Vincent van Gogh is in feite zijn schildersloopbaan in Etten begonnen. In oktober 1875 vestigde het gezin Van Gogh zich in Etten, waar vader Theodorus benoemd was tot predikant van de Nederlands Hervormde Gemeente. Vincent zou een aantal langere of kortere perioden in Etten doorbrengen.
Zoals in 1881 toen hij in april via Brussel geheel uitgeput en berooid terugkeerde uit de Belgische mijnstreek de Borinage, na een mislukt avontuur als evangelist. Hij bleef tot Kerstmis. Het werd zijn langste verblijf in de ouderlijke woning te Etten.
Bij aankomst schreef hij aan zijn broer Theo: "Ik ben toch zoo blij, dat het alzoo is geschikt, dat ik eenigen tijd rustig hier kan werken, ik hoop zooveel studies te maken als ik maar kan, want dat is het zaad waar later teekeningen van komen."
Vol goede moed begon Vincent die zomer van 1881 te tekenen. Bij mooi weer trok hij er op uit, anders oefende hij binnen in het aanbouwtje van de pastorie. In het begin van de zomer logeerde zijn vriend de kunstschilder Anton van Rappard enkele weken op de pastorie. Samen trokken ze de natuur in om te tekenen en te schilderen. Zo gingen zij onder andere naar de heide tussen Etten en Zundert (Pannehoef), Seppe, de daar in de buurt gelegen Passievaart, 't Heike en het Liesbosch. Ook in het Leurschestraatje (nu Stationsstraat) waren ze vaak te vinden.
Daarnaast tekende Vincent veel naar model. Hij had Piet Kaufmann uit Den IJzeren Pot in het Leurschestraatje en Cornelis Schuitemaker uit 't Heike bereid gevonden om voor hem te poseren. Verder tekende Vincent de plaatselijke werkplaatsen van de smid, de timmerman en de klompenmaker. Van al die tekeningen zijn er vandaag de dag nog zo’n 100 bewaard gebleven, verspreid in musea over de hele wereld.
In de zomer werd hij smoorverliefd op zijn nichtje Kee Vos Stricker, sinds 1878 weduwe, die op de pastorie logeerde. Zij wees hem resoluut af, maar Vincent bleef halsstarrig volhouden. Dit leidde tot grote spanningen binnen het gezin Van Gogh, die tenslotte met Kerstmis tot een uitbarsting kwamen en tot zijn vertrek leidden.
In november logeerde Vincent enige tijd bij zijn neef de kunstschilder Anton Mauve in Den Haag. Deze leerde hem de technieken van het schilderen met olieverf en aquarelleren. Mauve raadde hem aan naar een grotere ruimte uit te kijken om te kunnen werken met modellen, zodat hij beter inzicht zou krijgen in de juiste verhoudingen. Het lag dan ook voor de hand dat Vincent zich na de crisis van Kerstmis in Den Haag in de buurt van Mauve vestigde. Lees hier meer over Vincent van Gogh in Etten.
Zoals in 1881 toen hij in april via Brussel geheel uitgeput en berooid terugkeerde uit de Belgische mijnstreek de Borinage, na een mislukt avontuur als evangelist. Hij bleef tot Kerstmis. Het werd zijn langste verblijf in de ouderlijke woning te Etten.
Vol goede moed begon Vincent die zomer van 1881 te tekenen. Bij mooi weer trok hij er op uit, anders oefende hij binnen in het aanbouwtje van de pastorie. In het begin van de zomer logeerde zijn vriend de kunstschilder 
In de zomer werd hij smoorverliefd op zijn nichtje Kee Vos Stricker, sinds 1878 weduwe, die op de pastorie logeerde. Zij wees hem resoluut af, maar Vincent bleef halsstarrig volhouden. Dit leidde tot grote spanningen binnen het gezin Van Gogh, die tenslotte met Kerstmis tot een uitbarsting kwamen en tot zijn vertrek leidden.
