skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Zoektocht vanuit Den Bosch naar Oostenrijkse Franzi

Het zal midden juni 1963 zijn geweest. Mijn ouders staan op het perron van station ‘s-Hertogenbosch en wachten op de trein uit Wenen. De organisatie “Mensen in nood” heeft een aantal gezinnen in en rond de Brabantse hoofdstad via dagbladadvertenties weten te enthousiasmeren om een kind uit Oostenrijk gedurende ongeveer 10 -12 weken een fijne zomervakantie te bieden. Wij zijn benieuwd hoe “Franzi” eruit ziet. We weten dat hij ongeveer tien jaar oud is en uit Wenen komt. Verdere details ontbreken.

Een blond krullende, ietwat stille jongen komt uiteindelijk bij ons het huis binnen lopen. Hij heeft een lange reis met tussenstops achter de rug. Een gelabelde kleine koffer met kleding en enkele boeken wordt op mijn slaapkamer gestald. Er is een bed bijgeplaatst. Het Duitstalige boek in pocketuitgave dat Franzi leest, haal ik vijftig jaar later nog zo helder voor de geest dat het lijkt of het gisteren was. De schrijver: Karl May. De titel: Kara Ben Nemsi.  Zelf lees ik dan ook boeken van deze schrijver. We hebben dus gelijk iets gezamenlijks. Hij spreekt geen Nederlands en wij (mijn zussen en ik) de Duitse taal niet. Dat blijkt weinig problemen op te leveren.

Zomerhuis

Terwijl wij nog de laatste weken voor de grote schoolvakantie in de klas doorbrengen, weet Franzi zich bij ons in de straat en wijk prima te vermaken. Tijdens de weekenden en de schoolvakantie verblijven wij in Cromvoirt waar een zomerhuis wordt bewoond. De IJzeren Man (zwemwater), enkele boerenbedrijven en het militaire oefenterrein in een bos en heidegebied aan de rand van voormalig kamp Vught zorgen voor voldoende speelruimte. Wij bouwen een hut in het bos, zoeken oefenmunitie, hangen rond bij groepjes oefenende militairen, struinen over de vuilnisbelt van Vught en helpen de boerenfamilie aan de overkant bij het inzamelen van stro en hooien, het voeren van de varkens en het geven van koeken aan de koeien die worden gemolken. Franzi heeft het goed naar zijn zin.  Mijn ouders maken geen onderscheid en ook Franzi krijgt nieuwe kleding als wij de Bossche binnenstad ingaan om te winkelen. Eind augustus vertrekt Franzi weer. Wij zwaaien hem uit en roepen “Bis nächstes Jahr”.

Het daaropvolgende jaar is hij weer tijdens de zomer bij ons. Nu is ook zijn zus mee naar Nederland gekomen. Wij wonen in de Vechtstraat. Zijn zus is bij een echtpaar zonder kinderen in de Maassingel terechtgekomen. Om de hoek in dezelfde Aawijk dus! Toch blijft het contact met zijn zus beperkt. Waarom? Ik kan het mij niet herinneren. Ook in het 2e jaar gaat Franzi eind augustus (weer voorzien van nieuwe kleding en enkele kado’s voor de familie in Oostenrijk) terug naar zijn ouderlijk huis. 

In het daaropvolgende voorjaar wordt gesproken over een derde zomervakantie bij ons maar dat gaat uiteindelijk niet door. Een brief van zijn moeder is de veroorzaker. Nog eenmaal zie ik hem terug. In de zomer van 1972 staat Franzi onaangekondigd met enkele motorvrienden bij ons in Cromvoirt voor de deur. Een flinke kerel inmiddels met lang blond haar. Hij drinkt een biertje, eet mee en vervolgt zijn reis.  Franzi raakt vervolgens geheel uit beeld.

Franzi ben ik echter nooit vergeten. Hoe zou het met hem zijn? Hoe is zijn leven gelopen? Deze twee vragen stelde ik mij een jaar of drie geleden en ik ging naar hem op zoek. Zijn voor- en achternaam en zijn laatst bekende woonplaats waren bekend. Zoeken via internet leverde geen bruikbaar spoor op. Tijdens een weekendje Wenen kwam ik op plaatsen die hij destijds roemde (het Prater park met zijn reuzenrad, de Stephansdom, het Schönbrunn paleis, etc.). In een Weense koffiehuis vroeg ik de ober om het telefoonboek van Wenen. Al snel had ik zo’n 15 telefoonnummers en adressen van mensen met zijn achternaam.

Terug in Nederland ben ik alle telefoonnummers gaan bellen maar niemand kende de Franzi die ik zocht. Wel kreeg ik via LinkedIn contact met een naamgenoot van hem in Wenen.  Ook hij kon mij niet verder helpen. Toen ook mijn zus na een bezoek aan Wenen geen bruikbare informatie over Franzi of zijn familie kon vinden heb ik mijn zoektocht op een laag pitje gezet.  Tot enkele weken geleden.

Bingo!

Op een zondagochtend vond ik tussen de papieren van mijn overleden ouders bij toeval een ansichtkaart van Franzi. Wat schetst mijn verbazing: zijn toenmalige adres stond vermeld en …zijn achternaam werd met HS geschreven en niet met een dubbele S. Ik kroop weer achter mijn laptop en kwam op een site terecht met namen en telefoonnummers in Wenen. Twee personen kwamen in aanmerking: dezelfde voorletter en de juiste achternaam. Via Google Street View kwam ik erachter dat een van de adressen in de directe nabijheid van het ouderlijke adres van Franzi was gesitueerd. Ik besloot direct te bellen. Het mobiele telefoonnummer werd weggedrukt. Het vaste netnummer dan maar en …BINGO!!!

Een vrouwelijk stem gaf aan dat haar man waarschijnlijk de gezochte Franzi was. Hij was echter niet thuis. Ze gaf mij het al eerder gebelde 06-nummer en vroeg mij over tien minuten terug te bellen. Toen ik weer belde, nam Franz op.  Na bijna vijftig jaar hadden we weer contact. Hij noemde spontaan ons oude huisadres en huisnummer. Ongelofelijk maar waar. Inmiddels zijn we een aantal weken verder en hebben over en weer familiefoto’s, oude vakantiefoto’s uit 1963 en 1964 en onze levensloop uitgewisseld. We blijken beiden plezier te hebben (gehad) aan sportduiken en hebben beiden ook meerdere jaren als militair gediend in het buitenland. Volgend jaar willen we elkaar ontmoeten (in Wenen of in ‘s-Hertogenbosch).  Intussen houden we contact.

Tot slot een vraag aan de lezer: wie heeft ook jeugdherinneringen aan vakantievierende (Oostenrijkse) kinderen die via de stichting “Mensen in Nood” naar Nederland zijn gekomen? Ik ben heel benieuwd naar jouw verhaal!

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen