
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Gerard van Spaandonk haalde als machinist met een bagger eerst het zand van de leemlaag af. Dat zand werd later weer teruggestort als de leem eronderuit gebaggerd was. Op de leemtrein zat Marinus Berendonk als machinist. Hij bracht de leem naar de fabriek om verwerkt te worden tot stenen.
Op een dag spoelde het zand na een wolkbreuk gedeeltelijk onder de rails vandaan. Ploegbaas Van Doveren zei tegen mij: “nu kan je laten zien dat je machinist bent, Gerard. Die trein moet naar voren.” Ik bedacht een truc: ik voerde de snelheid op en sprong van de loc af. Toen de trein veilig over het weggespoelde zand was, werd hij opgevangen en afgeremd en ik kreeg een pluim.
![]() |
![]() |
Als hoefsmid hoefde ik alleen maar de hoeven bij te houden. Een keer werd ik geroepen om Janus van Drunen, een één-armige stalbaas, te helpen bij een paard dat weggezakt was bij het storten van gebroken zonstenen. Deze werden later hergebruikt om er stenen van te maken. De voerman moest het paard rustig houden en wij zouden een zeil onder het paard doorgraven. Daarna hebben we het paard er met twee paarden uitgetrokken.
Op een morgen werd ik om halfzeven geroepen om de lampen in de oven aan te doen, zodat de ovenisten de gebakken stenen die nog een beetje warm waren er uit konden halen en sorteren. Normaal hoefde dat alleen als er lampen stuk waren, maar dat was nu niet het geval. Er stond mij iets heel anders te wachten. Er zat een man in de oven die er niet meer uitging, zeiden ze. Ik deed de lamp aan en zag hem tegen een stuik stenen zitten. Ik riep naar hem dat hij weg moest gaan.
Omdat hij geen aanstalten maakte, greep ik hem bij de schouder en toen voelde ik dat hij stijf was en gestorven. De ovenisten zeiden dat het een spiritusdrinker was, de ‘tjiletjap’ (Van Bremen). Die sliep wel vaker in de oven, omdat het er lekker warm was. Ik heb de politie gebeld en de huisarts, die later bevestigde dat hij gestorven was. Ik heb hem onder begeleiding van de politie naar het gasthuis in Udenhout gebracht.
Udenhout, personeel van de steenfabriek, 1908. Foto: Regionaal Archief Tilburg fotonr. 048608.
Als onderhoudsmonteur moest ik een keer tijdens de pauze met Jan Rokven nieuwe messen zetten in een leemmenger. Daarna zou hij gaan eten en kon de menger weer volgestort worden met leem. Ik moest er bij blijven staan om te kijken of de messen op hun plaats bleven en alles in orde was. Op een geven moment gaf ik aan dat de laatste kar met leem naar boven kon komen, want dan was hij vol.
Hoe en wat er toen gebeurde, weet ik niet, want het ging zo snel. Er kwam een losgeslagen kiepkar met leem naar beneden die ik niet zag aankomen. Hij kwam tegen mijn schouder en ik viel voorover in de menger met de nieuwe messen. Goed dat die al vol was en ik een engel op mijn schouder had én dat een medewerker het op een afstand zag gebeuren en met al wat hij geleerd had riep: “zet de menger stil, want Gerard ligt erin!!”
Het was op tijd, maar ik heb er lang nachtmerries aan overgehouden. Mijn moeder kon dat dan beneden op het opkamer horen, en dan kwam ze altijd even boven kijken. De directeur kwam dezelfde avond nog langs om naar mijn toestand te informeren. Hij bracht drie zakken kolen mee en omdat ik kostwinner was, konden we die heel goed gebruiken!
Van een oud-collega kreeg ik deze foto`s van de steenoven nog toegestuurd.
De eerste foto is voor mij heel belangrijk; Marines Berendonk op zijn nieuwe Ruston locomotief in Udenhout op het steenfabriek. Hij heeft ervoor gezorgd dat ik er ook kon werken. Marines is voor mij altijd een vader geweest toen mijn vader stief; ik was toen pas 15. Hij woonde bij ons in de buurt. Traktement zat er bij mijn moeder niet aan, er liepen er nog 6 meer rond, maar van Marines en Cato kreeg ik elke week 50 cent en een hond voor fl. 2.50, maar die moest ik wel daar mee afbetalen. Ik had van Marines nog geen foto, zo zie je maar wat een foto nog belangrijk kan zijn op mijn latere leeftijd!
Over de laatste foto het volgende; ik heb eerder in dit artikel geschreven dat ik ook een tijdje machinist op een loc ben geweest op het pas gestorte zand in de leemputten. Daarbij schreef ik dat bij een hoosbui (terwijl ik in schafkeet zat) het pas gestorte zand onder de rails weg spoelde! Ik wist niet dat er een foto van gemaakt was! Je ziet mijn karren, die in de put lagen. Mijn loc had ik met veel angst al rijdend heel aan de overkant weten te krijgen, maar ik zat er zelf niet op. Ik kreeg een pluimpje van Hein van Doveren de putbaas!