skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Astrid de Beer
Astrid de Beer RA Tilburg
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Astrid de Beer
Astrid de Beer RA Tilburg

Vliegvelden in Noord-Brabant

De geschiedenis van de luchtvaart in Nederland begint in Noord-Brabant: in 1909 steeg in deze provincie voor het eerst een vliegtuig op (in Etten) en een jaar later, in 1910, werd het eerste vliegveld in ons land geopend bij Gilze-Rijen. En de eerste Nederlander die een privé-vliegtuig aanschafte, was de toenmalige burgemeester van Aarle-Rixtel, A. Albers Pistorius. Dat was in 1919.

Hij maakte gebruik van het vliegveld Molenheide bij Mierlo. Want al voor, maar vooral ook tijdens de Tweede Wereldoorlog groeide het aantal vliegvelden gestaag.

Vliegveld bij Gilze-Rijen, c. 1910. Foto: Regionaal Archief Tilburg, nr. 056097
Vliegveld bij Gilze-Rijen, c. 1910. Foto: Regionaal Archief Tilburg, fotonr. 056097

Gedurende die oorlog kregen alle vliegvelden een militaire bestemming en voorzover ze daarna bleven bestaan, hielden ze die meestal ook. Voor de sportvliegerij en de burgerluchtvaart kwamen er later nieuwe vliegvelden bij. De uitzondering is Eindhoven: daar delen militaire en burgerluchtvaart nog steeds de start- en landingsbaan.

De eerste vlucht met een gemotoriseerd vliegtuig in Nederland vond plaats in Brabant. Dat was in 1909, omdat het feest was! Aanleiding was de viering van het 40-jarig bestaan van de suikerfabriek Van Breda, Dolk en Van Voss in Etten-Leur. Op 27 juni 1909 steeg de Fransman Charles de Lambert op vanaf de Klappenbergse heide, ten zuiden van Etten en Leur. Provisorisch werd daarvoor een startbaan aangelegd: rails en een toren met een valgewicht. Want om te starten moet het toestel worden gekatapulteerd. 

Voor de oorlog

Heidegronden, zoals die in Noord-Brabant, bleken geschikt voor de aanleg van vliegvelden en het eerste vliegveld lag dan ook in onze provincie: op de Molenheide bij Gilze. Vooral na de Eerste Wereldoorlog groeide het luchtverkeer, waardoor meerdere vliegvelden ontstonden.

Tijdens de economische crisis in de jaren dertig werd de aanleg of uitbreiding van bijvoorbeeld Nerhoven, Eindhoven en Woensdrecht in werkverschaffing uitgevoerd. De gemeentebesturen hoopten hiermee een economische impuls te geven aan hun gemeente.

Tijdens de oorlog

Voormalige Duitse hangar op vliegbasis Volkel (BHIC, fotonr. PNB001067865)
Voormalige Duitse hangar op vliegbasis Volkel (BHIC, fotonr. PNB001067865)

Bij de mobilisatie in september 1939 nam het Nederlandse leger het beheer van de vliegvelden in Brabant over. Met uitzondering van Gilze-Rijen werden ze onklaar gemaakt door de start- en landingsbanen te blokkeren. Ondanks die maatregel kon de Duitse Luftwaffe er al snel over beschikken.

De Luftwaffe leverde een belangrijke bijdrage aan de stootkracht van het Duitse leger. De Duitsers legden daarom nieuwe vliegvelden aan, zoals Volkel, en breidden bestaande uit.

In de periode 1940-1942 legden ze in de buurt van de echte vliegvelden ook schijnvliegvelden aan. Deze waren bedoeld om geallieerde bommenwerpers te misleiden. Ze leken vanuit de lucht voorzien van een startbaan, hangars en vliegtuigen. In Noord-Brabant lagen schijnvliegvelden onder andere bij Huijbergen, Nispen, Alphen, Oostelbeers en Schaijk.

Een andere methode om het risico te spreiden was de stalling van vliegtuigen op Ausweich- of Schattenplätze, zoals bij De Rips en bij Kessel.

