijdende Artillerie, ook bekend als de Gele Rijders. Oktober 1815 vertrok hij in de rang van kolonel naar Batavia, waar hij directeur werd van de Oostindische Artillerie.
Marilou Nillesen
bhiczei op 10 februari 2020 om 11:51
Ah dank voor deze aanvulling, Ruud! Dan moet dit gedicht voor haar bestemd zijn geweest, lijkt me:
Dag Marilou., bedankt Klopt helemaal. zijn echtgenote Johanna Alida Clara werd te Boxtel geboren op 28 maar 1779 en overleed in Ravenstein op 18 oktober 1858. In mijn verhaal had ik geboorte- en overlijdensdatum vermeld van haar vader, Johann Heinrich Adolph von Schmidt auf Altenstadt.
Marilou Nillesen
bhiczei op 10 februari 2020 om 15:29
Dan is het weer helemaal duidelijk. Bedankt voor je snelle reactie, Ruud!
Hij schreef deze boeken in Oostgraftdijk, waar hij in die jaren verbleef, tot hij in 1802 in Vierlingsbeek werd beroepen. Hij was in Noord-Holland ook al aan een derde boek over de Meierij begonnen, dat wat later uitkwam: Gedachten over de Meierij van 's-Hertogenbosch en derzelver inwoners bij het begin der negentiende eeuw. Door eenen Meierijenaar. Dit boek was zakelijker van toon dan zijn Reizen.
