
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Vierlingsbeek was in 1757 het voornaamste dorp van het Land van Cuijk, op Cuijk zelf na natuurlijk. Het dorp had in de ogen van tijdgenoten zelfs een bijna stadse allure, doordat de huizen er “stadsgewijze” naast elkaar stonden, met aan weerszijden van de huizen een doorlopende straat met dwarsstraten. Minder stads was dat de huizen allemaal nog strooien daken hadden...
Op 28 maart 1757 breekt er ergens brand uit. Wat precies de aanleiding tot die brand is geweest, weten we niet. Maar het vuur verspreidt zich razendsnel langs de dorpsstraat. In minder dan 1,5 uur vallen 22 huizen ten prooi aan de vlammen. Ze worden allemaal volledig in de as gelegd. Gelukkig weten de bewoners allemaal te ontkomen. Wel lopen sommigen daarbij brandwonden op en uiteindelijk valt er toch één slachtoffer: een gewonde overlijdt twee dagen na de brand aan zijn verwondingen.
De materiële schade is natuurlijk enorm. Men heeft have en goed verloren. Slechts een klein deel van het vee kan worden gered. De brand zal het aanzien van het dorp ook definitief veranderen: bij de herbouw van de huizen kiest een groot aantal gedupeerden voor dakpannen in plaats van riet als dakbedekking.
Midden in de nacht van 20 op 21 mei 1928 begint plotseling de brandklok in Vierlingsbeek te luiden. Het raadhuis, nog geen veertien jaar oud, staat in lichterlaaie. Het halve dorp stroomt toe om te zien hoe het complete gebouw in vlammen opgaat. De waarschijnlijke oorzaak is een schoorsteenbrand. Persoonlijke ongelukken doen zich niet voor. Maar het complete 19e-eeuwse archief van de gemeente vergaat tot as. Slechts de registers van de burgerlijke stand, die in de kluis werden bewaard, en wat recente stukken blijven gespaard.
Later zal zelfs dit restant nog dreigen te verdwijnen als gevolg van de oorlogshandelingen in het najaar van 1944. Dankzij het doortastend optreden van de ambtenaar H. van Daal en enkele anderen kon het meeste worden gered. Maar sommige dossiers vertonen nog steeds de sporen van vochtaantasting en granaatscherven.