
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Ook de visserij op de Maas bij Lithoijen en de daarop uitkomende killen was in handen van het Visserscollege. De heer Van Welsenis uit Oijen bezat de visserij bij Oijen. Het Visserscollege Sint Pieter hield in 1924 op te bestaan, maar visserij Van der Zanden en Zoon in Lith hield het wél vol.
Ook tegenwoordig nog liggen de drie vissersboten van het bedrijf, inmiddels de enige palingvissers op de Maas in deze regio, aan de Lithsedijk. Maar alleen op paling vissen is niet meer voldoende. Oorspronkelijk pachtten de vissers bij voorkeur de visgronden in de buurt. Maar door de afname van de visstand hebben de huidige vissers meer visgebied nodig om hun bedrijf gezond te houden.
De visgronden die ze pachten liggen soms meer dan 60 kilometer uit elkaar. Het verst is voor Van de Zanden een concessie bij Lobith. Daar wordt, behalve met fuiken, ook met de ankerkuil gevist, vooral op plekken waar een sterke stroming staat.
Bij Lith zelf is dat achter de waterkrachtcentrale van de stuw. De ankerkuil is een net dat gespannen wordt tussen twee palen, met in het midden een uitstulping: de zak. Aan de zak is weer een fuik bevestigd. Het net wordt vertikaal neergelaten vanaf een schuit, daarbij komt de paal aan de onderzijde op de bodem van het viswater terecht.
De paal aan de andere zijde wordt juist boven het wateroppervlak gehangen. Door de stroming gaat het net bol staan, waardoor de vis die een uitweg zoekt, naar de zak wordt geleid.
Als gevolg van vangstbeperkende maatregelen wordt er echter nog maar drie maanden per jaar (mei - juli) gevist. In de maanden waarin niet gevist mag worden, wordt de vis verwerkt: roken, fileren en verpakken. Het wordt dan ook steeds moeilijker om louter van de visvangst voor consumptie te leven.
Een welkome aanvulling op het inkomen komt van de visserij voor wetenschappelijk onderzoek. Vissers krijgen daarvoor opdrachten van waterschappen, Rijkswaterstaat, visclubs of instituten voor biologisch onderzoek. Het gaat dan om vangen, meten, merken of bezenderen en terugzetten van de vis.
Niet alleen op de Maas, ook op de binnenwateren oefenden vissers hun beroep uit. De laatste van de Oijense beroepsvissers op het binnenwater was Nol van Orsouw, ofwel "Nol van de hut". Hij woonde in café “De Oijense Hut” aan de Oijenseweg. Hier, bij de brug over de Hertogswetering, heeft hij zijn hele leven gevist, net als zijn vader, met fuiken en netten.
Daarnaast bediende Nol de sluizen om de waterstand te regelen en baatte hij café De Oijense Hut uit. Hij overleed in 1968, 78 jaar oud.