
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Voor de overbrugging van het hoogteverschil van 15 meter zijn vijf sluizen nodig, die ter onderscheiding van de sluizen in de Zuid-Willemsvaart aangeduid worden met de Romeinse cijfers I - V.
Al sinds het einde van de 18e eeuw leefde met name in Tilburg de vurige wens om aangesloten te worden op een goede verbinding over water. De eerste plannen voor een kanaal dat Tilburg en Eindhoven met de Maas zou verbinden, dateren dan ook al uit 1794. Vervolgens zijn er door de hele 19e eeuw heen kanaalplannen gesmeed, maar tot graven leidde dat niet.
In 1878 komt ingenieur F.C. Bake, hoofdingenieur van de net opgerichte dienst Provinciale Waterstaat, met een plan dat daadwerkelijk levensvatbaar lijkt. De contouren van het latere Wilhelminakanaal zijn in dit plan in ieder geval duidelijk herkenbaar. Maar pas in juni 1905 wordt daadwerkelijk de “Wet tot aanleg van een scheepvaartkanaal ter verbinding van de Zuid-Willemsvaart en de rivier de Mark onderling en met de rivier de Amer” van kracht.
Ook een wet blijft papier, zolang de benodigde grond nog niet in eigendom is verkregen: er moesten nog zo’n 2.400 percelen van bij elkaar 900 eigenaren langs het kanaaltracé onteigend worden, voordat er daadwerkelijk een spa in de grond kon gaan. In 1910 begon men met het op de gewenste diepte brengen van de Donge vanaf Geertruidenberg en vanaf 1912 was Oosterhout vanaf de Amer via het Wilhelminakanaal bereikbaar.
Op 14 februari 1919 werd het kanaal tussen de los- en laadplaats van Dongen en de losplaats van Tilburg aan de Lijnsestraat voor de scheepvaart opengesteld. Op 28 april werd dit deel van het kanaal officieel geopend met een boottocht vol ingenieurs en Tilburgse notabelen van Oosterhout naar Tilburg.
Tilburg had nu dus wel een laad- en losplaats aan het Lijnsheike, maar nog geen echte haven. Die werd tussen 1921 en 1923 aangelegd. Op 20 maart 1923 kon het Nieuwsblad van het Zuiden melden dat die middag de eerste ‘boot’ was binnengelopen in de nieuwe haven aan het Pius-plein. Het was de Davo, geladen met 1.500 balen tarwebloem voor de firma H. Schravenbouts. Op 4 april daarna werd het gehele kanaal opengesteld.
Op 7 november 2007 hebben het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, de provincie Noord-Brabant en de gemeente Tilburg een convenant gesloten over de verbreding en verdieping van het kanaal, het slopen van sluis II en het omleggen van het kanaal bij sluis III. Dat laatste is nodig, omdat de huidige sluis III de enige bajonetsluis in Nederland is en een industrieel monument.
In de omlegging komt een nieuwe, grotere sluis. Ten oosten van deze sluis komt een zwaaikom (keerplaats) voor de schepen. Door het verbreden en verdiepen wordt het hele kanaal tot aan Tilburg geschikt voor grotere binnenvaartschepen (klasse IV). Verder levert de nieuwe sluis tijdwinst op voor de scheepvaart. De planning voor al deze werkzaamheden is in handen van Rijkswaterstaat.
In 2004 maakte wandelden René en zijn cameraman Léon langs het kanaal. Bekijk aflevering 1 van het 7e seizoen (2004) van het programma De Wandeling van Omroep Brabant.