Vanaf D-Day opereerde de luchtmacht van de oprukkende geallieerde legers veelal vanaf vliegvelden en airstrips dicht achter de frontlinie. Daarvoor moesten ze wel over voldoende terreinen beschikken. Zoveel mogelijk Duitse vliegbases werden snel veroverd en hersteld. Daarnaast werden kleinere en grotere terreinen in hoog tempo geschikt gemaakt als air strips. Die in Brabant werden aangelegd door de Britse Royal Engineers. De RAF-vliegvelden droegen een codeletter B.

Voor lichte verkenningsvliegtuigjes werd gebruik gemaakt van zeer tijdelijke air strips, zoals bij de Paashoeve in Gemert en Raam-Melle bij Uden. Tijdelijke air strips werden ook gebruikt om geborgen zweefvliegtuigen terug te halen, zoals een groot aantal Amerikaanse Waco CG-4A’s op een grasbaan bij Son. De Britse gliders waren noordelijker geland en merendeels verloren gegaan.

Na de oorlog

De meeste geallieerde vliegvelden en air strips verdwenen na de oorlog. De Koninklijke Luchtmacht nam Woensdrecht, Gilze-Rijen, Welschap (Eindhoven) en Volkel in gebruik en in de jaren ’50 kwam er in Brabant nog een basis bij: luchtmachtbasis De Peel, op de grens met Limburg.

Voormalig luchthavengebouw van Welschap. (foto: Wammes Waggel, 2009. Bron: Wikimedia Commons
Voormalig luchthavengebouw van Welschap. (foto: Wammes Waggel, 2009. Bron: Wikimedia Commons)

 

Met de groei van de sportvliegerij en de burgerluchtvaart groeide ook de behoefte aan de bijbehorende voorzieningen. Eindhoven werd naast militaire vliegbasis ook Nederlands grootste regionale luchthaven voor de burgerluchtvaart. De vliegvelden bij Budel en Bosschenhoofd zijn van groeiend belang voor het zakenverkeer. En in Nistelrode kwam het enige publiek toegankelijke zweefvliegveld in de provincie.

Naar het thema Vliegvelden in Brabant

Reacties (4)

Ton van Riet, Gemert zei op 13 mei 2019 om 21:03
Najaar/winter 1944/45 gingen we met op de fiets van Beers naar Grave. Daar stonden ""echte"" vliegtuigen! Inderdaad, net voor de kom van Grave, in de uiterwaarden van de Maas, rechts langs de weg over de dijk, stonder er een aantal. Het waren lichte verkennings-vliegtuigen. Ze stegen en landden op het weiland (Piper Cub?). Je kon er zo naar toelopen. Tot mijn verbazing zag ik
daqt ze vastzaten aan een touw aan iedere vleugel en een ijzeren staaf in de grond. (Bang dat ze weg zouden waaien). Sommigen hadden gaten en scheuren.
Die werden dichtgeplakt met lapjes textiel in camouflagekleuren. (Daar zag ik
voor het eerst een kartelschaar.} Het heeft wel indruk gemaakt. Echt iets voor
jongens van mijn leeftijd,. (Daar kan een video-game niet tegenop).
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 14 mei 2019 om 11:10
Dat kan ik me voorstellen, Ton, zoiets moet ongelooflijk indrukwekkend zijn voor jongens! Hoe oud was je toen (ongeveer)? Ging je daar dan met een hele club heen? (en namen jullie niks stiekem mee terug?)
Ton van Riet, Gemert zei op 14 mei 2019 om 11:39
Ik meen dat we er naar toe gingen met een paar oudere neefjes. Ik was toen een jaar of acht. Achterop de fiets, denk ik. Iets mee terugnemen, dat kwam niet bij
je op. Verbazend eigenlijk dat die militairen je daar zomaar lieten rondlopen.
en dat de kartelschaar zo"n indruk maakte.
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 15 mei 2019 om 08:45
Dat is inderdaad best bijzonder, Ton. Alleen al het feit dat je dit na al die jaren nog zo scherp voor de geest staat, is veelzeggend.

Veel dank voor je aanvulling!

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.