
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Als kind dachten we dat Uden hoge bergen had. Teleurgesteld leerden we dat het zandverstuivingen waren. Maar dat werd zomer ‘49 goedgemaakt. Voordat de laatste trein de stoomfluit blies, maakten de vijfde en zesde klas een schoolreis. ‘s Morgens een afgeladen perron met leerlingen van de twee Udense jongensscholen voor een treinreis.
In groene rijtuigen zaten we op houten banken - in1956 werden de inmiddels blauwe treinstellen nog voor militair vervoer gebruikt. Onderweg stapten nog meer kinderen in, met Leiden als eindpunt; op het perron stonden tafels met limonade in kartonnen bekers in zelfbediening.
Leiden was het knooppunt van tramlijnen, we boemelden met de “Blauwe Tram” over het meterspoor naar Katwijk aan Zee. Een 30 minuten durende rit met vijftien haltes, kruipend en sluipend door de smalle straten van Katwijk, rakelings langs de huizen (ik zag het onlangs terug op YouTube).
De ‘Kustlijn’ was voor de Leidenaren niet alleen het strandbezoek, maar zeker ook de verse haring. Op het strand gebruikte ik mijn zintuigen, genoot van het weidse uitzicht, snoof de zeelucht, hoorde en zag de schuimende golven, proefde het zeewater, raapte schelpen en voelde het scherpe zand.
Ook hier waren de duinen zandverstuivingen, beplant met helmgras, zoals we lazen in de natuurles. We bemanden de ronde, wilgentenen strandkorven tegen de zeewind en ondertussen aten we onze boterhammen. Op het met schelpen bezaaide strand verzamelden mannen met schepnetten het natuurproduct en gooiden het op de met paard bespannen boerenkar. De schelpen werden gemalen en verkocht als grit, ik voerde dat thuis aan de kippen voor een goede schaalvorming van de eieren. Later zei men dat het diende als maagkiezel om het voedsel in de maag te vermalen.
De namiddag werd gevuld met een bootreis op een groot plassengebied. De heenweg als terugreis via Zaltbommel met een lang oponthoud, ik genoot daarbij van gesis en de enorme rookpluimen en de reuk ervan. We maakte massaal gebruik van het toilet en ontdekte dat er geen bodem in zat! ‘s Avonds werd ik door enkele gezinsleden afgehaald en wachtten we samen achter de ‘gesloten hekkens’ voor de met rookwolken vertrekkende trein. Ondertussen vertelde vader ‘vroeger reed hier vier keer per dag een sneltrein.’ De volgende dag beschreven we de belevenissen in een opstel, achteraf was het mijn tweede en laatste romantische treinreis op het Duitse Lijntje.
In de tachtiger jaren zei Moeke droevig: “ze hebben van de week de rails weggehaald,” wij begrepen gestolen; jammer, een treinreis naar zee zit er niet meer in, het is nu een droom.
Tevergeefs zocht ik naar aanvulling in de Udensche Courant of herinneringen van klasgenoten, een enkeling kon het zich vaag of niet meer herinneren. Andere medereizigers zijn voor hun laatste reis vertrokken, over de aankomst heb ik nog niets vernomen.