Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
“Een woord op zijn tijd of waarom plant gij ook geene moerbezieboomen aan?” Het staat in de reclamebrochure bedoeld om die boeren te enthousiasmeren.Met deze inleiding vertelt Henk Buijks BHIC op 5 mei 2008, gevolgd door: “De verse bladeren de onmisbare grondstof voor de kweek van zijderupsen. De voedselboom voor de zijderups. De mooiste zijde komt van de kieskeurige Bombyx mori, de zijderups die alleen van moerbeiblad houdt en het liefst van de Witte moerbei.”
En op 3 juli 1929 schrijft De Udensche Courant ‘De Nederlandse Zijdeteeltvereeniging besluit het definitief invoeren van de zijdeteelt in verband met de bijzonder grote belangstelling in ons land.’ In het Limburgsch Dagblad van 25 september 1951 lees ik een artikel over “Van Nonnetjes en Coconnetjes.” Dertigduizend zijderupsen in het zusterklooster van Venlo. Elk cocon levert 2 kilometer zijdedraad. De nonnetjes van klooster Bethanië in Venlo hebben de zorg op zich genomen over dertigduizend rupsen. Ze doen dat op de eerste plaats omdat ze er zij bij willen spinnen - letterlijk en figuurlijk - want het zijn zijderupsen, en deze zusters Dominicanessen hebben de echte natuurzijde, welke de rupsen produceren, nodig voor hun borduurkamer, waarin elke dag vijftien nonnen bezig zijn met het vervaardigen van paramenten en vaandels en met het daarop borduren van religieuze taferelen of motieven.
In de kloostertuin prijkt namelijk reeds een lange laan van moerbeistruiken, die in de zomer voldoende bladeren hebben om de vraatzuchtige en kieskeurige zijderupsen te voeden. Verder was er al gezorgd voor grote manden om dagelijks 't benodigde kwantum van deze bladeren in te plukken; als de rupsen hun ‘vreet-periode’ hebben, verorberen ze per dag de inhoud van twintig van die manden. Ook hadden de zusters al vele houten rekken in elkaar getimmerd om de zijdeproducenten een goed onderdak te verschaffen. En er was een kacheltje aangesleept, teneinde het rupsentehuis op de gewenste temperatuur te houden.
Op zekere dag zijn alle rupsen verdwenen. Echter, niet spoorloos. Alle rekken en takken zitten vol cocons. Dan komt spoedig het ogenblik dat de zusters de inhoud van de cocons moeten doden om de twee kilometer lange zijde draad in zijn geheel te kunnen afwikkelen. Jammer, voor een belangrijke aanvulling, de vraag wanneer en om welke reden de zijdeteelt in het zusterklooster is gestopt, bleef onbeantwoord. Het Zijdemuseum in Wouw hing aan een zijden draad, en brak in 1997 en later óók dat in Oud Gastel!
Het spinnen van de zijde wordt door de textielgroep van het Pre Historisch Dorp in Eindhoven regelmatig beoefend. Zie de zeer geconcentreerde spinster bij het spinnen van de sneeuwwitte Moerbijzijde met de spintol, voorloper van het spinnenwiel. Voor een twaalfdaags verblijf streken we juli 1994 neer in het Franse St.Fortunat sur Eyrieux in de Ardèche. Het eertijdse spoorwegemplacement was beplant met moerbeibomen, aan enkele hingen nog vruchten. Onze bungalowtent plaatsten we tussen de voedselbomen voor de zijderups, dat gaf een goddelijk gevoel!