Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Toen hij zeven was, stierf zijn vader. Willem kreeg daarna een prinselijke opvoeding aan het hof in Leeuwarden bij de latere stadhouder Willem IV en diens moeder Maaike-Meu. Hij studeerde aan de universiteiten van Franeker en Groningen.
Na de dood van zijn grootvader volgde hij hem op als grietman (een soort schout) van 't Bildt en slotvoogd van Sint Annaparochie. Als afgevaardigde van de Staten van Friesland naar de Staten-Generaal woonde hij zeven jaar in Den Haag. In 1731 overleed zijn moeder. Hij wijdde zijn eerste gepubliceerde gedicht aan haar nagedachtenis. Inmiddels had hij bij een zekere Maria Crullers, een hellebaardiersdochter, een paar kinderen verwekt.
Hij verkeerde veel in de hofkring van Willem IV. Daar leerde hij in 1732 Marianne Charles kennen, een hofdame van de Engels prinses Anna, de vrouw van stadhouder Willem IV. Marianne Charles was elf jaar ouder dan Willem van Haren, maar dat bleek geen beletsel voor een huwelijk in 1737.
Om haar te kunnen huwen had hij zich wel los moeten maken van Maria Crullers. Maar Marianne schonk hem geen kinderen. Willem bekleedde inmiddels verschillende ambten. Na 1740 verbleef hij als "gedeputeerde te velde" en in andere ambten afwisselend in Brussel, waar hij als ambassadeur de Republiek vertegenwoordigde bij de onderkoning van de Oostenrijkse Nederlanden, in Sint-Oedenrode, waar hij kwartierschout van Peelland was, en in Friesland, waar zijn familiebezittingen grotendeels lagen.
Wellicht omdat het huwelijk met Marianne Charles kinderloos bleef, maar waarschijnlijk vooral omdat Willem erg gevoelig was voor vrouwelijk schoon, begon hij op Henkenshage een intensieve relatie met zijn huishoudster, de Luikse kapiteinsdochter Anna Natalis. Er kwamen twee of drie onechte kinderen uit voort.
Na het overlijden van zijn vrouw trad hij in het huwelijk met Anna Natalis en verwekte nog twee kinderen bij haar. Dit laatste huwelijk deed zijn maatschappelijk aanzien echter geen goed. Bovendien leefden zijn ex-minnares, de hellebaardiersdochter, haar man en de twee kinderen zoveel zij konden op Willems zak, die echter steeds minder gevuld bleek.
Willem ondervond tegenslag na tegenslag: zijn geld verdween op diverse manieren, zijn bedienden bedrogen hem en hij raakte diep in de schulden. Tot overmaat van ramp werd hij ook nog beschuldigd van oneerlijkheid als ontvanger-generaal van Friesland.
Familietwisten verbitterden zijn dagelijks leven: zijn iets jongere broer, Onno Zwier, werd door diens schoonzoons ervan beschuldigd zijn dochters sexueel te hebben misbruikt. De Van Harens raakten in diskrediet en Willem maatschappelijk op de achtergrond. Verwikkeld in financieel onontwarbare complicaties maakte hij op 5 juli 1768 in Brussel met vergif een eind aan zijn leven.
Naast al zijn ambtelijke werkzaamheden en buitenechtelijke escapades was Willem van Haren ook nog dichter, overigens net zoals zijn broer Onno Zwier. Willem schreef een zeer omvangrijk heldendicht (Gevallen van Friso, koning der Gangariden en Prasiaten), talrijke lierzangen, odes, lofverzen en hekeldichten en een opruiend gedicht Op den moord gepleegd aan de Chineezen te Batavia dat ook wel bekend staat als Woest Batavia.
Hierin hekelt Willem de door de Hollandse overheid in gang gezette massale lynchpartij van tussen de vijf- en tienduizend Chinezen in Batavia die duurde van 9 tot 12 oktober 1740:
De dood leeft op de straat van 't woest Batavia:
Voor kind noch grijsaard is bij Kristenen gena.
Al wat slechts Kristen is, slaat met vermaak aan ’t moorden.
E. du Perron heeft het leven van de beide broers Willem en Onno Zwier van Haren als uitgangspunt genomen voor zijn roman Schandaal in Holland (Den Haag, 1939).