
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Rogier is gehuwd met Margaretha Petit Bois, eerder was hij gehuwd met Elisabeth Tomasse van Gemert, weduwe van Handrick Peeter van de Brock, die eerder in het pand woonde.
Meer dan twintig jaar is Elizabeth getrouwd geweest met Rogier. Elizabeth drijft daar in de Eerschotstraat een winkeltje en heeft er zeer waarschijnlijk goede zaken gedaan.
Geruime tijd na haar overlijden in 1729 wordt haar inventaris opgemaakt. Daarin is vermelding van: een zilveren com met twee zilveren lepels, een zilveren beugeltas, een gouden ringetje, een paar zilveren gespen, een zilveren haarpin, tezamen gewaardeerd op zesentwintig gulden. Welke behoorlijk door een zilversmid uit 's-Hertogenbosch waren gewaardeerd.
Rogier klaagt na haar dood dat hij tijdens hun huwelijk door haar werd gekweld. Vóór haar overlijden zei ze nog: “Wat zal ik u na mijn dood nog doen bruijen’.
Na het overlijden van Rogier komt het pand in handen van de familie Van der Heijden, die het op hun beurt rond 1748 weer verkopen aan Maria Jacobs van der Hagen, de weduwe van Wilhelmus Versantvoort.
Zij is de dochter van Jacob van der Hagen en Judich van Hirtum. Zoon Willem Versantvoort verkoopt het pand in 1769 aan Cornelis van der Hagen en Elizabeth Jan van der Heijden.
In 1791 is Tomas de Rooij eigenaar. Het nog altijd zo genoemde Moleke staat op de hoek van de Heistraat, in het volgende huis woont Christiaan van der Heijden en aan de overkant van de straat Henrik de Ruijter.
Wanneer Tomas de Rooij eigenaar is wordt er melding gemaakt van een in de nabijheid van zijn huis gevonden dode soldaat genaamd Robe, behorende bij het derde Grenadier Bataljon Hannoverse troepen. De doctoren constateren geen uitwendige kwetsuren, mogelijk zou een pier of worm de dood veroorzaakt hebben.
Latere eigenaar van het pand is o.a. Johannes van de Biggelaar, vergunninghouder. Hij verklaart in 1916 afstand te doen van zijn verleende vergunning, aan hem verleend op 31 januari 1882, "voor den verkoop van sterken drank in het klein" voor de lokaliteiten van zijn pand sectie C 1790 C 1947, plaatselijk gemerkt wijk A 352, ten behoeve van Johanna Maria van de Laar, wonende Kerkstraat A 100.
Het verhaal gaat verder onder de foto's
(bron: collectie Jo van der Kaaij)
Rond 1945 woont er de familie Theo de Koning en Adrianus van Laarhoven.
Adrianus was klompenmaker en had achter zijn boerderij een moestuin en drooghok voor de klompen. Op het einde van de boerderij ligt dan een zeer smal gangetje dat grenst aan het pand van de familie van den Dungen, waar Heintje de Koning maar net doorheen kan lopen.
Met dank aan Hein de Koning.
BHIC, Notariële akten Sint-Oedenrode, 1642-1935, toegang 7637
BHIC, Schepenbank Sint-Oedenrode, 1548-1811, toegang 7636
BHIC, Dorpsbestuur Sint-Oedenrode (1232) 1315-1811, toegang 7633
BHIC, Bouwvergunningen Sint-Oedenrode, toegang 1897