
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Op weg van zijn huis naar de kerk in Zundert waar zijn vader – de dominee - predikt, komt de kleine Vincent als kind talloze malen voorbij de kleine grafzerk waar zijn broertje begraven ligt. Vincent ziet een grafzerk met daarop zíjn naam; volgens psychologen moet dat een traumatische ervaring zijn.
De jongen zou volgens die theorie kunnen denken dat hij alleen geboren is omdat zijn oudere broertje dood werd geboren. Na Vincent volgen er nog twee broers (waaronder Theo in 1857) en drie zussen. Het gezin woont onder meer in Zundert, Zevenbergen en Tilburg. Later zal de dan volwassen Van Gogh bij zijn ouders in Nuenen intrekken, waar hij door dorpsbewoners ’t schildermenneke wordt genoemd. In de zomermaanden van 1874 verblijft hij enige tijd in Helvoirt en maakt daar diverse schetsen.
Van Gogh werkt onder meer bij de kunst- en prentenhandel Goupil, als leraar en hulpprediker en hulp in een boekhandel. Als dat allemaal niets wordt, gaat hij – net als zijn vader – theologie studeren maar al voor het toelatingsexamen haakt hij alweer af. Zijn daaropvolgende aanstelling als evangelist van arme mijnwerkers in de Belgische Borinage (1879) wordt ook geen succes. Broer Theo adviseert hem dan kunstenaar te worden.
Vincent zwerft door Nederland, op zoek naar een eigen schilderstijl, een warm thuis en oprechte liefde. Als dat allemaal niet lukt, gaat hij terug naar zijn ouders in Nuenen en schildert daar onder meer De Aardappeleters (1885). Na een afgebroken opleiding aan de academie in Antwerpen vertrekt hij naar Parijs, financieel en moreel gesteund door broer Theo. Begin 1888 ontvlucht Van Gogh het drukke stadsleven en vertrekt naar het Zuid-Franse Arles. In oktober 1888 trekt kunstenaar Paul Gauguin in bij Van Gogh, in het gele huis.
Het leidt tot veel spanningen en na één van de heftige ruzies snijdt Van Gogh een groot deel van zijn oor eraf. Hij krijgt daarna zijn leven niet op orde en laat zich in 1889 opnemen in een psychiatrische kliniek in Saint-Rémy. Een jaar later verlaat hij de kliniek, en vertrekt naar Auvers-sur-Oise vlakbij Parijs. Hij schildert in razend tempo schilderijen. Maar op 27 juli 1890 schiet hij zichzelf in de borst. Twee dagen later overlijdt hij, met Theo aan zijn zijde.
Van dat alles heeft de opgeluchte vader geen idee als hij de geboorteakte ondertekent. Deze geboorteakte ligt in de depots van het BHIC, net als een brief die in 2012 door medewerkers van het Van Gogh Museum ontdekte in het familiearchief De Jonge van Zwijnsbergen. Stille getuigen van een veel bewogen leven want ook al die jaren na zijn dood blijven Van Gogh (en zijn oor) regelmatig opduiken in het nieuws.