
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
In 1858 telde Wijk circa 1.250 inwoners tegen Aalburg slechts 400. In 1973 fuseerde de gemeente Wijk en Aalburg met Eethen en Veen tot de nieuwe gemeente Aalburg.
Gewestelijk vielen Wijk en Aalburg tot 1799 onder Holland, tussen maart 1799 en juni 1802 bij het Departement van de Dommel, daarna tot en met mei 1807 bij het Departement Holland, vervolgens tot begin mei 1810 bij het Departement Maasland en vanaf dan tot en met 1813 bij het Arrondissement ’s-Hertogenbosch van het Departement van de Monden van de Rijn. Sinds de instelling van de provincie Noord-Brabant valt de gemeente daaronder.
Het dorp Wijk was een afzonderlijke heerlijkheid. Sinds 1459 waren de heerlijke rechten in handen van de abten van de Onze Lieve Vrouwe Abdij te Middelburg. Vanaf 1562 kwamen ze in handen van de Middelburgse bisschop en na de reformatie gingen ze over aan de grafelijkheid van Holland. Pas in 1724 werden ze weer aan een persoon in leen uitgegeven. Maarten Vlaardingerwoud, schepen van Rotterdam werd in dat jaar heer van Wijk. Maria Leopoldina Catharina van Oijen, douairière van Kretschmar was als ambachtsvrouwe van Wijk de laatste die de heerlijke rechten bezat. In 1818 vervielen ze namelijk.
Wijk had tot 1811 een eigen zeven leden tellende schepenbank met middelbare en lage justitie. De schout van Wijk fungeerde als officier van justitie. Voor criminele zaken en voor beroepszaken moesten de Wijkenaren naar de Heusdense schepenbank. Geograaf Isaac Tirion noemde Wijk in de achttiende eeuw een aangenaam met bomen beplant deftig dorp bestaande uit 133 huizen. De heerlijkheid had bovendien een paar fraaie huizen zoals de kastelen Wijkestein en Kronenburg. Daarnaast behoorden ook de uit de vijftiende eeuw stammende kerk en de korenmolen tot de sieraden van het dorp.
Het kleinere dorp Aalburg was een zogenaamde ambachtsheerlijkheid die evenals de heerlijkheid Wijk in 1724 in handen van Maarten van Vlaardingerwoud kwam. Maar de Aalburgse schepenbank had minder bevoegdheden dan de Wijkse, namelijk enkel op het vlak van de voluntaire jurisdictie. Voor zowel civiele als criminele processen moesten de dorpelingen bij de Heusdense schepenbank zijn. Maar ook voor de voluntaire jurisdictie gingen veel Aalburgers liever naar de Heusdense schepenbank dan dat zij de plaatselijke schepenen een akte lieten opstellen. Aan een Heusdense akte werd meer gewicht toegekend.
Evenals Wijk mocht ook Aalburg gezien worden. De bouwgeschiedenis van de ‘stenen camer’, een der eerste uit stenen opgetrokken boerenhoeves gaat mogelijk terug tot in de twaalfde eeuw en ook in Aalburg maalde een eigen korenmolen. Op het riddergoed ‘Craeijenveld’ ten noorden van de Polstraat stond een kasteel met slotgracht. In 1431 droeg Jan Oege van Aalburg dit kasteel op aan de Hollandse graaf. Jacob van Oudenhoven noemde kasteel Kraijenveld ‘een schoon edelmans huijs of slot’. Begin negentiende eeuw werd het kasteel afgebroken.